16 oktober 1996 - 7 - ara zo, t ieder geval voor pleiten om vanavond het ARP wel vast te stellen, hoewel er best moeilijke punten in zitten, dan te starten met het ARP en misschien van daaruit te kijken naar verfijningen. Dan op dit moment geen landschaps elementen aanwijzen kleiner dan vijf hectare, dat we die dus niet specifiek aanwijzen, maar wel die gebieden en de omgeving goed in de gaten houden en op het moment dat er problemen zijn, je binnen de kaders van het land schapsbeleidsplan daar alsnog actie op kunt ondernemen. Dus op dit moment zouden wij kunnen zeggen: we gaan akkoord met het voorstel zoals dat door u aan ons is voorgelegd. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, er is in de commissie uitgebreid over gesproken en uiteindelijk hebben we de wethouder twee vragen meegege ven, want de wethouder had nog een overleg van de portefeuillehouders, regionaal. Die twee vragen behelsden dus of er een staffeling eventueel aangebracht kan worden bij de 25% korting bij aankoop van ammoniakrechten. En de tweede vraag was of de gemeenten in de regio eventueel bereid waren om het verzoek van de landbouworganisaties te ondersteunen naar de provin cie en de overheid toe, om een herziening van de indeling van Oost-Utrecht te bekijken, omdat wij in 1986 als overschotgebied zijn aangemerkt en wij sterk de indruk hebben dat dat allang niet meer het geval is, dat we eigenlijk een tekortgebied zijn. Ik zou graag willen weten van de wethouder wat dat voor resultaat gehad heeft. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik wil alleen maar één zin voorlezen en aan u vragen om voortaan Nederlands te gebruiken. De laatste zin voor milieuaspecten staat: "Gelet op de Soester situatie, de afstanden naar het bos waarbij de berekening van de depositie dan rekening mee gehouden dient te worden en het feit dat de verzuring niet meer kan toenemen, is het niet zinvol deze gebieden door middel van een apart op te stellen verordening aan te wijzen." Ik veronderstel dat er in deze zaal denkbaar iemand zou kunnen zijn die zou kunnen bedenken wat hier staat. Meer ook niet. Ik veronderstel zelfs dat hier iets belangrijks zou kunnen staan. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ARP ligt in onze kringen natuurlijk toch wat anders, vanuit de historie gezien. Die zin is inderdaad moeilijk, maar de hele stof is moeilijk. Ik zal het nog eens bezien voordat we het definitief uitzenden, maar de intentie is wel duidelijk: de verzuringsge- voelige gebieden en de beperking ten aanzien van de afstanden. Mevrouw Huberts zei het ook al, het is hele moeilijke stof. U moet het een beetje vergelijken met het opstellen van een CAO. Dat gebeurt landelijk en op een gegeven ogenblik wordt die van toepassing verklaard. Dan heb je er plaatselijk niet zoveel meer mee te doen. Datzelfde is hier ook aan de hand. Het is een keuze, je stelt een ARP vast of je doet het niet. Maar dat betekent dat dan de sector wordt benadeeld, want dan is er helemaal niets mogelijk, nu is er iets mogelijk binnen de regels van het ARP. De twee vragen die mij gesteld zijn. Er is gevraagd: is er een kortings- staffeling mogelijk? Dat heeft de heer Van den Breemer in de commissie gevraagd. Ik heb die vraag opnieuw gesteld. Hij was al eerder in het regionaal overleg besproken, dat kunt u zien aan de reactie op de commis sieadviezen, dat daar al een aantal malen over gesproken was en dat het feitelijk niet meer besproken kan worden. Dat is dus ook gebleken in het gewestelijk overleg, dat er niet meer opnieuw kan worden ingebroken, want dan zou het kaartenhuis opnieuw in elkaar vallen. De tweede plaats waar ik die vraag gesteld heb is bij de gedeputeerde, om te toetsen of, als wij die verandering zouden invoeren, het eruit gehaaid zou worden via het toet singskader van de provincie. Het antwoord is: ja, dan zou het eruit gehaald worden. Dus dit moet u zien als het maximaal mogelijke en vanuit die positie kijken we naar de toekomst. Wat hebben we daarnaast nog gedaan? We hebben van de regio op initiatief van ons een brief laten uitgaan naar de LTO, om op het moment dat het ministerie dat concentratiegebied, het overschotgebied opnieuw gaat bezien, in wezen te bereiken dat Eemland van de lijst wordt afgevoerd. Meer heb ik niet kunnen doen en met die gedachte moeten we het wel steunen. Mevrouw SWINKELS (D66)Ik ben het volledig eens met mevrouw Huberts over die kleine landschapselementen. Ik had het zelfs liever nog wel in een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 386