2- 16 oktober 1996 -63- genomen om te weten welke feiten en gegevens nodig zijn om beslissingen te gaan nemen. Daar hoort het hele verhaal met de plankosten bij van: wat speelt mee? We hebben nadrukkelijk afgesproken dat we op twee momenten zullen horen wat de metingen zijn, hoe het zich ontwikkelt. Dat gaan stopzetten vinden wij niet juist. Een meerderheid, nemen wij aan, vindt dat niet juist. Met betrekking tot het amendement van BAM, dat komt in tweede instantie. We moeten het nog lezen en de tekst is langer dan ik dacht. Wethouder TEN HOVE: Voorzitter, ik heb al in de eerste ronde van deze dag deze motie in mijn verhaal meegenomen en het toen afgewezen, om de reden dat we bezig zijn om plannen uit te werken op grond van een raadsbesluit van 21 maart jl. Ik denk dat het van belang is dat die planvoorbereiding ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd en dat daarbij besparingen in de zin van dingen uitstellen niet aan de orde zijn, wat mij betreft. VOORZITTER: Dan geef ik wethouder Van Logtenstein het woord om op het amendement van BAM te reageren Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, er wordt voorgesteld om uit een bepaalde post -dat is 211.01- gelden te halen voor een ander doel. Nou moet ik vaststellen dat 211.01 een post is waarop uren van ons eigen personeel worden verantwoord. Dat zijn dus de ingeschatte uren van het eigen perso neel. Dat betekent, als we dit verschuiven, dat we personeel moeten ontslaan. Dat willen we feitelijk niet voorstellen, dus ik moet het afwijzen. Heer VISSER (GL/PS)Over die laatste motie van BAM, die ik net gelezen heb, ben ik het eens met de wethouder, dat het geen zin heeft om dat te doen. Wat die andere motie van D66 betreft, die is wel sympathiek maar het zet toch te weinig zoden aan de dijk om de acht ton Ik heb inmiddels op mijn sigarendoosje uitgerekend dat we niet op vijf ton zitten, maar inmiddels op acht ton uitgaven, vanmiddag. Daar is niet zo'n behoefte aan. VOORZITTER: Dit was de voorzitter van de rekenkamer. Het werkt al, u merkt het Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, dank voor het antwoord van de wethouders. Planvoorbereiding moet uitgevoerd, dat staat ook met zoveel woorden in mijn amendement. Ik heb niet gezegd: het moet niet uitgevoerd worden, maar we hebben er nu nog niet zo'n behoefte aan, omdat we pas effecten kunnen meten als het Koningswegtracé klaar is. Dan kunnen we de effecten meten en aan de hand van die effecten bepalen wat er eventueel meer moet gebeuren. Je kunt nu natuurlijk zeggen, daarom heb ik ook niet het hele bedrag genomen: er moet wel een plaatje gemaakt worden van de huidige situatie, die moet dan afgezet worden tegen de nieuwe situatie. Dan kunt u daaruit een conclusie trekken van: we moeten wel of we moeten niet, dit moet of dat moet. Maar daar hebt u twee getallen voor nodig, een getal voor de reconstructie van de Koningsweg en de in het verlengde daarvan liggende wegen. Dat plan moet uitgevoerd worden en daar krijgt u de gelegenheid voor. Maar het meeste werk is pas aan de beurt als de Koningsweg klaar is, als dat hele tracé klaar is. Dan pas kunt u goed aan het werk gaan. Dus dat geld hebt u nu nog niet zo nodig. Daaruit is het idee bij mij ontstaan om het geld dat niet nodig is dan te gebruiken voor werk aan de straten. Dan hebben we daar weer personeel voor nodig. Nou begrijp ik best, mijnheer Van Logtenstein dat je het personeel dat bezig zou zijn met de planvoorbereiding niet kunt inzetten voor straten maken. Maar ik kan me wel voorstellen dat voor die mensen op dat moment ander werk te vinden is. Ik zou haast zeggen, ik hoor niet anders dan: we zitten in tijdnood, dan doen de mensen die het plan moeten voorbereiden Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Maar welke besparing realiseert u dan? Legt u me dat dan nog even uit Heer GLASTRA (BAM)Ik heb geen oog op een besparing, alleen: het geld op een andere manier besteden. En ik maak me dus zorgen over de onverharde

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 352