4
3 juli 1997
- 5 -
lier instituut bouwen van 25000 m2 (vijf keer zo groot als het gemeente
huis) dan kan hij dat doen. De raad kan hem daar niet in tegenhouden.
Het college heeft geprobeerd om via wat middelen, via wat mogelijkheden en
het onderzoeken daartoe die bebouwing teniet te doen, heeft aan Sinai
gevraagd wat de boekwaarde is van het terrein, Sinaï heeft daar een bedrag
voor gegeven en vervolgens is het college in samenspraak met de commissie
aan het zoeken gegaan naar financiële mogelijkheden. Ik denk dat dat een
normale manier van handelen en van doen is. Dat er vervolgens gezegd is, om
de gemeente niet te schaden, hoe moeten we dat doen, moeten we dat in de
openbaarheid brengen, commissieleden -dus raad- of zullen we dat vertrouwe
lijk doen? Nee, heeft toen de commissie gezegd, dat moet vertrouwelijk,
want anders zouden we de gemeente kunnen schaden.
Dan kom ik op de brief van GGS. Wat GGS hiermee bereikt heeft, denk ik, is
dat nog steeds die 96 appartementen gebouwd kunnen worden en naar alle
waarschijnlijkheid ook gebouwd gaan worden op het terrein van het natuur
bad, daar is bouwvergunning voor gegeven en dat er naar alle waarschijn
lijkheid voor 15 juli biedingen komen op het terrein van Zonnegloren die
ver boven de boekwaarde van Sinai uitgaan en waarmee Sinaï alleen maar
gelukkig is. De gemeente staat vervolgens met lege handen, er komt een
bebouwing dan van 25000 m2 en er zijn drie grote villa's en er zijn vijftig
woningen
Dan kom ik op het tweede punt waarin de brief volgens mij te splitsen is.
Dat is de schending van de afspraken over de vertrouwelijkheid. GGS zegt in
de laatste alinea van de brief: Bent u niet met ons van mening dat de
politiek zich volledig ongeloofwaardig maakt en elementaire beginselen van
behoorlijk bestuur aan haar laars lapt? Daar doelt GGS mee op het college.
Dat, mijnheer de voorzitter, is nu net wat GGS doet. Er is gesproken over
het in de openbaarheid brengen in de commissie van dit onderwerp. De
commissie heeft voltallig, zonder uitzondering, ook zonder uitzondering van
GGS gezegd: nee, het moet in de vertrouwelijkheid blijven. Wie schetst onze
verbazing? Een week daarna acht GGS het haar taak om die vertrouwelijkheid
zonder overleg te schenden. Ik zou dan ook het college willen vragen na te
denken over wat voor consequenties dat heeft. Ook zou u eens na moeten
denken over de samenwerking in de raad met betrekking tot vertrouwelijke
stukken. Want het is prachtig om het op maandag in de krant te zetten en
dan donderdag te zeggen: sorry, ik had het anders moeten doen, maar het is
wel een tricky ding.
Ik heb daarvoor een motie gemaakt, weliswaar is een normale motie richting
een college, maar deze is richting GGS. Die motie heeft natuurlijk geen
rechtskracht in de zin dat ik iemand weg kan sturen. Dat kan ook niet, want
GGS is door het volk gekozen. Maar ik zal hem u toch voorlezen en ik zou
graag zien dat anderen dat in hun beschouwing mee zouden nemen.
De gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 3 juli 1997,
met betrekking tot de handelwijze van GGS het volgende:
gehoord de discussie en gelezen de brief GGS;
spreekt een motie van afkeuring en wantrouwen uit ten aanzien van de
handelwijze van GGS met betrekking tot het beslotene;
en gaat over tot de orde van de dag.
PvdA, Cees Boerkoel, Wil Stekelenburg.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, er is al over gesproken. Kort
gezegd een paar zaken. Wij vinden het heel legitiem dat een gemeente
onderzoekt of regelmatig verwoorde doelstellingen gerealiseerd kunnen
worden. Zo ook, wat vaak gezegd is -niet zo vaak door de WD, maar meer
door anderen- of Zonnegloren terug kan naar de natuur. Dat is nauwelijks
mogelijk, maar wellicht niet uitgesloten. Wil de raad deze mogelijkheid
onderzocht zien ja of nee? Wij hebben gezegd: ja. Wij hebben dat onderzoek
niet willen belemmeren. Dat zou onder andere betekenen dat de al bestaande
permanente woonbestemming op Zonnegloren in een natuurterrein, weg zou
kunnen gaan. Daarmee kun je komen tot teruggave aan de natuur. Het is niet
haalbaar, hebben we begrepen. Einde verhaal. Totdat enige tijd terug, twee
dagen terug een brief naar buiten kwam, die men niet meer kon tegenhouden,
want het was al naar buiten gegaan voordat de afspraak eigenlijk was
ingelost. Dat heeft de heer Witte ook gezegd. Nu komt aan de orde een
andere situatie: hoe ga je met elkaar om? Vanuit mijn fractie -en dat hoort
bij een liberale- hebben wij een grote verdraagzaamheid ten opzichte van