16 november 1995
- 6 -
gebeuren. Wat ik constateer, mijnheer Meilof, is dat het nu bij het
tussentijds bericht weer gebeurt. Waar ik voor wil waken is dat u, wij,
morgen met voorstellen komen die financiële gevolgen hebben op basis
waarvan dan het college in al zijn wijsheid zou besluiten daar niet aan mee
te doen. Het feit dat het college nu dit voorstel gedaan heeft, betekent
niet dat u als raad in uw wijsheid niet op dezelfde manier zou moeten
handelen. Dat is de reden waarom ik zeg: bij de voorjaarsnota hebben we
gezegd, oké, dat was een keertje, maar het moet niet blijvend. Dus ik vind
dat het teruggedraaid moet worden.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik wilde dus ditzelfde net gaan zeggen, alleen,
terugdraaien is nog wat anders. Ik wilde net zeggen: dat betekent dat B&W
in tussendoor-beslissingen een stuk financiële ruimte weghalen waarvan wij
vinden dat dat de raad toekomt
Iets anders. U zegt: we gaan dingen terugdraaien, waarvan het grootste deel
van de zaken al voldongen feiten zijn.
VOORZITTERIk heb niets gezegd, mijnheer Meilof.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Excuus, ik was tegen de heer Boerkoel aan het
praten en ik moet tegen u praten. Voorzitter, ik reageerde dus nog even op
de heer Boerkoel dat datgene wat hij zei mijns inziens niet meer kan, omdat
het voldongen feiten zijn. Daar kunnen we dan wel gespierde opmerkingen
over maken, maar dat lukt niet. Het enige is dat we principieel met elkaar
het besluit moeten nemen dat we van u verwachten dat u daar weer een
strakker beleid in voert, dat dus bij dit soort zaken duidelijk is waarom
het absoluut niet anders kon. Als er op een gegeven moment, zoals bij het
Orlando dit Lassogebouw zo'n overschrijding is, dan moet dat op tijd helder
worden. En uw beschrijving van de 35.000,= voor de verbouwing hier, is
gewoon een heldere beschrijving, waar we op dit moment niet aan ontkwamen
dat het zo gebeurde, ook om andere redenen.
Ik kan niet zeggen dat ik hier nog veel meer woorden aan vuil wil maken. Ik
vind het op zichzelf geen slecht tussentijds bericht. Ik vind wel dat u
strenger voor uzelf moet worden.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, het merendeel van de opmerkingen die gemaakt
zijn in de verschillende commissies, wil ik niet herhalen. Ik haal er
alleen één uit. Er is niet voor niks natuurlijk een tussentijds bericht op
de agenda gezet, het wil zeggen dat wij worden geïnformeerd over een aantal
financiële standen van zaken. Ik licht er één uit, mijn collega, mevrouw
Gerritse zal een paar andere nog even met u doornemen.
Het verhaal rondom de BoerenstreekHet is natuurlijk heel aardig om hier
vanavond tegen elkaar te zeggen: ja, daar gaan we in december nog over
praten en gaat u nou maar rustig slapen, want pas in december willen we
daar verder met u over spreken. Ik denk dat het onze taak is om aan te
geven bij de vaststelling van een tussentijds bericht wat je wel en wat je
niet kunt meedragen en waarom je dat niet kunt. Ik denk dat wij aangegeven
hebben in commissieverband dat we de opmerking over de Boerenstreek niet
kunnen accepteren, dat het onverstandig beleid is om nu al te kunnen
constateren dat je zoveel tekort gaat lopen op een bestemmingsplan. Als je
dat nu al met elkaar constateert, dan geef ik u mee, zoals ik in de
commissies heb gedaan
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, bij interruptie, het is toch een beetje
vreemd, want wij hebben in de commissie volkshuisvesting gesproken over het
feit dat we het wilden vertragen. En het lijkt me dan volkomen normaal dat
je dan bij het tussentijds bericht meedeelt wat dat voor financiële
consequenties heeft. Dus wat dat betreft vind ik dat de heer Krol dan ook
de hand in eigen boezem moet steken.
Heer KROL (CDA)Nou, dan hebt u ongetwijfeld slecht geluisterd in die
commissie. Ik neem aan dat u van mijn fractie andere geluiden hebt gehoord.
VOORZITTERVia de voorzitter, graag.
Heer KROL (CDA)Pardon, mijnheer de voorzitter, ook via u. Het is besmet-