18 oktober 1995 - 28 - herhalen. Ik denk dat ik op deze manier de meest essentiële zaken naar voren heb gebracht. Wat betreft het Randstadterrein denken wij ook dat het verstandig is om het voorlopig, zolang wij geen financiële en haalbare sanering daar rond kunnen krijgen, het gewoon bedrijventerrein te laten en daar verder niks mee te doen tot op het moment dat het dan wel zover is dat het op de lijst van de provincie geplaatst wordt en we over kunnen gaan tot sanering. Op dat moment denk ik dat we met z'n allen moeten bepalen dat daar woonbebouwing komt, die wel past in de omgeving en geen hoogbouw. Heer ROEST (D66)Voorzitter, in de commissievergadering heb ik algemene opmerkingen gemaakt over dit bestemmingsplan. Ik wil nu vaststellen dat wij ook akkoord kunnen gaan met het overgrote deel van het bestemmingsplan, echter met uitzondering van het centrumgedeelte. Ik wil toch als afsluiting aan het einde van de rit mijn bezwaren tegen het gedeelte van het bestem mingsplan dat opgenomen is in het herenakkoord, duidelijk maken aan de hand van een vijftal politieke conclusies. Op grond van de structuurvisie en het herontwikkelingsplan centrum Soest- zuid hebben burgers het vertrouwen gekregen dat er een politieke intentie was tot kleinschaligheid, drie lagen. Het herenakkoord, dat wij als D66 zelf ook hebben ondertekend -ik heb dat vorige keer ook aangegeven dat wij ondertekend hebben in het algemeen belang- betekende een breuk met de tot dan toe gehanteerde uitgangspunten. Mijn eerste conclusie is dan ook: het vertrouwen van een grote groep burgers in het gemeentebestuur is door het herenakkoord geschaad. En vertrouwen is een heel belangrijk beginsel in het Nederlands recht, we hebben in een vorige agendapunt een hele discussie over vertrouwenszaken gehad. Dan over naar het herenakkoord zelf. B&W stellen op 20 juni 1995: "Van belang is dat de gemeente zich in de overeenkomst niet formeel heeft verplicht aan de onderhandingsresultatenEr volgt nog een planologische procedure, met risico's van wijzigingen". Bij de pleinwand is er inderdaad een laag afgegaan, die we zelf hebben betaald. Maar wat 't Driftje betreft bleek een oud gezegd maar al te waar: wat de heren wijzen, moeten de gekken prijzen. U begrijpt dat wij de burgers niet als gekken zien, vroeger waren dat de onderdanen. Wij zien burgers als verantwoordelijke personen, die mee willen denken over het reilen en zeilen van de gemeente. Kans op inspraak voor hen is er wel geweest, maar echt geluisterd is er niet. Conclusie twee -ik ga nog verder dan de heer Meilof-: het democratisch gehalte van een herenakkoord is nul-komma-nul en inspraak op dichtgetimmerde voorstellen van B&W werkt nietIk heb daar al eens een keer een beschouwing aan gewijd. In de algemene beschouwingen hebben wij gezegd dat we hieraan gaan werken en ik denk dat het tijd wordt. Dan de uitvoering van het herenakkoord. De bouwmaatschappij laat een veel groter plan ontwerpen. In plaats van tekening N, de norm, komt er een tekening Z, zeer abnormaal groot, plus 40%. Het college kronkelt vervol gens, het zegt dat de raad het had kunnen weten, wat niet zo was, het informeert de raad niet. Het college zegt doodleuk in de laatste commissie a.b.z. -zie de notulen van die commissie- dat er niet is gemajoreerd. Nu komt het woord «majoreren» heb ik in Van Dale gelezen uit de bankwereld, maar we begrijpen toch allemaal wat er gebeurd is. Voorzitter, kan deze zin in ieder geval uit de notulen geschrapt worden? Conclusie drie is dan ook: de bouwmaatschappij heeft voor ons volledig zijn krediet verspeeld. Natuurlijk betaalt de gemeente geen cent voor het terugschroeven van gemajoreerde plannen. Wij vragen om een keiharde aanpak in de toekomst. Conclusie vier: het college heeft in deze zaak de bouwmaatschappij onvol doende tegenspel geboden. Of het college heeft de raad bewust informatie onthouden -dat zou een motie van wantrouwen waard geweest zijn- óf het college heeft zich niet gerealiseerd hoe fors de overschrijding was. We houden het maar op het laatste, maar dat betekent wel een brevet van onvermogen Conclusie vijf: de huidige situatie zou je kunnen beschrijven als letter lijk en figuurlijk een puinhoop -we hopen inderdaad ook dat die hopen opgeruimd worden- met alleen maar verliezers, waarschijnlijk met uitzonde ring van de bouwmaatschappijOm de impasse te doorbreken, hebben we met twee andere partijen voorgesteld om de mogelijkheden te onderzoeken van een haalbaar plan met een aanzienlijk groter draagvlak, dat uitgaat van een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 343