18 september 1997 - 36 - Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, het valt toch altijd wel weer op dat de gemeente Soest ten aanzien van dit soort zaken heel royaal en ook loyaal is. Wij hebben geconstateerd dat naar aanleiding van vragen in de commissie u die loyaliteit weer getoond hebt door te zeggen: we gaan een jaar langer experimenteren. Wij waarderen dat. Volgende week praten wij in commissieverband over de begroting en de wethouder weet het, ieder jaar bij de begroting hebben we weer boeken voor hem, we hebben er nu ook weer een paar, vers van de pers, van september dit jaar. Er staan fantastische voorstellen in, die niet altijd geld hoeven te kosten. Ik denk dat we in dat kader uitgebreider op een ander moment dieper op deze materie in moeten gaan. Vooralsnog vind ik het goed dat het er nu ligt en dat we er nu mee aan het werk kunnen. Dan kunnen we doorgaan om na te denken met elkaar aan de hand van voorbeelden die er nu in het land zijn en ook daarnaast de mogelijkheden die in het kader van de begroting die nu in Den Haag aan de hand is, met middelen naar ons toekomt. Ik denk dat we dan een totaal afgewogen pakket kunnen krijgen en dan kunnen we het daarin ook bekijken op termijn, als we dit geprobeerd hebben. En als bijvoorbeeld na twee jaar blijkt bij evaluatie dat het onvoldoende heeft gewerkt, kunnen we altijd nog kijken. Maar ik heb het gevoel dat dit hele aspect zo in beweging is dat het me niet zou verbazen als er volgend jaar verruimde regelingen zijn of op een ander moment. Ik denk dus dat we wat dat betreft altijd onze eigen verordening daar weer op aan kunnen passen. Dus vooralsnog heb ik geen probleem met het voorstel zoals het er nu ligt Mevrouw HUBERTS (WD)Voorzitter, dat geldt ook voor mijn fractie, in aansluiting op wat mevrouw Stekelenburg zegt. Daar sluiten wij ons graag bij aan, we wachten de ontwikkelingen af en op dit moment zijn wij akkoord met het gewijzigde collegevoorstel. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, er liggen nu feitelijk twee stand punten. Ik zal toch de indieners van het amendement willen proberen te overtuigen om dat amendement nu niet in te dienen. Waarom niet? Niet omdat het geen sympathie heeft, dat is niet de reden, maar omdat wij dachten door die verlenging van één naar twee jaar voldoende waarborg te geven. Dat je zegt: nou, wij zien het als een hele acceptabele regelgeving om van één naar twee jaar te gaan. En als ik u nu beloof dat wij dus, alvorens de twee jaar om zijn, met een evaluatie komen van de ontwikkelingen binnen dat experimenteerartikel 144? Ik vind het correct dat je ook ervaringen opdoet met regelgeving en op basis van die ervaring wil ik terugkomen bij u en ruimhartig in de voorstellen zijn, indien de ervaringen daar aanleiding toe geven. Vindt u dat voldoende reden om dan te zeggen: nou, dat vertrouwen geven wij u mee? Daarmee gaan we dan de komende twee jaar in en dan zien we over die periode wel hoe we dan met elkaar uiteindelijk zullen besluiten. Daarmee zou ik feitelijk het amendement willen ontraden, dat klinkt zo negatief, maar ik vind het moment van indienen niet nodig. VOORZITTER: Mag ik vragen of u het voorstel van de wethouder wilt overnemen en het amendement, gelet op zijn antwoord, terugneemt? Mevrouw KOSTER (GL/PS)Wij nemen het amendement niet terug, voorzitter, want het is duidelijk een categorie mensen die u zelf ook beschrijft, die dermate kansarm op de arbeidsmarkt zijn en al zo vreselijk lang wachten, dat ik denk dat we niet moeten wachten tot een regering met nieuwe voor stellen komt in het kader van de verkiezingen of iets dergelijks. Ik vind dat we de mensen niet nu een worst kunnen voorhouden en die na één of twee jaar terugtrekken. Dat vind ik gewoon niet redelijk, dus ik handhaaf dit amendement en ik wil graag hoofdelijke stemming. Heer ROEST (D66)Voorzitter, de woorden van de wethouder vond ik sympa thiek, maar ik heb in deze de redenering gevolgd van degene die de bijstand ontvangt. Ik denk dat als je boven je hoofd hebt in dit soort omstandighe den dat het na twee jaar afgelopen kan zijn, dat het een dermate grote onzekerheid is voor de mensen waar het om gaat dat zij niet gebaat zijn bij dit voorstel dat u aangeeft, want dan moeten we er alsnog een keer over beslissen. De mensen zitten misschien in die tijd in de zenuwen. Vanuit die optiek bezien zou ik zeggen: laten we het gewoon maar doen, dat amendement.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 209