25 april 1996
- 36 -
verwoord in uw reactie op de commissie-adviezen van 11 april 1996;
en binnen een termijn van acht maanden moet een lijst met kandida
ten in uw bezit zijn ter goedkeuring,-
daarnaast 5 0 woningen ten behoeve van algemene seniorenhuisves
ting;
de discussie over vervangende huisvesting ten behoeve van Braamha-
ge voort te zetten;
mocht op 1 januari 1997 er geen goedkeuring zijn voor beide bedoelde
groepsprojecten, vervalt daarmee automatisch dit voorstel en resteren
de 50 woningen, bedoeld voor iedere oudere Soester.
W.A.A. Stekelenburg-Ruitenburg, E. Huberts en R. Krol.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, mag ik even verheldering vragen? Betekent dit
dat de drie fracties voorstellen om de woningbouwproduktie met 50 te
verhogen?
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Nee, met 35, mijnheer Witte.
Mevrouw HUBERTS (WD)Voorzitter, ik wil een korte toelichting geven
waarom wij het amendement steunen voor 15 woningen Insulinde en 2 0 woningen
GOS-project, 50 woningen algemene seniorenhuisvesting. Er is een gigantisch
gesteggel om wie nou waar mag wonen. Voor ons is voorwaarde: op Braamhage
170 woningen, 120 waar het college nog in overleg is met Braamhage en 50
anderen. Dan van die 50 andere kan het zijn, dat als u in overleg met alle
groeperingen bent geweest, dat het voorstel uitpakt zoals u het nu in het
raadsvoorstel hebt, maar het kan ook zijn dat u -als u de tekst leest-
inderdaad uitkomt op 50 algemene seniorenwoningen. Dat zou kunnen.
Ik wou u nog wat creativiteit meegeven hoe u dat kunt oplossen. De heer
Witte vroeg of er nou 50 extra woningen worden gerealiseerd. Je zou het ook
kunnen zoeken in vervanging van bestaande gebouwen. Wij ontvingen kort
geleden van het ministerie van VROM een brief waarin aangegeven stond dat
er op korte termijn extra gelden beschikbaar gesteld worden voor duurzaam
renoveren. Ik zou me kunnen voorstellen dat er in Soest best projecten
zijn, bijvoorbeeld de aanleunwoningen bij Molenschot of misschien nog wel
andere projecten, die voor dat duurzaam bouwen, duurzaam renoveren in
aanmerking komen. Dan kunnen we misschien via het gewest een gedeelte van
die extra gelden bemachtigen. Dan bouw je niet extra, dan verbouw je in
feite. Misschien ook dat je op een gegeven moment kunt kijken, we hebben nu
de seniorenwoningen echt gelabeld als seniorenwoningen, als er woningen
vrij komen of je er een soort seniorenscore op kunt loslaten, waardoor je
een geschiktheid van woningen krijgt voor senioren die vitaal zijn, voor
senioren met een lichte handicap, kortom, een soort gradatie. In die zin
zeggen we niet: je moet 50 nieuwe algemene seniorenwoningen realiseren, wij
geven u gewoon wat creativiteit mee in die zin.
We hebben nog een paar andere opmerkingen. Het toewijzingsbeleid, u hebt de
fractie toegezegd dat u met een folder komt, omdat daar nog steeds vragen
over zijn. Ik hoor graag van u wanneer die folder komt.
In algemene zin zou ik nog wat kwijt willen of wij niet af kunnen van die
etikettering van woningen. Dat ligt een beetje in het verlengde van wat ik
zojuist zei, dat we in de toekomst zodanige woningen moeten bouwen die voor
een hele grote groep geschikt zijn en niet meer van: dat zijn seniorenwo
ningen, dat zijn jongerenwoningen, maar dat je het gewoon toch wat vrijer
laat. Misschien dat je met zo'n score daar een eerste stap voor zet.
Hier wou ik het in eerste instantie bij laten.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, voor het eerst spreken we eigenlijk ook in
twee raadstermijnen over de volkshuisvestingsnota. Dat komt omdat er een
aantal juridische consequenties aan dit stuk kleven. Ik heb toch de
intentie om nog even u allen te wijzen op de consequentie van een stukje
van dit voorstel. We hebben de eerste keer dat we over dit volkshuisves-
tingsverhaal spraken als CDA-fractie, ook ondersteund door anderen, al
aangegeven dat we niet akkoord kunnen gaan met het stukje op bladzijde 3,
waarin we zeggen dat we in de periode 1995 tot en met 1998 geen medewerking
verlenen met behulp van artikel 19 aan bouwplannen enzovoorts, u kent het
stuk. Ik geef het nog maar even aan, omdat het een vrijwel unieke situatie
is dat een gemeenteraad in Nederland zegt een onderdeeltje van de Wet op de