18 september 1997 - 31 - VOORZITTER: Na dit antwoord van de wethouder, is er nog behoefte aan een tweede termijn? Heer KRIJGER (WD)Ik wil, gezien het laatste punt, dat het meest interes sante punt kan zijn van deze agenda, heel kort een tweede instantie doen. Veel overwegingen zijn zeer integer naar voren gebracht. Eén overweging willen wij nu hanteren om nu de besluitvorming heel open te doen. De sport heeft er recht op tijdig over vernieuwde accommodatie te beschikken, als je de bezuinigingen, de kerntakendiscussie overeind wilt houden. Voor de vakantie, echt voor de vakantie, is uit de sport het signaal gekomen, eerlijk en open: wij komen er niet uit, uit de clustering en de integratie. Kort na de commissievergadering. Dan vind ik het zinnig, omdat je die tijd dan hebt van een aantal maanden, om het overleg te starten, om te komen tot een voorstel dat duidelijkheid geeft aan de sport. Dat is onze overweging extra om nu gewoon een beslissing te nemen. Wij moeten allerlei zaken plannen van tevoren, want de sport heeft seizoenen en buitensporten hebben aparte seizoenen. Het moet klaar zijn bijtijds. Heer JOUSTRA (BAM)Voorzitter, de wethouder trok denk ik al een conclusie die althans voor mijn fractie een voorbarige is, alsof wij zouden instemmen met het voorstel van het college. Dat doen we zeker niet, we wijzen het af. Ik dacht dat ik duidelijk was in mijn verhaal, maar bij deze is het dan nog een keer gezegd. Ik vind dat er én met de opmerkingen die met name door de heer Roest zijn gemaakt Ik heb de wethouder nauwelijks horen ingaan op een aantal opmerking van de WD. Ik vind dat we hier, als we met dit voorstel akkoord gaan, weliswaar met alle mitsen en maren, dat we iets uit gaan voeren dat niet gedragen wordt. Ook de Sportraad is bereid -dat staat op de tweede pagina van uw brief- om binnen een model van 5,5 miljoen gulden te gaan werken. Weliswaar noemt men het een noodoplossing, maar men is bereid om eraan mee te werken. Er wordt allemaal niet op ingegaan, het wordt als het ware terzijde gelegd door de wethouder. Ik heb geen argumen ten gehoord die mij zouden kunnen sterken in de gedachte dat ik akkoord kan gaan met dit voorstel. We wijzen het af. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, de wethouder suggereerde even alsof ik mijn voorstel hier neerlegde. Ik heb juist gezegd dat ik dat niet meer hier op die manier inbreng, dat ik alleen teleurgesteld was dat bepaalde dingen niet verwerkt waren in uw beantwoording, simpelweg omdat het niet haalbaar was. Een tweede opmerking is dat ik wel blij ben met het voorstel van de drie collegepartijen, dat zij zoeken naar elementen waarin de vraagstelling van hockey en de voetballers, de combinatie die niet zo gelukkig was, om die te verbeteren. Ik vind nog steeds dat het voorstel van de heer Roest daarnaast gelegd moet worden, omdat daar een alternatief geboden wordt voor een eventueel toekomstplaatje. Als we nu simpelweg stemmen voor het voorstel van de drie partijen, dan leggen we dat opzij. Dat vind ik jammer, want ik zie daar mogelijkheden in -ik zou dat ook financieel doorgerekend willen zien- die positief kunnen uitwerken voor de sport in de toekomst. De sport heeft mijn hart, ik zou het jammer vinden als we dingen onbenut laten die mogelijk zijn. Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik wat vragen over de orde van de vergadering? Ik ben ontzettend nieuwsgierig, als u de volgorde even doorbreekt, de heer Meilof doet iets, gebaseerd op de mening zoals hij die gedacht heeft te begrijpen van de heer Roest. De heer Roest is qua volgorde wat later aan de beurt, maar ik ben zeer benieuwd -de heer Roest heeft net heel positief gereageerd, constructief gereageerd- wat zijn mening is. Want hij kan best aansluiten op de heer Meilof. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik snap dat, wat u zegt, het is ook zo dat ik heel bewust heb gereageerd, dat ik elementen in uw voorstel zie waardoor ze dichterbij komen bij de punten die ik tijdens de commissievergadering zwak vond. Die probeert u met elkaar ook te verbeteren, dat betekent dat ik daar meer open voor sta. Tegelijkertijd komt de heer Roest met een voorstel waar ik bepaalde andere duidelijke voordelen in zie. Ik vind het een groot nadeel om hier te snel te reageren op iets dat soms moeilijk te overzien is, terwijl ik het inhoudelijk aspect van de mogelijke toekomstige cluste ring van drie voetbalclubs naar twee bij hem beter gegarandeerd zie dan bij

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 204