14 oktober 1996
15
gewerkt heeft. Bijvoorbeeld, we kijken nu hoe Voorwerk heeft gefunctio
neerd, hoeveel mensen na de eerste uitvoering van het project nog steeds
aan het werk zijn en als ze opnieuw werkloos zijn, of misschien van baan
veranderd zijn, hoe dat gekomen is. We doen ook een onderzoek op het
ogenblik naar het niveau van de Nederlandse taal, dat doen we in het kader
van die hele doorlichting. En dan krijg je natuurlijk ook een meetmoment,
waardoor je later de inspanningen die je doet nadat je iemand op een
traject hebt gezet, kunt meten. Overigens, als je het landelijk ziet,
zitten wij zeker niet qua succes, als je dat zo mag noemen, onder het
gemiddelde, ik denk dat we zelfs iets beter zijn.
Heer BOERKOEL (PvdA)
kunt meten.
Dat kunt u niet weten, want u zegt net dat u het niet
Wethouder BLOMMERS
Als u ziet dat wij
regio nog Europees
aangetoond dat die
allemaal, op grond
geen subsidie. Dus
die u bedoelt, kan
Nee, ik heb het nu over het succes van onze projecten,
bijvoorbeeld degenen zijn die als enige gemeente in de
geld krijgen voor de projecten omdat we tenminste hebben
doelmatig zijn. De andere projecten in de regio hebben
van het feit dat niemand daar het nut meer van inzag,
dat soort lijnen hebben we wel, maar de harde gegevens
ik inderdaad niet geven.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, dat zegt niets over de meting
van de effectiviteit
Wethouder BLOMMERSNou, ik vertel u net hoe we Voorwerk gaan meten.
Wat betreft de hondenbelasting, daar wordt een opmerking over gemaakt.
Hondenbelasting is, zoals u allemaal weet, een algemene belasting die nu
eenmaal de naam hondenbelasting heeft. Het is geen doelbelasting, dat kan
het ook niet worden volgens de wet. Wel is het zo dat de bedragen die wij
daarvoor binnenkrijgen voor een zeer groot gedeelte worden ingezet als
dekking van de maatregelen om de overlast door hondenpoep te bestrijden.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik zal pogen om de algemene beschou
wingen per partij te volgen. Een aantal zaken die op andere plaatsen ook
terugkomen, zal ik proberen mee te nemen.
Ik begin van de vragen van de WD, die opgenomen zijn in de algemene
beschouwingen. De vraag iskan het college al zeggen hoeveel woningen er
straks voor Soesters komen in het gebied Amersfoort, bedoeld wordt Vat
horst. Hoeveel woningen weten we nog niet exact, we hebben wel in het
verleden een intentieverklaring afgegeven vanuit het college dat wij bereid
zijn om voor de in te nemen woningen door Soesters een bepaalde vergoeding
te geven. Dat betekent per woning. Dat is nog niet exact uitgewerkt, dat is
nóg in onderhandeling. Er zijn twee methodieken. De ene methode is door
middel van fondsvorming, dat alle gemeenten een bedrag in een fonds
storten. Of een bijdrageregeling. De gedachte die wij in het college het
meest hebben kunnen steunen tot nu toe, maar nogmaals, daar moet duidelijk
heid over komen in de naaste toekomst, is een bijdrageregeling per ingeno
men woning door Soesters. Daar houden wij u van op de hoogte, van de
ontwikkelingen
De tweede vraag die u had, was: hoe staat het met de woonruimteverdeling,
wanneer ben ik aan de beurt met een woning? Dat is een moeilijke zaak -dat
is in het verleden ook altijd gebleken- om te gaan voorspellen wanneer
iemand in aanmerking komt voor een woning. Het oude systeem liet dat niet
toe en het nieuwe systeem laat dat ook niet toe. Wij kunnen alleen -dat
zijn metingen die we wel kunnen doen en dat wil ik ook heel graag in een
van de volgende commissies met de mensen eens wat nader doorspreken- meten
waar de woningen blijven, komen alle doelgroepen, van jong tot oud,
voldoende in aanmerking? Dan moet ik inderdaad constateren wat de PvdA ook
al zei, er is ruim gebouwd voor ouderen, daar is ook ruimte ontstaan, daar
kijkt men heel uitdrukkelijk nu al naar kwalitatieve wooneisen, heel anders
dan: een dak boven je hoofd. Wij zullen onze aandacht in het komende jaar
nog wat meer moeten gaan richten op huisvesting van jongeren. Dat kun je
doen door de regelgeving te veranderen, je kunt ook door een bepaald
stimuleringsbeleid in de zin van de bouw die wij met z'n allen in de
volkshuisvestingsnota hebben aangenomen, daarop te richten. Ik denk dat we