20 april 1995 - 22 - van de wijk. Dan moet je het ergens anders dus een beetje in elkaar schuiven, wil je het rond krijgen. Het enige wat wij eigenlijk nog wel een beetje beangstigend vinden is dat over het geheel een beetje weinig geld over is, zodat we als er tegenvallers zijn, in de min komen. Dat vinden we vervelend. Wethouder BLOMMERSi Voorzitter, het plan Boerenstreek is een bijzonder plan. Het is waarschijnlijk het laatste grote plan dat in Soest verwezen lijkt wordt en er zit een hele duidelijke ideologie achter. Die wordt door het college ook gedragen, het college doet zijn uiterste best om dit plan van de grond te tillen. Maar dat is inderdaad een kunst. Dit plan was absoluut niet sluitend. Het was sluitend op papier, omdat er een buitenge woon grote bijdrage was gegeven uit de algemene middelen. Nu zijn we een stapje verder, we willen het concretiseren en nu blijkt dat de opzet zoals die in eerste gedachte gepland was, financieel negatief zou uitkomen. Toch hecht het college zozeer aan de uitgangspunten die uw raad heeft vastge steld voor met name dit plan, dat wij een nieuwe opzet hebben gemaakt. En daaruit vloeien zaken voort -zoals mevrouw Gerritse terecht opmerkte- als een betere verkaveling en een dichtere bebouwing. Dat moet, omdat we met name de eerste fase van het plan, waar de sociale woningbouw inzit, willen realiseren. Nu. Daarom moeten we een opzet maken waarbij dat mogelijk gemaakt wordt. Dan zegt u: ja, maar mevrouw Blommers, u haalt er wel even 1,6 miljoen uit die u naar de reserve voor de infrastructurele voorzienin gen wilt doen. Heer JANSEN (D66): En u verhoogt de grondprijs Wethouder BLOMMERS: Ja, daar kom ik op terug, mijnheer Jansen. De reserve voor de infrastructurele voorzieningen draagt namelijk ook aanzienlijk bij aan deze exploitatie-opzet. Dat is ook niet zo gebruikelijk, hoor, dat we openbaar groen brengen uit de algemene middelen. Normale plannen dragen hun eigen openbaar groen. Maar in dit geval is er nadrukkelijk gekozen voor een model dat op deze manier verwezenlijkt kon worden. Hier wordt inderdaad -en dat bedoel ik positief- naar iets toegerekend, naar een positieve uitkomst van dit plan. Dan zegt u: u mag zich niet rijk rekenen met de grondprijzen. Ik wil u er toch aan herinneren dat er in de commissie financiën met nadruk is gesteld dat we de grondprijzen van de regio moeten voeren en dat er toch op dit moment, naar de mening van het overgrote deel van de commissie, wel eens gekeken mocht worden naar een iets hogere prijs. We zijn daarin voorzichtig geweest en hebben gezegd: dit is een langlopend plan, het is te gek om uit te gaan van de grondprijs 1995 als je weet dat zo'n plan veel langer loopt. Óp zo'n moment is het redelijk om met een voorzichtige schatting van gestegen grondprijzen rekening te houden, te meer omdat de sociale woningbouw al gerealiseerd wordt in de eerste fase. Daar zit die stijging niet in, die stijging zit in de tweede of derde fase, waarin je praat over vrije sectorwoningen. Die prijs stijgt in Nederland en het lijkt me uiterst onwaarschijnlijk dat in dit gebied deze prijs omlaag zou gaan. Dus ik denk -dat ben ik met u eens- dat het een hele kritische exploitatie- opzet is en we zullen het ook uitermate nauwkeurig volgen, want we kunnen ons hier echt geen uitglijers in veroorloven, maar ik ben het niet met u eens als u zegt dat we onszelf rijk rekenen. We proberen op alle mogelijke manieren een door de raad gewenste ecologische wijk op poten te zetten. Daar zijn we mee bezig. Ik wil u daarbij er nog op wijzen dat we in de commissie binnenkort nog eens over de grondprijzen zullen praten, omdat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van uw raad om met elkaar te kijken welke prijzen aanvaardbaar zijn in onze regio. Heer JANSEN (D66): Voorzitter, ik blijf toch bij wat ik gezegd heb. Ik wil er graag aan toevoegen dat het inconsequent is om zo te werken. Het zou misschien zuiverder zijn om te zeggen: we zien af van het berekenen van inflatie of kostenstijgingen in de toekomst en we zien af, in het opzetten van zo'n plan van hogere grondopbrengsten. Want als je het inderdaad hebt over tien jaar, dan weet je niet over welke prijsverhoudingen je het eigenlijk hebt, dan is het een mistige zaak. Het lijkt mij veel gezonder om van de guldens van vandaag uit te gaan en elk jaar de inflatie-effecten zowel op de kosten als op de opbrengsten bij het opnieuw in kaart brengen van de exploitatie-plannen zichtbaar te maken. Dat is een logische en

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1995 | | pagina 77