20 april 1995
- 31 -
me af: wie gaat dat muurtje betalen, de uitbreiding daarvan? Er zijn dus
toch allerlei aspecten aan dit verhaal waarvan ik denk dat het wel een
commissievergadering waard is.
Wethouder BLOMMERS: Ik ben het helemaal eens met de heer Visser.
Het voorstel (RV 95-43) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Verkoop van grond aan de Batenburgweg
Verkoop perceel le Heeserlaantje.
Aankoop grond in Nieuwe Gracht 2
De voorstellen 16 tot en met 17 (RV 95-44, RV 95-26 en RV 95-45) worden
achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
Aanbod compensatie aan Uyland wegens het vervallen van de voorziene
bebouwing in centrum Soest-zuid.
Heer JOUSTRA (BAH): Voorzitter, zoals we reeds hebben meegedeeld in de
commissie financiën, kunnen we ons niet vinden in uw voorstel betreffende
het compensatie-aanbod aan de heer Uyland. Gaarne wil ik dit nog eens nader
motiveren. In uw voorstel zegt u, voorzitter, het redelijk te vinden
compensatie te bieden aan de heer Uyland nu als gevolg van een beslissing
van de gemeenteraad in casu het gemeentebestuur de netto opbrengst lager
uitvalt, doordat nu de bouw van de voorziene vierde bouwlaag geen doorgang
kan vinden. Hoezo redelijk, voorzitter? Een ieder, dus ook de heer Uyland
had kunnen zien aankomen dat, bijvoorbeeld als gevolg van het wijzigen van
de samenstelling van de gemeenteraad of een andere collegesamenstelling,
dat wel eens zou kunnen leiden tot andere besluitvorming. Besluitvorming
die mede veranderd is als gevolg van gerezen bezwaren van omwonenden. Een
logisch gevolg, dunkt ons, van de werking van de democratie. Besluitvorming
vindt, ook in de gemeentepolitiek, uiteindelijk plaats in de raad en niet
middels herenakkoorden. De heer Uyland had dat ons inziens kunnen weten en
volgens ons wist hij dat ook bliksems goed, want hij is projectontwikkelaar
en projectontwikkelaars zijn doorgaans prima op de hoogte hoe de politieke
besluitvorming uiteindelijk werkt. Volgens ons is er dan ook geen enkele
sprake van gewekte verwachtingen en al helemaal geen verwachtingen waaraan
uiteindelijk rechten zouden kunnen worden ontleend, zoals nu dreigt te
gebeuren door dit compensatievoorstelDe vermeende claim van de heer
Uyland wordt door ons dan ook gezien als een ondernemersrisico, niet meer
en niet minder, voorzitter. En dus zeker geen claim die dus uiteindelijk
door de Soester burger zou moeten worden betaald. Diezelfde burger,
voorzitter, die gebruik makend van zijn democratisch recht, u middels 3000
handtekeningen heeft laten weten nog steeds tegen diezelfde bouwplannen te
zijn. Toch legt u middels dit compensatievoorstel ook alvast maar een
bouwverplichting op aan de heer Uyland. Vanuit uw visie misschien begrijpe
lijk, want voor wat, hoort wat, maar daarmee haalt u tevens de bodem uit
nog komende inspraakprocedures. Want gebouwd wordt er, beloofd is beloofd,
of -anders gezegd- verplicht is verplicht. Want dat doet u met dit voor
stel. En wat nu, voorzitter, als opnieuw blijkt dat de betrokken bevolking
zich massaal uitspreekt tegen de plannen? En wat gebeurt er als in een
later stadium als gevolg van wat dan ook, de raad alsnog anders besluit en
er misschien toch niet, of anders gebouwd wordt? Dan kunt u niet anders dan
de raad confronteren met deze overeenkomst, dat alsdan een wurgcontract
voor de gemeente zal blijken te zijn. Onze fractie wil u daar nu reeds voor
waarschuwen en het nu gezegd hebben, zodat niemand hier in deze zaal later
kan zeggen dat ze het niet hebben geweten of gehoord.
Wat blijft er over, voorzitter, van verkiezingsslogans, zoals: we moeten
meer naar de burger toe, of: we moeten meer naar de burger luisteren, als
vervolgens blijkt dat herenakkoorden belangrijker zijn dan democratische
besluitvorming, waar de burger ons hier allen voor heeft gekozen? Dat zal
door diezelfde burger, de kiezer dus, worden afgedaan als inhoudsloze
veriezingsretoriek en nog terecht ook. Herenakkoorden, voorzitter, horen
niet thuis in de politieke besluitvorming, dat maakt de weg open voor