23 mei 1996 - 8 - VOORZITTERDat heb ik gezegd, ja. Op 3 juni komt het in a.b.z. maar het leek me goed u de informatie vanavond alvast te geven en dan wacht ik de reacties verder af. Het voorstel (RV 96-44) wordt, met inachtneming van de gegeven antwoorden, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening winkeltijden Soest. Heer BRUNEKREEF (WD) Voorzitter, mag ik u vooraf een vraag stellen? U hebt net verteld dat u een aantal reacties hebt gehad. Hoeveel reacties hebt u gehad en zijn dat standaardteksten of zijn dat allemaal persoonlijke teksten? VOORZITTER-. Tussen de zes- en zevenhonderd. Ik wil het even doorgeven, dat u het kunt zien. Kunt u ermee instemmen dat we ondertussen alvast het woord gaan voeren over dit agendapunt? Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, ik zal niet overdoen wat we in de commissie hebben gezegd. Ik wil alvast wel even aangeven dat wat mijn fractie betreft we vanavond met een verdeeld advies zitten. Dat betekent dat de heer Glastra waarschijnlijk dadelijk ook het woord gaat voeren. Maar ik spreek nu dan namens twee man van de fractie. Wij hebben geen enkele moeite met het voorstel, temeer niet omdat wij van mening zijn dat dit eigenlijk de laatste groep is die gediscrimineerd wordt door niet open te mogen zijn. Bijna alles is in Nederland open op zondag, als ze dat willen. Ik zie nog steeds geen wezenlijk verschil, ik heb het ook in de commissie gezegd, tussen een benzinestation, dat tegenwoordig met de wet in de hand er kennelijk een complete supermarkt op na mag houden, 52 zondagen en de christelijke feestdagen per jaar open mag zijn. Daarnaar kijkend en dan tegen winkelier Jansen zeggen: u mag niet open zijn en eigenlijk maximaal twaalf. Maar de wetgever heeft nu eenmaal maximaal twaalf bepaald. Dat gaat wat ons betreft nog niet ver genoeg. Ik vind dat de winkelsluitingswet ook niet meer van deze tijd is. We gaan naar een 24- uurs economie. De argumenten die een aantal mensen heeft aangevoerd, met name in de Soester Courant, ik heb er respect voor, maar het zijn argumen ten die men dertig jaar geleden had moeten voeren, ik heb dat ook in de commissie gezegd. Wat mij betreft gaan wij mee met uw voorstel, behoudens de heer Glastra. Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, het paard staat al achter de wagen, omdat Den Haag deze voorstellen heeft uitgevonden. Ik ben mij ervan bewust dat mijn tegenstem met uw voorstel dan ook weinig zoden aan de dijk zet. Mijn tegenstem betreft alleen punt 4 van uw voorstel, met de overige drie punten kan ik mij verenigen. Wanneer de winkels op werkdagen open mogen zijn tussen 6.00 en 22.00 uur, dan kunnen alle burgers, met wat voor wisselende diensten zij ook hebben, alle inkopen op deze werkdagen doen. In dit kader vind ik het niet nodig dat winkels nog meer open mogen zijn op niet- werkdagen. In dit opzicht stel ik mij ook deels achter de brief van de plaatselijke CNV ten aanzien van: weinig kans op uitbreiding structurele banen en de zorg voor de kleine zelfstandige winkelier. De consument zal per jaar gezien geen cent meer uitgeven aan voedingsmiddelen, ook niet aan auto's of bankstellen, met de extra vier verkoopzondagen. Gelukkig kent uw voorstel nog verschillen tussen werkdagen en de zon- en feestdagen. Laten we dat zo nog lang mogen houden. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, het was in ieder geval fijn om van de heer Joustra te horen dat ik dertig jaar geleden nog mocht bestaan met mijn denkwijze. Voorzitter, vanuit het CNV, vanuit de Raad van kerken, vanuit een grote groep burgers -tussen de zes- en de zevenhonderd- hebt u indringende berichten ontvangen dat een niet onbelangrijk deel van de Soester bevolking geen enkele behoefte heeft aan het feit dat winkels op zondag open kunnen of dat het besluit genomen wordt om twaalf zondagen open te kunnen. Dat men er geen behoefte aan heeft en voor een belangrijk deel hebben deze personen ook onder woorden gebracht dat ze er grote moeite mee hebben, dat ze er ook principiële bezwaren tegen hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 133