16 oktober 1995 - 9 - partijen om de burgers te betrekken bij het maken van voor hen belangrijke keuzes. De huidige vormen van inspraak -diverse fractievoorzitters hebben het er al over gehad en het staat ook in de algemene beschouwingen als je goed leest- die, hoe goed bedoeld ook en hoe arbeidsintensief ook, laten toch inderdaad de deelnemers aan zo'n inspraakavond, inclusief de politieke partijen, met een ontevreden gevoel achter. Je zou, zoals de heer Witte ook al betoogde, de burgers eerder bij de planvorming kunnen betrekken en voordat er een uitgewerkt plan is en een natuurlijk ook dichtgetimmerd plan, zou je een voorstel voor het de inspraak ingaat, misschien met de burgers moeten bespreken. Maar er zijn zeer veel andere mogelijkheden. Ik haal dan toch even aan datgene wat ik zie als een soort gelijkgerichtheid van diverse partijen zoals ze hier zitten en rechtstreeks uit hun algemene beschouwingen. Ten eerste de WD, die spreekt -in tegenstelling tot de heer Witte denk ik dat het serieus bedoeld is- over het belang als gemeente om geloofwaardiger over te komen. En vervolgens stelt de heer Krijger voor een serieus communicatieplan. Ik zie die beide voorstellen in eikaars verlengde en aansluitend op datgene wat wij eigenlijk bedoelen met: het gaat niet goed met de inspraak. Het CDA zegt waar het over inspraak gaat: we zijn bereid om met andere partijen samen te zoeken naar verbetering van de situatie. Die handreiking neem ik aan, mijnheer Krol. Gemeentebelangen Groen Soest: het is niet meer van deze tijd, zegt de heer Witte, om de kiezers alleen bij de gemeenteraadsverkiezingen aan het woord te laten. Ik ben het gloeiend met hem eens. D66 wil graag met al deze partijen de discussie in de gesignaleerde richtingen vorm geven. Ik denk dat er misschien meer partijen zijn die zich er niet zo direct over uitgesproken hebben dat ze zeer ontevreden zijn met de huidige gang van zaken. Maar u moet zich wel voorstellen dat die huidige gang van zaken ook gedeeltelijk gebaseerd is op een lange tijd van toch ook formele verplichtingen. We zouden echt een diepgaand gesprek met elkaar moeten hebben om deze hele zaak te veranderen. Dan zou ik behalve het democratisch perspectief willen spreken over een aantal zaken die wij nog belangrijk vinden, na dus deze hele rede over de inspraak. Bij de begrotingsbehandeling 1994 hebben wij een initiatiefvoor stel ingediend. Dat was bestemd om de doorstroming binnen de woningvoorraad te bevorderen. Ik heb hier een letterlijk citaat uit die vergadering: "D66 verzoekt het college binnen één jaar een actief beleid te formuleren, maar is ervan overtuigd dat de verantwoordelijke afdeling wel kans zal zien om zo'n goed voorbereid initiatief sneller van de grond te krijgen." Dat waren mijn letterlijke woorden een jaar geleden. Gisteren, mijnheer de voorzit ter, heb ik een hele nieuwe term geleerd en ook nog wel van de TV. Die luidde: de geplande permanente vertraging, het was van Koot en Bie en ging over de spoorwegen. Is het ook hier van toepassing? Dan, mijnheer de voorzitter, is hier over de volkshuisvesting van diverse kanten gesproken. Wij hebben geconstateerd in onze algemene beschouwingen dat die volkshuisvesting zeer belangrijk is, dat we het heel belangrijk vinden om goedkopere huur- en koopwoningen te bouwen, dat we vooral vinden dat jongeren en starters te kort komen en dat we dus ook de aantallen veel beter willen beheersen om te voorkomen dat alle lokaties te snel vol gebouwd worden. Ik heb dan ook, wanneer het college het niet met ons eens is op dit punt -we hebben om een notitie gevraagd binnen drie maanden- in de achterzak een motie. Ik denk dat meerdere partijen zich daarin zullen kunnen vinden, want de WD vindt dat de woningmarkt beter uitgelegd moet worden aan woningzoekenden en de WD vindt ook dat het regionaal woningbe- leid daarbij betrokken moet worden, het CDA wil meer bouwen voor starters en jongeren, meer betaalbare woningen met name, de PvdA wil goedkope huur- en koopwoningen en andere grondprijzen, BAM laat dezelfde geluiden horen en GGS heeft met de aantallen erbij gevonden dat we te snel bouwen en te duur bouwen. Alles bij elkaar vrijwel raadbreed. Dus ik denk dat het college met iets heel goeds over de brug komt straks. Dan de zorgen voor morgen. Dat is voor ons toch wel een punt waar we heel ongerust over zijn. Dat is natuurlijk het milieu. De uitgaven voor groen en milieu worden gekoppeld aan de uitgaven voor de wegen. Wie heeft nu ooit iets onlogischer meegemaakt? Het is een soort milieu-onvriendelijke en opgedrongen relatie. Want als de wegen meer geld gaan kosten, moet het groene milieu gaan inleveren, dat staat in de stukken. Maar zo wordt uiteindelijk de kwaliteit van het milieu dubbel gepakt, enerzijds omdat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 226