18 september 1997 - 35 - Heer WITTE (GGS)Voorzitter, wij zijn nog iets definitiever over dat punt. Wij vinden ook de vergelijking dat de periode dan gelijk loopt met de arbeidspremie, een beetje vreemd argument. Die arbeidspremie doe je nu juist voor de categorie waarvan je weet dat die wel een redelijk goede kans heeft op de arbeidsmarkt, terwijl je die vrijwilligerspremie doet voor mensen waarvan je al van tevoren zegt: die hebben bijna of geen kans. Het zijn ook mensen die vrij langdurig op een minimuminkomen hebben gezeten, daar kun je ook van uitgaan. Dan zie ik niet in waarom je twee jaar lang 100,-- per maand gaat betalen en dan na die twee jaar moet het er maar weer af. Nou, dat lijkt me erg zuur. Ik denk, als we dit instellen, dat je het voor op onbepaalde tijd moet doen, waarbij het natuurlijk logisch is dat je toch om de zoveel tijd weer terugkomt om te kijken hoe je positie is ten opzichte van een kans op de arbeidsmarkt. Dus dan kun je altijd nog, wanneer blijkt dat er wel een redelijke kans is, daar op een andere manier mee omgaan en stimuleren. Ik vind een periode van twee jaar in dit geval eigenlijk heel slecht. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ook hetzelfde punt even. Omdat u zelf benoemt dat het gaat om een groep die vrijwel kansloos is op de arbeidsmarkt, is ook mijn vraag: is het meer dan een financiële reden dat u het op die twee jaar vastpint? Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, ook over dit punt willen wij inderdaad wat zeggen. Wij hebben het in de commissievergadering uitgebreid aan de orde laten komen. Toen heeft de voorzitter toegezegd dat hij dit punt mee zou laten komen. We hebben nu een gewijzigd voorstel gekregen en daarin antwoordt hijDe punten die in deze verordening aan de orde komen, premietoekenning voor mensen die vrijwilligerswerk verrichten en stimule ringspremie voor mensen die deeltijdarbeid gaan verrichten, zijn een erkenning voor de mensen met minimale inkomens. De doelstellingen en voorwaarden hebt u uitgebreid beschreven in deze verordening. In de commissievergadering zijn inderdaad alle overwegingen uitgebreid aan de orde geweest en dat zullen we hier ook niet overdoen. Eén punt daar wil ik toch wel een opmerking over maken, dat is het onderdeel betreffende het experimenteerartikel 144, waarin premietoekenning wordt gegeven aan vrijwilligerswerk. Uiteraard zijn we hier hartstikke blij mee, want we hebben dat vorig jaar tijdens de begrotingsbehandeling bepleit. U hebt nu een gewijzigd voorstel gedaan en die verlenging inderdaad gegeven, namelijk van één naar twee jaar. Wij bepleiten deze termijn iedere twee jaar te bezien en zo mogelijk te verlengen met weer eenzelfde periode. Daartoe dienen wij een amendement in. VOORZITTER: Misschien wilt u het voorlezen, met het oog op de tijd? Mevrouw KOSTER (GL/PS)Amendement op de Verordening premiebeleid ter bevordering van de zelfstandige bestaansvoorziening en vrijlating van inkomsten gemeente Soest (RB 97-80) - Artikel 5, premie vrijwilligerswerk - de laatste zin als volgt te wijzigen: "De premieëring wordt drie maal herhaald, na volgende aansluitende perioden van zes maanden. Hierna vindt herbeoordeling plaats voor een volgende periode van vier maal zes maanden. Dit te herhalen zo vaak als nodig Toelichting: daar de doelgroep voor deelname aan dit experimenteerartikel 144 van de ABW praktisch geheel tot de categorie 4 mensen zullen behoren, zoals u zelf aangeeft in uw herziene voorstel op dit agendapunt, is het redelijk geen maximale termijn te stellen van twee jaar, maar de mogelijk heid open te laten deze termijn te verlengen. Groen Links/Progressief Soest, Jan Visser en Nel Koster. Heer ROEST (D66)Voorzitter, kort, gezien het late tijdstip. In de commissie hebben wij aangegeven ook te voelen voor een verlenging. Ik ondersteun het betoog en daarmee ook het amendement van mevrouw Koster volledig. Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, ook wij zullen dit amendement steunen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 208