niet meer bouwen.
Voorzitter, ik wil het daarbij in eerste instantie maar laten.
Heer KRIJGER (WD)Voorzitter, het is natuurlijk een heel moeilijk stuk
dat voor ons ligt, als na twee commissievergaderingen een soort derde
commissievergadering zich gaat voordoen. Wij zijn wat onthutst als we
kijken naar de gedetailleerde wijzigingsvoorstellen van met name CDA en
Partij van de Arbeid, die een heel verbaal geweld loslaten op dit college.
Ik dacht: wat gebeurt er nu eigenlijk? Zijn deze dame en twee heren niet in
staat op grond van hun deskundigheid hun fracties te overtuigen? Of doen
fracties pogingen om mevrouw en de heren naar hun pijpen te laten dansen?
Want dat lijkt het af en toe. Het is jammer dat de heer Boerkoel nu even
rookt, maar hij ruikt het zo meteen wel dat er wat gezegd gaat worden over
hem. Wij zijn wat verbaasd -en dat is netjes uitgedrukt- dat iemand die
deelneemt aan besprekingen over het collegeprogramma, zegt: het is er wel,
maar ik ga mijn verkiezingsprogramma uitvoeren. Even, wie mag iets zeggen?
Mijn fractie heeft zich de vorige periode niet gebonden aan de structuurvi
sie. Wij vonden die ontoereikend. Wij hebben met alle andere fracties,
alleen BAM liep weg, om welke reden ook, wel meegetekend bij het college
programma. Wat staat daarin? Een zo goed mogelijke vertaling van de
intenties van het grootste deel van deze raad. Daarin kwamen natuurlijk
naar voren de dingen van de structuurvisie. Daarmee zijn we niet akkoord
gegaan daarmee, wel indirect dat uitgangspunten die wij in Soest als beleid
hebben genomen, dat wij loyaal zullen zijn in de uitvoering.
Nu zijn er twee commissievergaderingen geweest, iedereen heeft dat mee
kunnen maken. Het duurde te lang, vandaar een tweede, we gaan nu weer
verder, lijkt het wel.
Het is een stuk, bedoeld voor de inspraak, waarbij iedereen gefundeerd aan
kan geven wat hij vindt vanuit zijn belang. Dat mag een particulier belang
zijn, dat mag een bedrijfsbelang zijn. Iedereen mag aangeven wat naar zijn
belang gezien in die notitie moet worden veranderd. Want het is, zoals
gezegd, een beleidsvoornemen. Dat beleidsvoornemen is na veel overleg in
het college tot stand gebracht, het is een afweging. Het zal nooit iedereen
alles bieden wat hij wil, ook ons niet. Maar wij herkennen wel een aantal
uitgangspunten erin. Die uitgangspunten vinden wij belangrijk om die
regelmatig te toetsen, want één uitgangspunt in 1994 is aanvaard: dat wij
ons moeten realiseren dat ons beleid betekent dat wij niet iedereen in
Soest een huis kunnen bieden. Velen wonen er al, kunnen er blijven wonen.
Nu komt de vertekening van het beeld. Sommigen reageren op vrije-sectorwo
ningen. Er zijn er dertig in de aanbieding, daar reageren duizend mensen
op. Nu kun je uitleggen: die mensen willen een huis hebben. Nee, wat
gebeurt? Er zijn in Soest voldoende goedkope woningen, waarbij wij er
alleen niet in slagen de juiste mensen in die woningen te laten wonen. Dus,
degenen die bereid zijn te betalen, kunnen niet, want we gaan knabbelen aan
85 of 115 -want over die aantallen praten we- tussen nu en 1998. Het is
eigenlijk te zot voor woorden.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, mag ik de heer Krijger even iets
vragen? Betekent dat, mijnheer Krijger, dat u een voorstander bent van een
beter doorstromingsbeleid?
Heer KRIJGER (WD)Ja. En dat kun je bewerkstelligen door te zorgen dat er
in die categorie waarvoor mensen bereid zijn te betalen en daartoe in staat
zijn, gebouwd wordt in een juiste verhouding. Niet qua aantallen, de
kwantiteit, wel binnen de lijnen van de structuurvisie. Niet een stuwmeer
met zeven buizen die open staan, want dat is geen stuwmeer meer. Wij zeggen
op dit moment heel concreet: we kunnen best gedetailleerd gaan praten - de
heer Brunekreef kan wat sommetjes doorgeven- dat een aantal dingen met
verbaal geweld hier worden gebracht, maar doorgerekend miljoenen gaan
kosten en dan bouw je dus niet meer. Wat wij voorstellen is dit voorstel
van het college de inspraak in te laten gaan, belanghebbenden vanuit
particulier belang of bedrijfsbelang mogen daarop reageren en in maart
zullen we de bloedproef moeten doorstaan. Zijn wij in staat om beleidsvoor
nemens ook uit te voeren? Het lijkt me op dit moment dat het nog heel ?r(
wankel is, of wij in staat wederom beleidsvoornemens te vertalen in
18 januari 199 6
- 18 -
18
concreet beleid. we]
aai
Hei
dri
kor
da£
hoi
got