18 september 1997
- 37 -
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, mag ik een verduidelijkende vraag stellen
aan de indiener van het amendement? Het argument van de onzekerheid voor de
betrokkenen, dat gaat net zo hard op voor het amendement, want daar wordt
ook gewoon elke zoveel maanden gekeken en getoetst. Dus wat dat betreft
denk ik dat het, hoe sympathiek het ook klinkt, in het amendement niet
wordt opgeheven.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, als ik daarop mag reageren? Het amendement
biedt toch een perspectief voor mensen en dat is ontzettend belangrijk. Het
is dus niet na twee jaar afgelopen, het wordt bezien. Dat is dus vanuit die
belevingswereld een hele andere zaak.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, ik vind het natuurlijk een
sympathiek amendement en ik zou het normaal gesproken gesteund hebben. Maar
ik wil me niet vastleggen, want er zijn veel meer mogelijkheden dan wat er
nu in dit amendement verwoord is. En als we ons nu hierop vastleggen, dan
sluiten we zaken uit die eraan zitten te komen en die we binnenkort met
elkaar zouden kunnen bespreken in het kader van bijvoorbeeld een nota nieuw
beleid bijstand -ik noem maar wat- want dat hebben we met elkaar afgespro
ken. Die leggen we daarmee dan naast ons neer, die andere nieuwe voorstel
len, waar ik van weet dat heel veel mensen die ook belangrijk vinden.
Daarom wil ik de zaak niet belasten. Voorlopig is het twee jaar, nou, dat
is voor die mensen in ieder geval twee jaar een stuk garantie. Als we
constateren - en we hebben al die andere zaken er ook bij betrokken- dat
het langer moet zijn, dan doen we dat gewoon. Daar zijn we zelf bij, daar
zijn we zelf verantwoordelijk voor. Dus in die zin wil ik nu niet de zaak
blokkeren. Ik doe dus ook een dringend appèl op mevrouw Koster om daarover
na te denken, want we weten met elkaar dat als er nieuw geld is, dat er
meer kansen zijn. Er zijn gemeenten die al verder zijn en dat ook geveri
fieerd hebben in Den Haag: waar we mee bezig zijn, kan dat? Ja, dat kan. Ze
hebben daar publicaties over gedaan. Dan denk ik: laten we dan op het goede
moment in een totale afweging besluiten of we dit wel of niet doen. Als we
die beslissing nemen op enig moment, dan zult u mij niet tegen u vinden.
Maar dan hebben we wel alle zaken betrokken en niet eenzijdig nu, populis
tisch zou ik haast zeggen
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, dat werp ik verre van mijDat lijkt me
niet terecht.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Nee, maar laat me dan even uitspreken.
Populistisch, ik ben dat zelf ook wel eens. Dat is niet erg, dat is niet
negatief
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Nou, ik vind het een heel negatief woord anders,
mevrouw Stekelenburg. En ik begrijp uw redenering ook niet.
VOORZITTER: Mevrouw Koster, wilt u via de voorzitter spreken?
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Sorry, voorzitter, mag ik via u een vraag stellen
aan mevrouw Stekelenburg? Ik begrijp niet uw pleidooi om het niet langer te
doen. In alle commissievergaderingen dacht ik dat we allemaal redelijk op
hetzelfde punt zaten. Natuurlijk kunnen we met nieuwe voorstellen daarover
uitgebreid discussiëren. Dus wat houdt u tegen om dit nu niet te ondersteu
nen? Dat begrijp ik dus echt niet.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Nou, wat mij bijvoorbeeld tegenhoudt is het
feit dat als we dit nu voor langere tijd doen, dat we ook in onze begroting
daar ruimte voor gaan gebruiken. Ik denk dat de wethouder van financiën
daar misschien wel eens op dit moment bezwaar tegen zou kunnen hebben, daar
wil ik ook graag haar mening zo dadelijk over horen. Zij kan zeggen: ik wil
eerst dat geld uit Den Haag hebben, als dat er is, gaan we het aanwenden
voor het doel waarvoor het bedoeld is, maar ik wil mijn begroting op lange
termijn daar niet mee belasten. Daar bent u nu mee bezig en dat is mijn
zorg. Als we dat nu doen, dan kunnen we over enige weken die andere punten,
die u ook belangrijk vindt en ik ook, niet meer regelen. Daarom vind ik het
jammer dat we het nu doen, alhoewel ik het een buitengewoon sympathiek idee
vind.