18 januari 199 6
- 14 -
18
Ook voor ouderen hebben we al eens eerder gezegd dat ze bij Braamhage
terecht zouden moeten kunnen. Het GOS-project, opnieuw, voor mensen die
voldoen aan de gemeentelijke criteria, zou daar zeker moeten kunnen.
Na 1999. Ook daar zou je inderdaad een wat groter accent kunnen leggen op
de woningen in de koopsfeer, in ieder geval onder de 200.000,=. De
suggestie om daar 115 woningen van te maken in de categorie koopwoningen na
1999 vinden wij een waardevolle suggestie, wetende dat daar grote behoefte
in deze gemeente aan is.
Voor de duidelijkheid ook in die zin nog maar even de opmerking maken dat
wij ook van mening zijn dat een sterke gemeentelijke overheid vooral de
nadruk dient te leggen op woningen in de goedkopere categorieën, omdat nu
eenmaal in dit vrije land de andere categorieën over het algemeen zelf wel
aan bod komen.
Als laatste een aantal opmerkingen, mijnheer de voorzitter, over wat u in
de wandelgangen en wij met z'n allen in de wandelgangen het stuwmeer zijn
gaan noemen. U weet dat ik in de voorgaande commissievergaderingen daar een Hee
aantal kritische opmerkingen over heb gemaakt. Laat ik proberen om daar fra
toch nog het een en ander over te zeggen. Het probleem dat er eigenlijk bij 1)
mijn fractie met het stuwmeer bestaat, is dat als je met elkaar zou bet
afspreken om tot 1998 het artikel 19 instrument voor woningbouw binnen de gis
bebouwde kom niet meer te gebruiken, dan ontneemt de raad en het college woi
zichzelf een aantal middelen om te sturen in je planologie, je volkshuis- eer
vesting en je milieubeleid. Laat ik daarom maar kort zeggen hoe ik dat lea
bedoel. Anderen en ik ook hebben het regelmatig «steen voor steen discus- kar
sies» genoemd. Op het moment dat er binnen de bebouwde kom kerken -de daa
Hoeksteen in Soesterberg- bedrijven vertrekken, kunnen wij met elkaar best el>
aangeven dat we het prettig vinden om daar een situatie een aantal jaren te boi
laten liggen. Dat betekent over het algemeen met de grondprijsontwikkeling het
in deze gemeente, dat wat je daar nog zou kunnen realiseren alleen maar voc
duurder wordt. Dat betekent dat als je het volkshuisvestelijk wenselijk wi]
vindt om daar een aantal woningen te bouwen, dat je dat moeilijker wordt ore
gemaakt als je daarmee wacht tot na 1999. Natuurlijk krijg ik dan onmiddel
lijk de reactie dat mensen zeggen: dat betekent dus dat het CDA altijd en Hee
eeuwig de artikel 19 procedure zal toestaan. Laat ik volstrekt helder zijn: vr<
in al die jaren -en nu blijkt dat dat al aardig lang is als ik soms de of
reacties vanavond hoor- dat ik in de commissie ruimtelijke ordening heb voc
mogen zitten, hebben wij artikel 19 altijd op een coulante, ruime manier hu:
toegestaan om volkshuisvesting toe te passen. We hebben het over allerlei du:
zaken gehad, past het stedebouwkundig, past het planologisch, kunnen we een
bedrijf verplaatsen? We hebben het er zelfs vanavond nog over gehad toen Hec
het ging over het kassencomplex aan de Eemweg. Dat is allemaal aan de orde gel
geweest, maar we hebben nog nooit het volkshuisvestelijke criterium daarbij woi
ook gehanteerd. Op het moment dat je met elkaar afspreekt als raad dat je vai
ook artikel 19 procedures alleen maar wenst te bespreken in de komende acl
jaren als er op de desbetreffende binnen de bebouwde kom gelegen lokatie, kui
waar al bebouwing staat, een volkshuisvestelijk interessant plannetje kan op?
worden gerealiseerd, dan heeft dat natuurlijk een zeer remmende werking op
het aantal artikel 19 procedures, omdat je dan eenmaal de financiële-
winstsituatie, de financiële interessantheid -het is geen Nederlands, maar zi;
u begrijpt wat ik ermee bedoel- daarmee vergroot. Daarom, mijnheer de zo1
voorzitter, heb ik een aantal punten die ik daarover zou willen afspreken kui
met u, op papier gezet. Ik zal vragen aan onze fractie-assistent of hij u
dat wil geven in de vorm van een amendementDaarin staat hoe ik gedacht Sêi
had om om te gaan met die stuwmeerdiscussie. Ik hoop dat in de eerste
termijn van sommigen of in de tweede termijn van anderen we daarover met
elkaar kunnen discussiëren. zo
kui
Amendement op raadsvoorstel RV 96-15, volkshuisvestingsbeleid. ®n
In uw voorstel stelt u voor in de jaren 1995-1998 geen woningbouw met as
behulp van artikel 19 WRO te willen realiseren op terreinen die niet
in het bouwprogramma zijn opgenomen. Ook niet op die plaatsen waar nu
reeds bebouwing aanwezig is.
Aangezien uw beleidsvoornemen het onmogelijk maakt een planologische,
milieutechnische dan wel een volkshuisvestelijke discussie over wo
vrijkomende terreinen te kunnen voeren in de jaren tot en met 1998, SP
stelt de CDA-fractie het volgende amendement voor. aa:
ho