25 april 1996
- 8 -
gemeente in ons land gedaan heeft, gepleit voor rode fietspaden door het
hele dorp heen. Dat was ook niet nodig. Ik heb toen ook gezegd: tegels
wippen zo, die liggen ongelijk, maak ze van asfalt. Ik ben toch blij dat we
zoetjesaan die kant opgaan. Misschien heb ik er ook aan meegeholpen.
Voorzitter, ik zou nog een heleboel kunnen vertellen over alles wat we
beleefd en gedaan hebben in de raad. Ik denk niet dat het nodig is.
Ik wil u bedanken voor de treffende woorden die u aanhaalde uit het boekje
van Dolf Brouwers. Daar zou ik mezelf ook heel goed in kunnen herkennen, in
wat je hier doet en wat je gedaan hebt en als je weggaat, dat je ook even
snel weer vergeten bent. Ik vond dat erg treffend.
U noemde Emmen. Velen hebben het mij gevraagd. U weet het, af en toe ben ik
impulsief en zo kwam ik ook over. Zo is dit Emmen ook gebeurd. Toen ik naar
het ziekenhuis ging heb ik al duidelijk tegen iedereen gezegd: ik zie niet
tegen die operatie op, ik weet alleen niet hoe het afloopt. Dat is kenne
lijk heel goed afgelopen, heb ik een week geleden van de chirurg gehoord.
Ik denk dat het in de meeste gevallen minder goed gegaan is, maar goed, het
heeft toch zijn beperkingen, ik kan minder goed mijn werk doen. Toen ik uit
het ziekenhuis kwam zei ik tegen mijn vrouw: nu loop ik op krukken -ik kon
helemaal niets de eerste maanden- en nu gaan we onmiddellijk een apparte
ment zoeken. Ja, waar? Nou, we waren ooit eens in Emmen geweest met
vakantie en ik heb altijd gezegd: als ik krakkemikkig word, dan is dit een
mooie plaats met een centrum. Want ik heb ook altijd gezegd en hier ook
nooit onder stoelen of banken gestoken: Soest heeft geen centrum. Ik denk
als ik nou weinig meer kan -en gelukkig gaat het steeds beter, hoor, dus
het had misschien niet gehoeven- dan wil ik in een plaats met een leuk
centrum wonen. Dat is Emmen geworden en daar ben ik al een maandje zo
naartoe aan het leven. Ik kan u meedelen dat wij gisteren het appartement
hebben gekocht en ik denk dat ik in januari Soest ga verlaten.
Voorzitter, ik wil u danken voor de hartelijke woorden en ik wil alle
raadsleden en het college danken voor de prettige samenwerking, mijn
fractievoorzitter Bert voor zijn woorden. Wij nemen nog met de fractie op
een nader moment afscheid. Ook de nieuwe nestor wil ik hartelijk danken
voor zijn vriendelijke woorden. In één ding ben ik het natuurlijk niet met
hem eens, over die enveloppen. Ik kan me toch niet voorstellen dat ik wel
eens op de raad kwam en niet wist waar het over ging, want dan denk ik:
waarom had ik dan die twintig uur in de week in dat leeskamertje gezeten?
Voorzitter, ik vind het eigenlijk een beetje vervelend dat dit niet het
einde van de avond is, want dan kun je zeggen: we kunnen een drankje nemen,
we kunnen met elkaar naar de kroeg gaan en er nog eens over napraten. Maar
we moeten zo meteen aan het werk. Het is nu eenmaal niet anders, in overleg
met u hebben we gezegd: dit is beter dan het vanavond om twaalf uur te
doen. Ik ben trots op de onderscheiding die mij is uitgereikt, met de
kanttekening dat ik het niet eens ben met het besluit van de minister om
het gemeengoed te maken, maar goed, dat is niet zo. Ik wens u het allerbes
te en ik hoop af en toe van de tribune af nog eens mijn commentaar te mogen
geven als ik het niet met u eens ben.
VOORZITTER: Hartelijk dank voor uw woorden, mijnheer Blaauw. u bent tot het
laatste moment uzelf gebleven, het was echt uw stijl, we hebben u er
helemaal in herkend. U blikte niet alleen terug, maar u zit nog boordevol
ideeën. Daar kunnen ze in Emmen nog veel plezier van hebben.
Ik stel voor dat we de raadsvergadering om kwart over acht voortzetten. Ik
schors de vergadering en ik stel u allen in de gelegenheid om het echtpaar
Blaauw en de familie te feliciteren met de onderscheiding en samen met
elkaar hier een drankje te gebruiken.
VOORZITTER: Hartelijk dank dat u allen zo snel binnen bent, het is zelfs
nog voor kwart óver achtIk heropen de vergadering
Spreekrecht.
VOORZITTER: Mevrouw Seele heeft het woord gevraagd namens de werkgroep
Insulinde bij het desbetreffende agendapunt nummer 11.
Ingekomen stukken en mededelingen van de voorzitter.