16 oktober 1995 - 37 - komt Voorzitter, ten aanzien van Spullenhulp is mij net als de WD ook iets niet duidelijk. Ik heb begrepen dat men het wel degelijk op prijs zou stellen en zelfs ook als een bestaansnoodzaak voor de toekomst zag, dat men betrokken zou worden bij het ophalen van het grof vuil en de scheiding aan de bron. Maar een van de oorzaken waarom men toen nog geen ja kon zeggen was de bouw van de opslagcapaciteit. Als dat geregeld zou zijn, zou Spullenhulp graag zien dat ze betrokken zouden worden bij het inzamelen van grof vuil. Ik hoop dat u in tweede termijn daarop wat duidelijker antwoord kunt geven. Ik zou me zelfs voor kunnen stellen dat u als college zegt: we zouden wel wat voorwaarden kunnen stellen aan het meewerken van de uitbreiding van de opslagcapaciteit als jullie nu juist de scheiding aan de bron van het grof vuil ter hand nemen. Graag in tweede termijn daar een antwoord over. Voorzitter, als u het hebt over de verkeersveiligheidsgelden, cm een belangrijk deel te bestemmen voor -ik dacht dat u zei- de N221, dan is dat denk ik een druppel op de gloeiende N221, want dan is twee ton natuurlijk eigenlijk helemaal niks. Ik zou toch, voorzitter, van u daar eens wat nader overleg over willen hebben, want als het merendeel wegvloeit naar die N221, wat blijft er dan nog over voor een aantal knelpunten, met name in de langzaam-verkeersroutes en dan nog weer met name in bijzonderheid de routes die door de bossen voeren, die namelijk maar één keer per jaar worden geschouwd en wat er dan in de loop van het jaar ook gebeurt, er wordt niet meer naar omgekeken dan pas het jaar daarop. Althans, zo heeft men het mij verteld. Ten aanzien van de ontwikkelingen rond de Lindenhof, voorzitter, ik heb net al even gezegd dat ik erop terug zou komen. Ik ben ook blij dat hiermee een einde is gekomen in ieder geval aan het onverbeterlijk zakelijk gijzelen van geestelijk gehandicapten. Ik heb dat zo genoemd, omdat ze als een soort gijzelaars werden gebruikt om een projectontwikkelaar zijn zin te laten krijgen. We hebben dat toen veroordeeld en we hebben ook met dat argument de plannen proberen te dwarsbomen, niet om daarmee de bewoners een hak dwars te zetten, want we hebben toen al gezegd: los daarvan staat het feit dat wij als raad en als college moeten kijken naar andere mogelijkheden voor huisvesting van deze zo kwetsbare groep. Ik ben blij dat in ieder geval een lichtgroen licht -laat ik het dan zo zeggen- daarvoor op groen is gezet Ten aanzien van de moties. Ik had er twee in voorbereidingEen daarvan was het Centraal Meldpunt Vrijwilligers. Ik ben blij dat die motie niet meer hoeft plaats te vinden. De andere betreft Spullenhulp en het grof vuil, af hankelijk van uw antwoord in tweede termijn besluiten we dan achteraf of we die motie nog zullen indienen. Voorzitter, tot slot. Bij het begin van deze hele discussie -ik heb het even schertsend genoemd «de vijf-minutenshow» is toch rijkelijk omgespron gen met de toebedeling van de minuten bij de een en de ander. Ik heb mij gezagsgetrouw, zoals ik toch probeer te zijn, gehouden aan die minuten en bewust een stuk weggelaten. Ik zal heel kort, als u het goed vindt, iets zeggen wat ik had willen zeggen. Als het gaat namelijk over het begrip ouderen, dacht ik dat de Partij van de Arbeid daarover iets had gezegd of het CDA, die heeft gezegd: je moet meer kijken niet sec naar de leeftijd 55 of 60 of 65, je moet meer gedifferentieerd daarnaar kijken. Wat is ouder? Het is zo oud als je je voelt en dat betekent dat je moet kijken naar sociale behoeftepatronen. Wij denken, voorzitter, dat ouderen voor zover die ouder zijn dan 55 of 60 jaar en nog met beide benen in het arbeidspro ces staan, een volwaardig inkomen hebben en al wat dies meer zij, dat die anders benaderd zouden moeten worden dan de ouderen van 60 of 65 jaar die alleen maar een AOW-tje of een beperkt pensioentje hebben. Dan ben ik het met het CDA eens, als het CDA dat bedoelt, dat daar inderdaad naar gekeken moet worden Heer WITTE (GGS)Voorzitter, wij staat perplex. Na één rondje is ons net zoveel duidelijk over de pijnpunten die wij naar voren hebben gebracht voor het beleid van het volgend jaar als aan het begin van deze avond. De volkshuisvestingsnota krijgen we in december. Het verkeer gaan we volgend jaar doen, heb ik begrepen, in februari. Kortom, alle zaken waarvan wij zeggen: daar hadden we nu zo graag van tevoren over gesproken, voordat we de centen geven, hoe we dat gaan aanpakken, dat komt vanavond niet uit de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 254