- 47 -
houdersoverleg in oktober. Daarmee kom ik op een stukje besluitvorming. In
het portefeuillehoudersoverleg is in eerste instantie de inzet geweest van
de voorzitter ter plekke om te kijken in hoeverre de gemeenten in het
gewest Eemland een gemeenschappelijk standpunt zouden kunnen bereiken. Er
is daar toen afgesproken: in een eerste ronde zou getoetst worden wat de
standpunten van de diverse colleges zouden zijn. Ik heb daarover gerappor
teerd, zowel in de commissie van 3 als van 31 oktober. Ook de bijbehorende
stukken zijn toen onmiddellijk ter inzage gelegd. Dus een ieder heeft zich
denk ik wat dat betreft op de hoogte kunnen stellen van datgene wat zich
afspeelde. In de vervolggesprekken, met name eind oktober, hebben verschil
lende colleges daarover gerapporteerd. Toen bleek dat er een bepaalde
diversiteit aan meningen was. Er is toen vervolgens afgesproken om in de
volgende ronde dat in de commissies van de verschillende raden te brengen.
Ik heb de weg gevolgd die we daarover in het portefeillehoudersoverleg
hebben afgesproken. Bovendien heb ik in de commissie gezegd: het feit dat
we dat in deze maand bespreken heeft u ook in de gelegenheid gesteld om
zoveel mogelijk informatie daarbij te betrekken.
Inhoudelijk heb ik ook in de commissie aangegeven dat model 4 het college
aanspreekt omdat het uitgaat van zoveel mogelijk bouwen, het maximaal
benutten van de ruimtelijke mogelijkheden op het nieuwe land en de schaarse
ruimte die we op het oude land hebben zoveel mogelijk ontziet. Daaraan zijn
uiteraard gekoppeld de wensen om tot een bepaalde infrastructuur te komen.
Dat zou betekenen dat je de infrastructuur Amsterdam-Almere-Amersfoort zou
moeten krijgen. Bovendien geeft dat ook meer mogelijkheden naar mijn
mening, om Flevoland te ontwikkelen, zowel wat het industrieterrein met
name ook wat de bedrijfsterreinen betreft.
Ook in de commissie is aan de orde gekomen dat het van groot belang is om
de werkgelegenheid zo dicht mogelijk bij de woongebieden te brengen. In
Nederland, in de randstad met name, worden we geconfronteerd -dat vindt u
ook in de stukken- met de zogenaamde arbeidsmarktparadox. De werkgelegen
heid bevindt zich in de randstad en de mensen hebben de neiging om te gaan
wonen in de gebieden waar wij ook een deel van uitmaken. Door model 4
stimuleer je met name de werkgelegenheid in Flevoland, waardoor de mobili
teit waar we ook zo graag met z'n allen aan werken, wordt teruggedrongen.
Dat was de motivatie in belangrijke mate van het college om voor model 4 te
kiezen, met de aantekening dat het aantal woningen van 25.000 bij Vathorst
ons ook te veel van het goede zou zijn en dat dat op een lager aantal zou
moeten uitkomen.
Wat de terugkoppeling naar het portefeuillehoudersoverleg betreft, uiter
aard breng ik het standpunt over zoals dat door de raad wordt ingenomen. Of
dat nou voor model 4 of voor model 2 is, er is altijd daarnaast een
nuancering aan te brengen dat er ook andere geluiden in een raad tot uiting
komen. En zo gebeurt het ook door de andere portefeuillehouders. Het lijkt
me een goede manier van met elkaar van gedachten wisselen.
De opmerking van de heer Visser zou ik nog willen beantwoorden over
betalen. Toevallig zijn in het portefeillehoudersoverleg die twee punten
steeds tegelijk ter sprake gekomen, zowel de Oostflankstudie als de vraag
van Amersfoort: kunnen jullie bijdragen in Vathorst, als ik het heel simpel
zeg. Voor die vraag van Amersfoort loopt een apart traject, daarover zult u
ook apart geraadpleegd en geïnformeerd worden. We zijn nu nog in een fase
dat Amersfoort -ik heb dat ook in de commissie gezegd- voorstellen zal
uitwerken hoe zij dat dan zien. Daar zijn dus nog geen beslissingen over
genomen, maar uiteraard neem ik datgene wat er ook in de commissie over
gezegd is vanuit de verschillende fracties in de discussies verder mee.
VOORZITTERMag ik een poging wagen om te kijken of we de tweede ronde niet
hoeven te voeren? Ik constateer dat er een meerderheid is in deze raad voor
model 2
Mevrouw SWINKELS (D66)Voorzitter, ik wil dan graag even weten hoe groot
die meerderheid is.
VOORZITTERZoals ik het nu gezien heb is 14 tegen 11. Dus er is een
meerderheid voor model 2Daarbij heeft de wethouder gezegd dat hij de
geluiden die in deze raad gehoord zijn vanavond, mee zal nemen. Maar er is
een meerderheid voor model 2, dat is een conclusie. Kunt u zich daarin
- 46 -
18 januari 199 6