-10- den kunnen bieden om met goede plannen voor de dag te komen en niet alles maar met een zes-plus de wereld in te sturen, want dan gaat het niet goed. Dan de golfoorlog. Ik ben zeer verrast over de notulen van het portefeuil- lehoudersoverleg in de regio. Ik heb dat hier voor me, op bladzijde 3 wordt vanuit Soest door wethouder Ten Hove gezegd dat nummer 16 een rare locatie is -dat staat er letterlijk- dat is dus de locatie in de polder en dan zegt hij: nummer 17, de locatie Monnikenbos waar het gemeentebestuur wel een golfterrein zou willen realiseren, maar waar streekplanbelemmeringen op liggen. Nou, dat is voor de eerste keer dat u als college toegeeft -en ik moet dat ook de raad nog even onder de neus wrijven- dat er op dat terrein streekplanbelemmeringen liggen. Dat is voor het eerst dat u dat toegeeft. Het resultaat is dat het gewest heeft gezegd: nou, er zijn twee locaties die wel denkbaar zijn, dat is één in Eemnes en één in Amersfoort. Ik zou van u willen vragen of u dat ondersteunt en of u daarmee dan ook achter deze voorstellen wilt gaan staan. Dat houdt natuurlijk in dat wij ooit de raadsbeslissing terug willen draaien die we hier destijds genomen hebben over dit golfterrein. Voorzitter, mijn vijf minuten zijn om, begrijp ik aan uw gezicht te zien. Wij gaan straks weer verder en zeker woensdag wil ik terugkomen op andere terreinen waar ik nog graag met u over wil discussiëren. VOORZITTERDank u wel, mijnheer Visser, ik ben blij dat u mijn gezicht al zo goed kunt lezen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, hier in Soest en Soesterberg wonen wij in een mooi dorp of twee mooie dorpen, met Soestduinen erbij zijn het drie dorpen. Ik lees namelijk in sommige algemene beschouwingen dat je vooral ook Soesterberg apart moet noemen, omdat dat het gewoon goed doet. Ik dacht, dat doe ik nooit, want ik denk altijd dat het er gewoon bijhoort. Maar dan noem ik het nu maar eventj es Voorzitter, wij wonen hier in een mooi dorp, een omgeving in Nederland, op deze aardbol waarvan je best kunt zeggen dat je dankbaar mag zijn dat dat je geschonken is. Wij zijn beheerders van een stuk van deze aarde, beheer ders van datgene wat God ons gegeven heeft, waarvoor je dankbaar mag zijn dat je dat krijgt. Ik ben blij dat ik tegen u kan zeggen dat ik ook in B&W inderdaad beheerders zie die voor een heel groot deel hun taak erg serieus op zich nemen en op een goede manier op zich nemen. Er ligt dus een begroting voor ons waaruit blijkt dat we dat serieus nemen, dat we niet scharrelen met die taak. Het is heel lang geweest dat we op het gebied van milieu op een aantal gebieden erg slordige mensen waren. Nu kun je nog steeds zeggen dat wij op het gebied van bijvoorbeeld de wijze waarop we ons dorp inrichtingen nog steeds wel eens heel slordige mensen zijn, mensen die niet echt hart voor hun omgeving hebben. Dat betekent dat we niet zo lang geleden niet voor niks een bespreking hebben gehad met de welstandscommissie om te spreken over de vraag: kunnen we dat niet weer eens serieus oppakken? Ik ondersteun die gedachte van de heer Witte van harte dat wij dat weer eens systematisch en principiëler op moeten pakken. Wat willen we eigenlijk? Gaan we inder daad een beleid voeren in Soest dat een beetje indirect aangegeven is door de voorzitter van de welstandscommissie, waarin we slechts ons telkens in iedere omgeving hoeven aan te passen aan het slechtste wat er al staat? Dat is natuurlijk een rampenscenario. Maar de welstandscommissie geeft ons aan dat wij als raad de ruimte hebben gegeven om dit beleid te voeren en dat de welstandscommissie weinig mogelijkheden heeft om van dit beleid af te wijken, omdat ze het juridisch bijna altijd zullen verliezen. Dus wij hebben de taak om dit serieus te gaan formuleren op zo'n wijze dat niet alles kan in Soest. Want het is eigenlijk te droevig om los te lopen dat zes-plusjes, maar ook zes-minnetjes er gewoon doorkomen op vitale plaatsen in onze gemeente. Dat zou niet moeten kunnen. Voorzitter, een enkel ander punt. Als het gaat om dat beheer en om die zuinigheid, het feit dat we met waardevolle elementen te maken hebben -we hebben met hele waardevolle mensen te maken, schepsels van God- als je leest in de papieren dat we het afgelopen jaar weer drie doden in het verkeer hebben gehad en legio gewonden, dan is dat heel zorgelijk. We mogen ons daar ook bijna niet technisch van afmaken, we moeten daar van schrik ken, iedere keer weer. Die schrik moet op het gebied van verkeer, op het 14 oktober 1996

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 247