20 juni 19 96
- 13 -
wijs geworden, niet voor 100% inboeken, wel eens mee kunnen vallen.
Gelukkig komen er daardoor verschuivingen in, maar het gebeurt ook wel eens
negatief, zoals u nu hebt meegemaakt met het arbeidsbureau, waar gewoon de
gelden veel minder waren. De Europese subsidies, waar we langzamerhand een
telefoonboek moeten invullen om honderd gulden te krijgen, vallen soms
tegen. We hopen er wel op dat het goed gaat, maar je weet het niet zeker.
Dus u krijgt uiteindelijk een afrekening. En dan ben ik het wel eens met
degenen die zeggen: één zo'n A-viertje is wel summier, want het gaat
natuurlijk om de inhoud die we ervoor gekregen hebben. Dat is denk ik ook
wat de heer Boerkoel bedoelt als hij zegt: die financiële afweging, er is
een budget en daar moet een produkt voor geleverd worden, dat moet wel in
de markt liggen qua geld, anders doen we het ergens anders. Nou, ik denk
dat het hele college dat met u eens is, dat wordt in het college ook
regelmatig zo uitgesproken, dat dit de weg is die je moet gaan. Aan de
andere kant, juist omdat het niet zo'n hele grote groep, maar wel een hele
kwetsbare groep is en een groep die uiteindelijk ook indirect voor een
heleboel zorg van de gemeente verantwoordelijk is, moeten wij zorgen dat we
op het juiste moment de juiste dingen inzetten. Dat betekent dat je een
behoorlijk niveau moet hebben van mensen die daar werken. En dat, mijnheer
Boerkoel, maakt het een beetje moeilijk en daarom hebt u het antwoord ook
nog niet gekregen, het staat ook nadrukkelijk in het verslag -dat ook iets
later komt dan u gewend bent, omdat we met de begroting bezig zijn- van de
commissie financiën, dat we dat moeten uitrekenen. Als ik gewoon ga zeggen:
de basisscholen in Soest kosten X en dat deel ik door het aantal leerlingen
op de basisschool, dus één uur leerling zou Y kunnen kosten, dan doe ik
geen recht aan de twee vormen van onderwijs. Dan denk ik dat we het toch op
zijn minst een klein beetje zouden moeten verfijnen. Heel erg verfijnen kan
niet, maar een klein beetje verfijnen zal toch nodig zijn, al was het maar
omdat de vorm van onderwijs ook zeer strikt door het rijk wordt bepaald en
je aan allerlei dingen vastzit waarvan je misschien zelf zou zeggen: dat
kan wel anders, of: waarom leren ze niet van de ervaring in het basisonder
wijs? Maar het antwoord komt er absoluut aan.
Ik proef toch bij u dat u allemaal zegt: wees kritisch, hou het in de
gaten. Dat is ook de teneur die u altijd hebt bij het vaststellen van het
werkgelegenheidsprogramma en de teneur wat we bij de begroting elke keer
bespreken. We doen ons best.
Het voorstel (RV 96-47) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9. Intrekken Verordening Voorzieningen Gehandicapten en opnieuw vaststellen
Verordening Voorzieningen Gehandicapten.
10. Wijziging Verordening leerlingenvervoer gemeente Soest.
11. Uitvoering «Overzicht Vermeerdering Huisvesting basisscholen 1996».
12. Vaststellen integraal huisvestingsplan primair en voortgezet onderwijs.
De voorstellen 9 tot en met 12 (RV 96-41, RV 96-50, RV 96-49 en RV 96-55)
worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
13. Meerjarenplan Monumenten.
Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, uw hoop ook met het tweede punt te willen
instemmen, moet ik teleurstellend beantwoorden voor u. Onze heroverweging
blijft dat ook wijzigingen in en na overleg met de raad kunnen plaatsvin
den. Wij gaan natuurlijk akkoord met het ontwerp-besluit het meerjarenpro
gramma voor 2002 conform vast te stellen.
Heer ROEST (D66)Ook wij, voorzitter, vinden dat de bevoegdheid tot
tussentijds wijzigen van het meerjarenprogramma aan de raad moet blijven,
zoals we in de commissie hebben gesteld.
Mevrouw TOMASSEN (GL/PS)Voorzitter, ik had eigenlijk begrepen uit de
besprekingen in de commissie dat dat zinnetje eruit gehaald zou worden en