18 september 1997 - 14 - ding bij de begroting: dat ligt er nog steeds. Niet bij de kerntakendiscus sie, nee, dat hoort nog steeds bij die doelmatigheid. Inmiddels loopt het overleg voor die velden, maar wij moeten verder gaan. Men noemt het weieens voortschrijdend inzicht. Wij voeren raadsbreed een kerntakendiscussie. En op grond van die kerntakendiscussie zijn op een aantal net zo belangrijke terreinen als de sport een aantal bezuinigingen gerealiseerd of, omdat bezuinigen moeilijk zou zijn, ook wel lastenverho gingen aangenomen. Voor de buitensporten is door de raad besloten -en ik benadruk: voor de buitensporten- dat een bezuiniging moet worden opgeleverd van 200.000,--. Gezien de discussie over onder andere passe-partout van 2,50 of 5,-- denken wij dat het best wel een lastige discussie zal zijn. Daar zijn we ook van uitgegaan, daar moet je ze ook wel de tijd voor geven. Want waar vind je in lopende begrotingen van deze verenigingen 200.000,--? Want nu praat je ineens niet meer over totaalsport, maar over een beperkt aantal verenigingen. Waar vind je 200.000,--? Maar zie, wat gebeurt er? Wij kunnen de CAI verkopen aan die achteraf gezien wat afspra- kenvreemde Remu en de opbrengst zou terug kunnen naar de burger. Er is lang over gesproken, wij geven dat geld niet terug in een bedrag per burger. Nee, wat zeggen we? Wij steken dat in algemene voorzieningen. En van de opbrengst is een kwart gereserveerd, eigenlijk veel meer, voor de sport. 5,5 miljoen wordt gereserveerd -en geen gulden meer, benadruk ik nu vast- voor de sport. Wat kun je daarmee doen? Een oude term, ouder dan de heer Visser in de raad heeft gezeten, is: de kost gaat voor de baat. Dat wil zeggen dat je eerst moet investeren om op termijn dan een aantal bezuini gingen te kunnen realiseren. Dat is een zeer groots gebaar, vinden wij, dat je eerst nog meer gaat geven, een kwart van het budget dat je hebt van de CAI, aan één sector van belangrijk beleid, om daarmee te helpen 200.000,- aan bezuinigingen te kunnen realiseren. Ik zou de andere activiteiten die anders georganiseerd zijn in welzijn en bijstandssituaties eens willen zien om zo'n gebaar te kunnen maken. Een tweede lijn. Stel je nu eens voor dat je door het overleg intensiever te maken, dat je door minder clubs, minder voetbalclubs een accommodatie minder nodig hebt. Dan heb je later minder vervangingsinvesteringen, je hebt minder onderhoudslasten, je hebt minder overhead, je hebt betere financieel krachtige verenigingen, noem maar op. Wat dan? Dan zou mijn fractie bereid zijn geweest nu extra te investeren ter grootte van 1,7 miljoen. De bezuinigingen die je dan moet realiseren bij een investering van ruim zeven miljoen zijn wel verder weg, maar als ze komen, zijn naar wij aannemen de besparingen ook wel groter. Een lange lijn, alleen die lijn is afgebroken na de commissievergadering in juni. Dan blijft nog steeds over lijn 1, dat is een bedrag van 5,5 miljoen, meer dan een kwart van wat we beschikbaar hadden voor een aantal belangrijke activiteiten. Laten we nu eens een lijn 3 proberen. Stel dat je sport een hoger belang toekent dan ruimtelijke ordening in ons dorp. Dan kun je toch gaan uitbrei den aan de Eemweg? Ja, dat kan, maar niet met ons. Zo'n voorstel krijgt geen medewerking van mijn fractie en het advies van de Vereniging Sportraad Soest is in deze zin dan ook volstrekt zinloos. Lijn 3 loopt dus dood, tenzij andere fracties de Eemweg willen uitbreiden. Dan lijn 3 eens linksom proberen. Bouw voor twee voetbalclubs aan de Bosstraat een dubbele accommodatie op Bosstraat-oost. Ook niet begaanbaar. Dat past niet binnen het budget van 5,5 miljoen gulden en betekent zelfs een forse kapitaalsvernietiging als je hoopt -sommigen roepen dat- dat integratie later alsnog vanzelf tot stand komt. Dan zit je met een te ruime jas aan de Bosstraat, dan moet je alsnog fors gaan uitbreiden aan de Eemweg voor WZ'49. Als je zaterdag en zondag gaat splitsen, dan heb je twee accommodaties op te waarderen. Het is nooit één plus één is twee aan de Bosstraat Lijn 4. Welke lijn wil mijn fractie nu trekken en is die lijn in de toekomst ook door te trekken? Ten eerste: wij willen onder geen beding uitstel van beslissingen. De samenhang met andere belangrijke beleidster reinen moet er blijven, ook de komende weken, ook de komende maanden, ook bij verkiezingen. Wij zijn ook verantwoordelijk voor het jeugdbeleid, het welzijnsbeleid, cultuur, volksgezondheid en noemt u maar op. Dat zal een afweging moeten krijgen, niet de een wat meer dan de ander. Maar uitstel kan ook niet meer. Ais je nu geen alternatief bezuinigingsvoorstel hebt voor de sport van 200.000,-- plus restant doelmatigheid van die 40.000,-- dan is het voorstel nu van het college, met wat aanpassingen,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 187