16 oktober 1996
-43-
verwerven, op die goedkopere manier te zorgen dat er woningen komen voor
die groep burgers die anders niet aan een eigen woning zou kunnen komen.
Gesubsidieerde woningbouw. Dus, met andere woorden, als wij het geld van de
één gebruiken om iets te realiseren voor de ander, is een heel gebruike
lijk, normaal mechanisme. Ik vraag in wezen alleen: als wij hier een ideaal
uitspreken ten aanzien van dit terrein, laten we dan ook dat hier mogelijk
maken, laten we ook dat in ons achterhoofd hebben, dat als over twee of
drie jaar het nog steeds mislukt is om iets te doen met het terrein, als
zich ergens iets voordoet, dat het dan mogelijk wordt dat we geld gebruiken
op een manier waar we nu nog niet aan gedacht hebben. Die ruimte wil ik
creëren, die ruimte wil ik openhouden. Ik zou het jammer vinden als door
uitspraken die té idealistisch zijn van een aantal mensen hier, zomaar
alles weggekaatst wordt en het alleen maar op de meest absolute manier
ingevuld mag worden. Daarom heb ik dit geformuleerd. Ik daag ieder uit om
alsnog hier ja tegen te zeggen, simpelweg omdat ik het jammer zou vinden
als dit stukje milieu-idealisme, het feit dat wij nu -misschien eens in de
vijftig jaar krijgen we zo'n mogelijkheid- het zomaar voor ons geschoteld
krijgen om op een hele goedkope manier een groot stuk grond terug te geven
aan de natuur, het niet zou halen. Ik hoop dat het bij u iets laat borre
len, dat het bij u iets laat ontstaan dat u ineens denkt: nou, inderdaad,
dat zal voorlopig niet meer gebeuren, laten we deze kans grijpen. Ik weet
wel, ik heb van verschillenden om de tafel al gehoord: ach, wij hebben
liever huizen, ach wij hebben liever dat er overal gebouwd wordt, enzo
voorts. Ik zou u uit willen dagen om erover na te denken dat het misschien
wel eens op andere stukjes van Soest moet gebeuren, we moeten nog bouwen,
alleen, dat het wel eens net zinnig zou kunnen zijn om van dit stukje te
kunnen zeggen: laten we een buffer, een groene buffer houden, of liever,
laten we een groene buffer maken. Die zullen wij hard nodig hebben in de
toekomst, ook voor andere mensen die hier ooit nog willen wonen. Sterkte.
VOORZITTER: Dank u voor deze toelichting.
Mevrouw SWINKELS (D66): Voorzitter, bij wijze van ordevoorstel. Vindt u
niet dat, na het aanhoren van de heer Meilof, het college wellicht enige
ruimte nodig heeft en tijd om zich samen te vertreden en dit nog eens te
overdenken?
VOORZITTERDat heeft het college vanmorgen al gedaan in de wekelijkse
vergadering
Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, laat ik dan maar naar de heer Meilof de
spits afbijten, zoals dat heet. Zonnegloren, Molendael heeft zijn hielen
nog niet gelicht of een partij stort zich op het terrein en suggereert
daarmee ook maar enige zeggenschap te hebben over wat daar gebeurtAls dit
nu eens geen terrein was van een stichting, maar een particulier huis dat
net gekocht is en tijdelijk even onbewoond is, en ik lees wat het GPV wil:
"nu geen besluit te nemen over de toekomst van het Sinaï-terrein" dan
suggereert ze daarmee alsof we daar net als bij een particuliere woning
enige zeggenschap zouden hebben.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, mag ik even heel kort interrumperen?
Herinnert u zich misschien -maar toen zat u niet in de raad- dat wij naast
de oude kerk een stukje grond hebben gekocht waar een huis van een particu
lier op stond, omdat wij een bepaald idealisme hadden?
VOORZITTERDaarom waardeer ik het zo dat de heer Menne toch gekomen is.
Heer JOUSTRA (BAM)Ik herinner het me, mijnheer Meilof, ik zat toen niet
in de raad, maar was een burger van Soest en als burger heb ik me bijzonder
kwaad gemaakt dat een plaats die suggereert woningen te weinig te hebben,
een woning gewoon vernietigt om een beter zicht te krijgen op de oude kerk.
Ik heb het toen schandalig gevonden. Terug naar de motie, voorzitter. Laten
we nu eerst eens gaan praten met de eigenaar. We zitten hier over een
terrein te praten dat niet van ons is. We hebben nog helemaal niet met
Sinai gesproken, we weten helemaal nog niet wat Sinaï ermee wil en we
suggereren hier dat we er een groene buffer van kunnen maken, alsof we het