16 oktober 1996
-68-
nu dat we eigenlijk praten over een bedrag waar we geen van allen van weten
wat het gaat worden, behalve datgene wat u als nieuw beleid hebt gedefi
nieerd, waarvan wij dan niet weten of dat het dan moet gaan worden.
Inmiddels liggen er diverse moties. Wij hebben dat niet gedaan, omdat we
niet weten hoe het verder moet. Als voorbeeld: als we nu kijken dat hier in
deze raad door iedereen vaak uitgesproken is dat het reductiefonds beter
toegankelijk zou moeten zijn, dat er meer gebruik van gemaakt zou moeten
worden, dan hebben wij in onze algemene beschouwingen een aantal voorstel
len gedaan, bijvoorbeeld om een volkstuin te honoreren, of een huiswerk
klas, bijvoorbeeld luister- en kijkgeld, of een CAI-aansluiting. Maar of u
dat wilt, kan ik niet halen uit de voorstellen. De deelname, zegt u, wordt
vergroot naar 150,-- Daarmee zouden mensen mogelijkerwijs sneller dan tot
nu toe het geval is, een beroep gaan doen op dit fonds. Dat is best
mogelijk, maar er liggen meer wensen -ik heb moties gezien van Gemeentebe
langen Groen Soest- misschien moet je zeggen: als we dat allemaal gaan
honoreren, moet het bedrag van 100,-- blijven staan als dekking van
datgene wat u hebt opgevoerd, want anders wordt het misschien financieel
gesproken wel een te groot gat. Wij hebben een voorstel bij u neergelegd om
te kijken of er een spreekuur zou kunnen komen, waar mensen neutraal binnen
dit huis hun formulieren zouden kunnen laten invullen. Je hoort nogal eens
van ouderen dat ze zeggen: u hebt wel seniorvoorlichters, maar die ontmoet
ik ook de dag erna weer op het kopje koffie in het dienstencentrum en zij
hoeven niet te weten hoe mijn financiële zaken in elkaar steken. Dus die
mensen doen prima werk, ze weten van de hoed en de rand, maar zijn niet
altijd de personen waar mensen met hun huishoudboekje naartoe willen. Ik
weet niet wat u vindt van dat voorstel van dat spreekuur, daar heb ik niks
meer over gehoord. Wij denken dus dat het nu buitengemeen onduidelijk is
wat we nu met elkaar vanavond kunnen, moeten en mogen besluiten binnen
bepaalde financiële randvoorwaarden, of zeggen we: het zijn allemaal
openeindregelingen, u gaat uw gang maar. Dat vind ik prima, maar dan moeten
we dat even met elkaar helder in beeld brengen. In de commissievergadering
is ook gezegd: daar waar het gaat om het reductiefonds, hadden we daar ooit
een bedoeling mee. Het was om mensen het huis uit te krijgen, om mensen
eens even iets te laten doen zonder die vier muren om zich heen. Prima, dat
was een openeindregelingMaar als we daar de krant bij onder gaan brengen
voor 150,-- dan zal de toename op dat fonds sterk vergroot worden. Als we
het kijk- en luistergeld eronder gaan brengen, prima, ook dan zal er meer
belangstelling zijn voor dat fonds. Blijft het dan nog een openeindregeling
in uw optiek? Wij hebben er wel een mening over, maar wij willen graag
eerst uw mening horen. Als we alle zaken die door het reductiefonds bij ons
gedeclareerd kunnen gaan worden, zoals ik net noemde de krant, kijk- en
luistergeld en alle andere zaken die er nu ook al in zitten, dan moet dat
gebeuren door een ambtenaar in dit huis, op basis van strookjes, rekeningen
en bonnetjes die moeten worden overgelegd. Die ambtenaar kost 12 0,-- per
uur. Ik zou wel eens willen zien hoeveel tijd er ambtelijk gemoeid is om
alle zaken die we dan in het fonds onderbrengen, in arbeidsloon terug te
zien a raison van 120,-- per uur. Ik heb geen idee. Met andere woorden,
wij willen graag een soort kosten-batenanalyse van: wat willen we er nu mee
en hoe ver kunnen we dan gaan? Nogmaals, het is leuk om het reductiefonds
te houden zoals we het hebben door te zeggen: u krijgt van ons een entree
kaartje voor de dierentuin of voor een concert in Utrecht, maar u moet
vervolgens wel voor een tientje een strippenkaart kopen en als u toevallig
ook nog een kopje koffie wilt voor drie gulden, dat betalen we niet. Veel
mensen zeggen daardoor: dan ga ik ook maar niet op dat uitje, want het kan
er eigenlijk niet vanaf. Helderheid is dus op zijn minst geboden. Ik denk
dat er daarom -ik zou haast zeggen als ordevoorstel- voordat we gaan praten
over de moties, van u eerst helderheid meet komen.
VOORZITTERDeelt u de mening dat ik eerst de wethouder het woord geef om
op dit punt duidelijkheid te geven? Ik denk dat het de zaak kan verhelde
ren.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik wil een poging doen. Wat wij
hebben gedaan begin oktober in de commissie, is de notitie minimabeleid die
heet «Kan het ietsje meer zijn» bespreken. Dat hebben we gedaan, wetende
dat het een bepaald budget wasEr was een bepaald budget beschikbaar en