O -
19 december 1996
■Ie
VOORZITTEROf betrekken bij nieuw beleid, waar we dit soort zaken afwegen.
Mevrouw Blommers wou nog doorgaan met de beantwoording en dan ga ik naar de
tweede termijn.
Wethouder BLOMMERSJa, ik wil nog even reageren op de opmerking van de
heer Meilof. Ik zou u toch willen vragen om nog eens heel nadrukkelijk te
lezen wat ook onder verantwoordelijkheid van de wethouder van verkeer is
geschreven, namelijk: de suggestie om de snelheid van het verkeer op dit
wegvlak in toom te houden met bijvoorbeeld, of met behulp van snelheidsca
mera's is de moeite waard nader onderzocht te worden. Er spelen twee
aspecten een rolWij zeggen nietwe nemen het wegvak en daar doen we
niets aan. We zeggen: dat aspect van het in toom houden, daar kijken we
naar. Daar gaan we nog naar kijken, daar komt dus nog een voorstel over. Ik
wil er toch op wijzen, dat is misschien ook goed ten opzichte van de
opmerkingen van de BAM: er zijn geen potjes, u hebt een begroting samenge
steld, u weet precies wat voor geld er is en of u dat nou uitgeeft in
oktober bij de begroting of bij de voorjaarsnota, de twee geëigende
momenten daartoedat maakt niet zo erg veel uit
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, het lijkt nou toch een beetje
alleen maar te gaan over de motie. Ik wil daar dan ook nog wel even op
inhaken. Er zijn natuurlijk een aantal opmerkingen gemaakt, ook net door de
-in dit geval plaatsvervangend- wethouder. Maar als ik kijk naar de
conclusie, ambtelijk gesproken, dan staat er met name op dat wegvak de
conclusie: "de snelheidsremming met uitbuiging ter hoogte van de Varen
straat en de Obrechtstraat stemt niet overeen met de functie van de
Koningsweg, we stellen u voor deze voorzieningen af te wijzen." Nou heb ik
eens een keer in de krant gelezen dat de grootste partij in deze raad ook
al tegen hobbels en bobbels is, dus uitbuigen kan die hobbels en bobbels
ook niet. Dan blijft er weinig anders over dan op een manier toch de
snelheid in de hand te houden. Ik deel dus ook de mening van de heer Witte,
die zegt: als je een keer zo'n prent gehad hebt, dan kijk je daar wel uit.
Ik heb er geen enkele moeite mee als hij een amendement op dit voorstel
inbrengt om te zeggen: laten we het dan zo doen en misschien kost het dan
iets meer, dat het ook op andere plaatsen inzetbaar is. Dat lijkt me prima.
Maar we proberen nu op deze hele straat het verkeer te vertragen om het
veiliger te maken, om het toe te spitsen onder andere op fietsverkeer
oversteekbewegingen te bevorderen van fietsers en van voetgangers en de
dure rotondes eruit te halen. Dan resteert er één stukje van de straat en
daar passen we dan geen enkele maatregel toe, terwijl we weten -de heer
Meilof gaf dat terecht aan- dat ook de politie zegt: iedereen rijdt daar
hard. Ga daar zelf maar eens rijden, je hebt werkelijk het gevoel als je
daar vijftig rijdt, dat je stapvoets rijdt. Laten we dan toch in vredesnaam
proberen om nu in ieder geval het financieel te regelen, want het gemak
waarmee gezegd wordt: we regelen het wel even bij de voorjaarsnota, terwijl
we weten dat de situatie bepaald niet rooskleurig is, denk ik dat deze
wethouder van financiën in het kader van de voorjaarsnota zal zeggen: het
spijt me, geachte raad, maar het is over en uit. Dus in die zin wil ik
gewoon de financiële randvoorwaarden van deze raad horen, dat welke
maatregel er ook komt, we niet achteraf zeggen: het is leuk dat we het
onderzocht hebben, het is leuk dat we met elkaar tot een bepaalde conclusie
komen, maar de pot is leeg. Dat is een beetje de intentie van de motie, u
mag hem overnemen, geamendeerd zoals de heer Witte doet. Het argument van
het CDA om te zeggen: ja, maar de politie Ik vind het een gemak, want
als er morgen daar tien mensen zich om wat voor reden ernstig in de
kreukels rijden, dan moet er ook proces verbaal worden opgemaakt en dan kan
het ineens allemaal wel. We hadden zoiets als in Soest van: we doen aan
preventie en ik vind dat we dat dan ook moeten doen en dat we dat ook
moeten laten overkomen, want anders zijn we gewoon verkeerd bezig.
Heer ROEST (D66) Voorzitter, ik stel vast ten aanzien van het onderwerp
dat er een gemeenschappelijke zorg is van het college en de raad over het
hard rijden bij dit onderwerp. Dit dramatische pleidooi van mevrouw
Stekelenburg grijpt me echt aan. Maar vaststaat dat we hier iets aan willen
doen met z'n allen. Alleen zoeken we, het college heeft het geformuleerd,
naar de beste manier. Mijn fractie heeft gezegd: die maatregel met came-
- 11 -
n
e
te
r
dig
je
tij
val
un
[rag
:n
ta-
.1-
mee
it
ït
en
:ind
ran
:s-
L
tier
ten
Ite
.e-
ten
iet
t
op
tg en
zin
>n
>rm
ter
dan
>n,
:a,