16 oktober 1995
- 19 -
het betrekken van de sport bijhet verantwoordelijkheid dragen van de
sport voor het accommodatiebeleid. Ik denk dat wij met de nieuwe opzet van
de werkgroep en de stuurgroep daaraan voldoen, dat wij heel duidelijk ook
de Sportraad betrekken bij het sportbeleid. Dat is in het verleden trouwens
ook altijd gebeurd. We hebben de adviezen van de Sportraad in algemene zin
ten aanzien van investeringen in de sport ook altijd opgevolgd, dus er kan
geen twijfel bestaan over het inschakelen van de sport in zijn algemeenheid
bij het beleid van nu en in de toekomst
Een ander punt dat u hebt gevraagd betreft de verwachtingen bij het in
gebruik nemen van het Aqua Indoorcomplex. Toen waren er verwachtingen van
verschillende partijen, onder andere de bevolking, de verenigingen, maar
ook individuele gebruikers. De contractensfeer die toentertijd is opgezet
is zodanig opgezet dat al die groeperingen die gebruik konden en moesten
maken van Aqua Indoor, zijn ingepast. De feitelijke situatie is nu zo dat
indien wij aan één groep een hogere toelating zouden willen geven, dat het
dan ten koste moet gaan van een vereniging. Dat is een afweging van
belangen en die belangen zijn redelijk vastgelegd in de contractensfeer.
Maar ik zal er aandacht aan blijven geven om toch te proberen daar maximale
flexibiliteit te houden.
Dan kom ik nu aan de twee laatste punten, voorzitter, volkshuisvesting in
algemene zin en het bouwbeleid daaraan gekoppeld. Dat ligt divers. Ik heb
ook in juli, bij de behandeling van een notitie, moeten vaststellen dat er
in de raad belangstelling is voor bouwen, maar anderen hechten zeer sterk
aan het handhaven van de uitgangspunten van de structuurvisie. Die twee
dingen zijn in conflict, dat beseft u zelf ook. Wij kunnen niet én bouwen
én de getallen van de structuurvisie naast elkaar houden, zonder daar een
overtreding aan te geven. Wat u nu zegt -en dat beluister ik in algemene
zin- is dat wij als raad heel veel aandacht hebben voor het bouwen van
woningen voor de doelgroepDe doelgroep isstarters en mensen met lage
inkomens aan passende woonruimte helpen. Ik denk dat dat een gegeven is en
ik denk ook dat wij in die zin bij de behandeling van de volkshuisvestings-
nota, die in december in de commissie, maar ook in de decemberraad zal
worden gepresenteerd, die aspecten erbij betrekken. Wij komen bij u terug
in de maand december, met alle aspecten van volkshuisvesting. We betrekken
daarbij de bouwplannen en de mogelijkheden van sociale woningbouw, mijnheer
BoerkoelWij zullen bezien of het in Soest ook mogelijk is om huizen te
bouwen met een huur van 600,= tot 700,=. Dat kan betekenen dat wij ook
moeten zeggen als gemeenteraad, dat wij daar op bepaalde momenten middelen
voor in moeten zetten. Die kans is aanwezig. Dat betekent een concrete
uitwerking van plannen en ik denk dat de suggestie die gedaan is om
specifieke inbreidingslokatieswaar wij de bevoegdheid hebben -want er
zitten natuurlijk nog hele grote verschillen in wie bouwt en waar wordt
gebouwd- om over de ondergrond te beschikken, dan is daar natuurlijk een
maximale kans om in sociale zin aan woningbouw te gaan werken die ook
voldoet aan de uitgangspunten die u hebt genoemd. Dat zeg ik u toe, dat
wordt in december integraal met de beleidsaspecten die mevrouw Swinkels
heeft genoemd en die ons waren meegegeven en ook integraal ten aanzien van
de grondbeleidsaspecten behandeld. Wij komen daarop terug en ik hoop dat we
daar in december een passende
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik iets vragen ter toelich
ting tussendoor? Ik begrijp net in de beantwoording dat sommige moeilijke
dingen naar een andere portefeuille worden geschoven. Maar als ik het goed
onthouden heb hoe de verdeling is van portefeuilles, is de woningverdeling
wethouder Van Logtenstein en planmatig, het grondbeleid en de plannen op
langere termijn wethouder Ten HoveKrijgen we soms een dubbel antwoord of
is het antwoord al weggehaald? Ik wil ik even weten wie nou voor wat staat.
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, het grondbeleid zit zelfs bij wethouder Blom-
mers
Wethouder VAN LOGTENSTEINDes te meer reden om van integraal te spreken.
Als u van ons verlangt -en dat heb ik toch begrepen- dat u van het college
verwacht dat wij komen met een insteek ten aanzien van de vraagstelling die
ik in deze raad heb beluisterd. Die insteek kan niet anders zijn dan een
generale. Dat betekent dat we kijken naar de behoefte aan passende wonin-