16 oktober 1996 -55- begin van deze beleidsperiode worden we geconfronteerd met teruglopende gemeente-inkomstenDe kerntakendiscussie hebben we gehad, waarin de financiële problemen vooral door de collegepartijen duidelijk werden uitgemeten. D66 heeft steeds beweerd dat de soep niet zo heet werd gegeten. Mijn voorganger heeft dat herhaaldelijk zo genoemd. Dat was voor ons ook nog zo tot en met de eerste nota van wijzigingen, waarin ik in onze laatste commissie een vrij zonnig perspectief heb geschetst en nog duidelijke mogelijkheden zag voor nieuw beleid en daar ook een methode voor heb aangegeven. De tweede nota van wijzigingen heeft dit beeld ingrijpend gewijzigd. Weliswaar is er geen reden tot paniek, wij zien nog genoeg ruimte in de begroting, maar we zien in 1997 een tekort van een half miljoen en de meerjarenbegroting is verre van sluitend. Het verwondert ons dat hier niets aan gebeurt. Het college zegt weliswaar in de stukken: we nemen geen maatregelen, zelfs niet voor de voorjaarsnota en roept op tot terughoudendheid. Maar een serieus debat hier in deze raad over die financiële situatie wordt hier niet gevoerd en dat bevreemdt mijn fractie. Wij hebben in deze begroting geen nieuwe beleidsvoornemens ingediend, om het voorstel van het college te steunen. Ik denk dat we als enige fractie drie moties hebben ingediend die niet gaan over geld uitgeven, maar die gaan over: hoe kunnen we onze begrotingspositie verbeteren? Wij hebben vanavond een baaierd van moties meegemaakt, ik heb het niet opgeteld, maar ik denk dat het de ruimte voor financieel beleid die effectief iets van 330.000,-- was volgens mij, dus weer knap benaderen. Dat betekent dat ons tekort voor volgend jaar eigenlijk al weer groter zal zijn. Wij vinden dat we -om met de wethouder te spreken- ons absoluut in deze raad moeten beraden met z'n allen op deze situatie. D66 vindt dat pas op de plaats geboden is. In dit hoofdstuk wil ik eigenlijk beginnen met onze eerste motie. Ik geloof dat er door sommigen toch nog wat langer naar is gekeken, dus ik hoef hem niet helemaal door te gaan. Deze motie hebben we zodanig opgesteld dat zij een gedachtegang bevat. Het constateert een tekort, het is een vraag aan het college om met maatregelen te komen bij de voorjaars nota, het is de aankondiging in deze motie van een maatregelen betreffende de 38/36 uursoperatie -daar kom ik zo op terug- waardoor we minder geld uit kunnen geven. Ik geef de raad hierbij aan dat als we daar niet over zouden praten, die 38/36 uursoperatie met een 100% herbezetting, dat we dan in deze vergadering besloten hebben om dat zo te doen en er later niet op terug kunnen komen. Bovendien zit er een denkrichting in, in het laatste gedachtestreepje, naar VOORZITTERMotie nummer 28 praten we nu over. Heer ROEST (D66)Ja, nummer 28. Die loop ik nu even langs, voorzitter. De motie gaat ervan uit dat de omgang met de herbezetting van 38 naar 36 uur voor ons niet een vanzelfsprekende zaak is onder deze financiële omstandigheden. We willen erover nadenken. Dat hebben andere gemeenten ook gedaan. De gemeente Baarn bezet volgend jaar 66% opnieuw en de rest moet uit doelmatigheid komen. Er is nog een andere manier om het op te lossen. De gemeente Zevenaar, kunnen we in een van onze bladen op de leestafel lezen, bezet 50% opnieuw en 50% moet er uit de doelmatigheid komen. Die herbezetting vullen zij op een originele manier in, zij maken het mogelijk aan werkzoekenden in de gemeente om met behoud van uitkering zich in te werken in het gemeenteapparaat. Ze kunnen later -dat is een gegarandeerde zaak- een functie binnen het gemeentelijk apparaat krijgen. Talloze manieren om om te gaan met de herbezetting. Het rijk doet aan 80% herbezet ting. Wij zijn heel voorzichtig in deze motie geweest, in de toelichting, we zijn ervan uitgegaan dat we 150.000,-- (een half procent van het beïnvloedbare deel van de begroting) nodig hebben. Dat betekent dus dat we voor het eerste jaar -de bedoeling is wel dat het achter elkaar zou kunnen- 13% niet herbezetten. Dat komt neer op twee arbeidsplaatsen. Nou zijn arbeidsplaatsen ons ook ontzettend veel waard, maar voor ons heeft op dit moment de begrotingspositie een heel belangrijke waarde gekregen. VOORZITTERKunt u meteen, als ik u mag interrumperen, aangeven hoe het werk dan gedaan moet worden? U laat een hoop werk liggen, u zet er geen arbeidsplaatsen naast.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 344