21 november 1996 - 10 - belang. In deze afweging zeggen wij: datgene wat nu is voorgelegd, zijn drie modellen. Eén model is niet bedoeld door ons en ook niet acceptabel voor degenen waar het om draait, de familie Van Vulpen en de familie Kers, die daar wat willen gaan doen waardoor wij in staat zijn beleid te realise ren tot herstel van de dorpsrand, herstel open ruimte en doorzicht. Een tweede model laat de boel aardig in het midden, het is geen compromis, dat is gewoon zorgen dat een deel van de bestemming om te werken daar intact blijft, dat een deel van de ruimte buiten het bebouwde dat geaccepteerd kan worden, kan worden gebruikt, los van dienstwoning en erf dat erbij hoort. Model drie lijkt erop, maar wij hebben begrepen dat de meeste consensus bereikt zou moeten worden op model twee. Dat zullen we zo meteen bij de stemming ook kenbaar maken waarom. Eén ding wil ik nog toevoegen. Al het gedoe betreuren wij, omdat het eigenlijk begon met het in staat stellen dat één iemand die daar tot in lengten van jaren in een noodwoning kan blijven wonen, eens een normale woning kan krijgen. Als wij die ruimte niet bieden, dan blijft daar tot in lengten van jaren plankje voor plankje een woning staan die steeds wordt vervangen VOORZITTERVoordat ik anderen het woord geef, is het wellicht goed te vermelden -voor zover u dat niet uit de raadsstukken hebt begrepen- dat het college geen standpunt heeft ingenomen. We laten de keus aan u als raad over, maar voordat het straks tot besluitvorming komt, is het misschien goed dat ik verklaar dat de collegeleden vrij zijn om te stemmen in de richting die zij zelf willen. Heer ROEST (D66)Voorzitter, mag ik daar iets over vragen? Wij hebben bij de commissiebehandeling te horen gekregen dat het college voorstander was van model 1. Is dat inmiddels gewijzigd? VOORZITTER: Het raadsvoorstel zoals dat hier nu voor u ligt, daar gaat het om en daarin vindt u niet terug dat er een voorstel is van het college. Heer ROEST (D66)Voorzitter, dat is mij opgevallen tijdens de behandeling, ik heb dat ook expliciet aan de orde gesteld dat mij dat opviel, dat we een voorstel kregen met drie mogelijkheden waaruit de raad kon kiezen en dat ik dat een merkwaardige zaak vond. Het antwoord daarop was dat het er dan wel niet zo duidelijk in stond, maar dat het college voorstander was van model 1 VOORZITTERHet is misschien goed dat wethouder Ten Hove dat even toelicht. Wethouder TEN HOVEJa, voorzitter, ik heb inderdaad in de commissie gezegd dat de meerderheid van het college voor model 1 was, dat klopt. Heer ROEST (DS6)Voorzitter, als ik daar dan nog even eigenwijs over mag doen? Dat is dus een feit. In de tussentijd is er dus iets veranderd. Normaal geeft u de overwegingen bij een besluit weer. Kunt u nu uw overwe gingen bij deze verandering van het besluit misschien aan ons weergeven? VOORZITTER: Er is geen besluit. Er ligt een raadsbesluit en er bestaat verschil van mening over de interpretatie van dat raadsbesluitWij vragen als college aan de raad: geef ons een stuk duidelijkheid hoe wij dat raadsbesluit moeten interpreteren. Dus daar hoeven wij geen standpunt over in te nemen. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Maar, voorzitter, in de commissie is inderdaad het standpunt ingenomen dat het college model 1 als VOORZITTER: Maar dat staat in de tekst nergens. Dus de wethouder heeft mondeling verklaard Heer WITTE (GGS)Voorzitter, we mogen toch aannemen dat de wethouder weet wat er in het college is afgesproken? VOORZITTERJa. En de wethouder heeft het juist weergegeven. Maar dat laat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1996 | | pagina 399