14 oktober 1996
- 43 -
dat geacht wordt een begroting aan deze raad voor te stellen, dat hij dat
in sluitende zin doet. Op het moment dat er veranderingen komen in die
begroting, dat het college dan voorstellen daaraan koppelt om die begroting
weer sluitend te krijgen. Dat heb ik gezegd. En een kerntakendiscussie,
mijnheer de voorzitter, is een van de mogelijkheden om te komen tot
bijvoorbeeld kostenreductie. Maar er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
Wat betreft de omvang van het tekort waarmee we nu geconfronteerd zijn
vanuit de rijksoverheid door de korting op het gemeentefonds, ja, mijnheer
Boerkoel, dat zal alleen maar groter worden, dat geeft u zelf al aan,
doordat de bestedingen van de overheid minder snel groeien -lees de analyse
die bij de tweede nota van wijzigingen zit- is de verwachting dat dat
alleen maar negatiever uit zal pakken voor de gemeente. Wat dat betreft
denk ik dat u zichzelf rijk zit te rekenen als u hoopt op douceurtjes
vanuit Den Haag. De praktijk leert nu eenmaal het tegenovergestelde.
Ten aanzien van het C-drie/biblio-project, mijnheer de voorzitter, -de
bedoeling is dat de opmerking aankomt bij mevrouw de wethouder- hoop ik dat
u in dit kader wel binnen de financiële randvoorwaarden zult blijven, in
tegenstelling tot het Orlando-projeet
Ten aanzien van de doeltreffendheid van het werkgelegenheidsbeleid heb ik
er werkelijk helemaal niks van begrepen. Maar u gaat wel heel erg creatief
om met allerlei zaken die daaromtrent spelen en ik zit eigenlijk ook met de
vraag die feitelijk naar voren is gebracht van: wat is nou inderdaad het
effect op een gegeven moment?
De openbaarheid van collegebesluitenDe voorzitter heeft in korte tijd
meerdere opmerkingen daarover gehoord, zowel in de commissie a.b.z. als
hier ook weer tijdens deze raadsvergadering. Ik vind dat u in dat kader te
luchtig omgaat met de kritiek zoals die naar voren is gebracht. Ik denk ook
niet dat het de juiste manier is om te zeggen van: rekent u ook nog maar
eens uit wat er in de voorgaande periode op dat punt is gedaan. Ik denk dat
de constatering is dat het aantal niet-openbare collegebesluiten toeneemt
de juiste is en wij zitten ons met z'n allen dus af te vragen waarom dat zo
is
Wij steunen het geheel van de verhoging voor Slachtofferhulp.
De brandweer, daar zijn vragen over gesteld door ons tijdens de commissie
behandeling. Hoe pakken de huisvestingslasten uit ten opzichte van de
situatie zoals we die op dit moment hebben? We gaan daar nieuwbouw plegen
en we hebben die vraag gesteld, ook al in een eerder kader, omdat de
besluitvorming hieromtrent toch wel een beetje erg het karakter heeft van:
hier hebt u een zak geld en gaat u het daar maar voor doen. Uw antwoord
komt daar eigenlijk ook op neer, van: we gaan wel eens kijken waar we
uitkomen. De vraag is: hoe verhouden de nieuwe huisvestingslasten zich ten
opzichte van de huidige huisvestingslasten?
Wat betreft de surveillanten, waar nu alweer een voorstel voor ligt om dat
met twee uit te breiden, zou ik graag de heer Meilof willen steunen in zijn
opmerking dat het raadzaam is als het hele politieapparaat een voorbeeld
zou nemen aan de zichtbaarheid van de surveillanten op straat.
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, gelukkig toch nog wat tijd, nadat mijn
rechterbuurman zijn lijstje afgewerkt heeft.
De sociale 06-11 die hebben wij daarstraks niet genoemd, maar wel in ons
stuk staan. Dus het moet duidelijk zijn dat wij daar in ieder geval willen
zorgen dat de samenwerking tussen eenzaamheidsbestrijding met de vrijwilli
gers voldoende van de grond kan komen.
Slachtofferhulp hebben we wel genoemd, ik ben blij dat daar een heleboel
andere partijen op ingegaan zijn, zodat ook dat binnen korte tijd opgelost
is
Museum Oud Soest. De heer Krijger en de heer Krol hebben daar beiden
behartenswaardige woorden over gesproken. Ik vraag me af of ze zich
realiseren dat de deadline voor het Museum Oud Soest en voor Artishock,
waar ik dadelijk even op terugkom, 1 februari 1997 is. Dus ik wil uw
opmerkingen daarover aanvullen met het verzoek aan het college om in de
laatste commissievergadering van dit jaar terug te komen op Museum Oud
Soest in combinatie met de Historische Kring, die daar ook rondomheen
zwermt en dan ook de Artishockgebeurtenissen mee te nemen. Artishock heeft
nu net als enige, vergeleken bij Oud Soest, wel gelden gefourneerd, die
brief ligt in ons postvak. Ze zitten in dezelfde moeilijkheden en ik vind