16 oktober 1996 -67- optimistische situatie dat wij ervan uitgaan, door deze motie mede te ondertekenen, dat Museum Oud Soest -even los van de rol van de gemeente- erin zal slagen in de loop der jaren steeds meer steun te krijgen uit de gemeenschap, waardoor de bijdrage van de gemeente afgebouwd kan worden. Dat kan een gewone momentopname zijn voor nu en drie jaar. Dat kan gebeuren. Desalniettemin zeggen wijwel het overleg starten, want we kunnen verwach ten dat ze bepaalde zaken ook daar gaan doen, die wij aantrekkelijk vinden. Dat kan betekenen dat deze financiering voor deze begroting het komende jaar dan leuk is, maar waar we toch toe willen op de langere termijn naar een betere invulling van het verhaal. Nu is het de boel een beetje redden, zo mag het wel genoemd worden, later op de avond. Een beetje redden door te zeggen: het hoort uit de S.I.R. nee. Wij geven aan: dit kan, het moet opgenomen worden in het verhaalmaar we vinden de S.I.R. daar niet voor bedoeld. We hebben er heel bewust over gesproken wat die moet zijn, die is echt voor nieuwe dingen. Het zou nadelig zijn als er toch nog echt nieuwe dingen kwamen, dat het niet kan omdat het hiervoor gebruikt is. Dus ik zou u mee willen geven: de dekking wel beter te vinden dan we nu zo even voor ogen krijgen. Mevrouw HUGEN (BAM)Ik heb eigenlijk alleen maar een opmerking. Is het nodig dat deze motie in stemming gebracht wordt? Het grootste gedeelte heeft het al ondertekend. VOORZITTERJa, er is gevraagd om stemming, dus ik vraag ook aan uw fractie of u voor of tegen bent. Uw fractie is voor. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, in de tekst van de motie wordt niet aangegeven dat de dekking gehaald moet worden uit de Soester Innovatie Regeling. Ik kan u wel verzekeren dat ik daar eigenlijk wel blij om ben, omdat het natuurlijk op deze manier ermee omgaan niet geheel aansluit bij de bedoelingen waarmee mijn fractie in ieder geval dat plan heeft willen lanceren. Ik heb dat overigens zo vaak uitgelegd dat ik het nu niet nog een keer ga doen. Aan de andere kant legt u hier wel een uitdaging voor het Museum Oud Soest op tafel en dat heeft wel weer een aantrekkelijk karakter. Het zou kunnen betekenen dat ze bij het museum erover gaan nadenken hoe ze daarmee uit de voeten kunnen. Dat betekent dat er een minder groot beslag is op de structurele middelen. Ten tweede zouden er wel eens hele goede ideeën uit voort kunnen komen hoe je zoiets dan moet gaan opzetten. Dus de gedachte om het aan het Museum Oud Soest voor te leggen, zou ik willen onderschrijven. Als je daarvan uitgaat, kunnen we ons ermee verenigen. Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, dit nieuwe voorstel kan ons niet zozeer bekoren dat we terugkomen op ons vorige besluit Heer VISSER (GL/PS)Een creatieve motie, voorzitter. VOORZITTERU bent voor. Ik constateer dat de meerderheid van de raad voor deze motie is. Die is hiermee aanvaard. Hoofdfunctie 6. Sociale voorzieningen en maatschappelijk werk. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, om te beginnen, traditiegetrouw, willen wij de wethouder weer twee boekjes overhandigen. Het boekje «Bijzon dere bijstand, nieuwe ruimte en mogelijkheden» en het boek «Bijverdienen in de bijstand», het zijn hele recente boeken, uitgegeven door het FNV, een andere benadering misschien. Ik geef ze u straks via de bode. Voorzitter, waar we met u over willen spreken, een voorstel kan ik het niet noemen, want er is geen voorstel, maar er ligt een nota over de bijstand. In de laatste commissie hebt u ons toegezegd dat deze nota betrokken zou kunnen worden bij deze begrotingsbehandeling. Maar in de nota zijn nogal wat zaken genoemd. En er ligt uiteindelijk in de nota ook niet een voorstel dat u doet. Er ligt wel een stuk nieuw beleid in, maar of u dat ook wilt doorvoeren, is ons niet duidelijk. Normaal gesproken krijgen wij een raadsvoorstel van u, waarin de mening neergelegd is van het college en die zou dan met heel veel streepjes kunnen inhouden dat we op dat streepje, op dat onderwerp een keuze kunnen maken. Maar we hebben nu niets. Onze zorg is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 356