NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Soest op donderdag 23 mei 1996, aanvang 19.30 uur.
Voorzitterde heer J. de Widt, burgemeester;
Secretarisde heer W.P. de Kam.
Aanwezig de leden: B.D. Anderson, mevr. A. Blommers - Biezeno, C.
Boerkoel, S.H. Brunekreef, T. Glastra, mevr. L. Hartering - van den
Broek, P.V. ten Hove, mevr. E. Huberts, mevr. A. Hugen - Strijker, R.
Joustra, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, R.A. van Logtenstein (tot 20.45
uur), J.P.J. Lokker, W.R. Meilof, G.A.W.G.A. Plomp, W.H. Roest, mevr.
W.A.A. Stekelenburg - Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D.
Tomassen - Holsheimer, J. Visser, P.G.M. van der Weij en H.L. Witte.
Afwezig met kennisgeving de leden: A.W. van den Breemer, mevr. B.M.
Gerritse - van Ee, R.A. van Logtenstein (vanaf 20.45 uur), J.B. van
Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg.
VOORZITTERIk open de raadsvergadering en heet u allen van harte welkom.
Er zijn enkele berichten van verhindering, te weten van de heren Zwaanen-
burg en Van den Breemer, van mevrouw Gerritse en de heer Van Wuijckhuijse
is ook afwezig.
Beëdiging lid van de raad.
VOORZITTER: Ik merk dat u al in een hele vrolijke stemming bent, dat kan ik
mij ook voorstellen, want we kunnen weer een nieuw lid van deze gemeente
raad beëdigen en daarmee is de raad weer voltallig. Ik nodig u uit te gaan
staan
De heer P.G.M. van der Weij heeft tegenover mij verklaard dat hij de eed
wil afleggen. In artikel 14 van de Gemeentewet staat: "Alvorens hun functie
te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de raad in de vergadering in
handen van de voorzitter, de volgende eed c.q. verklaring af:
Ik zweer dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, recht
streeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook,
enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, recht
streeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen
of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten
zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur
naar eer en geweten zal vervullen."
Wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!"
Heer VAN DER WEIJ (WD) Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!
VOORZITTER: Dank u wel. Hiermee bent u beëdigd. Ik wil u namens de hele
gemeenteraad, namens het hele ambtelijk apparaat en namens alle aanwezigen
hier van harte gelukwensen. Het is een wat langere weg voor u geweest dan
voor degenen die direct na de verkiezingen hun zetel hier in de gemeente
raad mochten innemen. Dit is een tussentijds vrijgevallen plaats, om
gezondheidsredenen heeft de heer Blaauw afscheid moeten nemen. U zat altijd
al een beetje in de buurt, wat verder naar achteren, dus de stap is niet zo
groot geweest. U hebt al heel wat tijd meegelopen en ik denk dat de
overgang wat dat betreft niet zo groot zal zijn. Alleen, het grote verschil
is dat nu een stuk verantwoordelijkheid op u rust en wel l/27e deel. Ik
wens u heel veel succes en sterkte toe bij uw werk als raadslid.