18 juli 1996
- 18 -
bewoners van de Ir. Menkolaan op uw tafel gevonden, waarin nog eens een
keer de procedure is uitgelegd rond de behandeling in de commissie.
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, ik dacht dat de brief van de bewoners,
althans, geschreven door mevrouw Burgerman, duidelijk was. En dat op grond
van die brief u vanavond besloten zou hebben om het voorstel even aan te
houden. Uit uw antwoord aan mevrouw Burgerman van 12 juni begrijp ik dat we
in principe toch het besluit nemen en dat u desondanks toch een onderzoek
gaat instellen. Dan zeg ik: nou begrijp ik het niet, stel nou eerst dat
onderzoek in en neem op basis van dat onderzoek een besluit. Dat u dit
handhaaft, ik kan me voorstellen dat dat bij een hoop mensen er niet in
wil, hoor. Bij mij in ieder geval niet.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik heb in de commissie één van de twee nieuwe
lokaties aangedragen en ik vind ook met de heer Joustra dat hier geen
sprake is van een dermate spoedeisend karakter dat we dit beslist voor de
vakantie moeten behandelen. Dus ik zou er ook een voorstander van zijn om
het besluit over het nemen van een voorbereidingsbesluit na de vakantie,
als het onderzoek is afgerond, te nemen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, de plaats waar we over spreken aan
de Ir. Menkolaan is natuurlijk in een eerdere a.b.z. ook ter discussie
geweest. Dat is natuurlijk niet voor niks, omdat het om typisch een
zichtplaats in Soest gaat, een plaats waar je een stukje fraai Soest wilt
uitstralen. En tegelijkertijd is daar sprake van het probleem dat enkelen
zullen hebben met het feit dat er een monument is en dat deze bebouwing een
bepaalde associatie kan geven die voor hen pijnlijk is. Dat betekent dat
als wij nu besluiten om wel uw besluit door te zetten en tegelijkertijd
daarbij vragen om die andere plaatsen alsnog te bekijken, dat ik daar wat
bevreesd over ben dat u zich daar makkelijk af kunt maken. U hebt de
beslissing al binnen, u kunt het doen en tegelijkertijd is het heel netjes
van u als u dan toch een verslag uitbrengt na deze vakantie hoe hard u uw
best hebt gedaan om die andere plaatsen te onderzoeken. Dat vind ik wat
riskant en wat vervelend. We weten dat het haast heeft en dan kan het maar
zo gebeuren dat u dan meldt: nou, het was echt niks, het was onmogelijk, we
hebben het de mensen gevraagd en ze geven geen toestemming en we moesten
dus toen maar verder met het besluit dat u toch al genomen hebt. Terwijl ik
dan nog best eens navraag zou willen gaan doen op dat moment naar de wijze
waarop u in onderhandeling bent gegaan en dat soort zaken. Dus die kracht
van de discussie halen we eruit op het moment dat we nu ja zeggen. Daar heb
ik moeite mee en daarom zou ik nee willen zeggen.
Heer KRIJGER (WD)De mooiste plaats is het niet. Het zou wel de beste
plaats kunnen zijn als alle andere plaatsen die gezocht worden, andere
lokaties, zullen afvallen. Ik ga ervan uit dat het een serieus onderzoek
zal zijn, het onderzoeken of een andere lokatie mogelijk is. Als desondanks
dit besluit dan toch zou worden doorgezet als u andere lokaties heeft, dan
neem ik aan dat men in beroep nogal wat kansen heeft bij de provincieDat
lijkt me dan een aardige zekerheid, als we praten over rechtszekerheid voor
de burger, en zeker ook de controle die wij erop kunnen uitoefenen. U
rapporteert na de vakantie over uw bevindingen ten aanzien van andere
lokaties en die gaan gegarandeerd mee als het mocht komen tot een beroeps
zaak. Is er geen andere lokatie mogelijk, dan hebben we ons best gedaan om
te zorgen dat de voorziening die nodig is -de mensen weten dat die nodig
is- daar wel kan komen.
Heer WITTE (GGS)Mijn fractie sluit zich toch ook aan bij de woorden van
de heer Meilof. We denken dat het goed is om de druk erop te zetten, dat er
toch serieus gezocht blijft worden naar een andere plek. Ik denk ook dat
wat dat betreft er geen haast is op dit moment. Dus ik zou het verzoek om
het voorstel terug te nemen en naar een volgende keer uit te stellen,
willen onderschrijven.
Heer VISSER (GL/PS)We sluiten ons daarbij aan, voorzitter.
Wethouder TEN HOVEVoorzitter, de gedachte om toch het voorbereidingsbe-