18 september 1997 - 44 - bezighield met seksuele voorlichting. Toen ik dit las, belde ik meteen mijn collega, de voorzitter van de gemeenteraad in Bunschoten op en zei: hebben jullie een rekenkamer die het voorlichtingsbeleid in de gemeente Bunschoten eens onder de loep neemt? Ik ben toch wel benieuwd tot welke bevindingen men daar gekomen is. Kunst en cultuur zijn u op het hart geschreven. U bent oprichter onder andere van de kunstenaarsvereniging Artishock geweest, bij C-drie hebt u uw sporen verdiend, cursussen hebt u opgezet, zowel voor volwassenen als voor kinderen. Het zou allemaal teveel zijn om op te noemen, kunsttentoonstellingen, kunstmarkten, noemt u maar op, een enorm breed terrein waarop u zich zeer actief hebt bewogen. Was het niet altijd dat u zelf kunstzinnig bezig was, maar dat is een grote kwaliteit van u, dat u anderen weet te bewegen dat die zich ervoor inzetten. Al of niet terecht krijgt u soms de eer, hebt u soms de eer gekregen, maar ik weet dat er vele anderen zijn die daar het werk voor hebben verzet. U bent, ik zei het al, een dichter, een woordkunstenaar. We hebben dat hier gemerkt in deze raadzaal met Thomasvaer en Pieternel, met stukjes in de krant, met gedichtjes hier bij de opening van het gemeentehuis, het hangt aan de andere zijde van deze wand. Schitterend. Maar u bent ook maar een mens, mijnheer Visser, ook u bent niet de perfecte mens, hoewel u dat misschien denkt of dacht. Maar u bent een woordkunstenaar, u gebruikt alle letters van het alfabet van a tot en met z. Alleen, als ik dat voor mijn ogen heb, dan heb ik de indruk dat u sommige letters iets meer gebruikt dan andere, de letters i en k, ik, heb ik de indruk als ik alle verhalen lees, komen nogal veel voor in de stukken en het woord bescheidenheid ben ik in uw vocabulaire zelden of nooit tegengekomen. Maar dat laat onverlet het vele werk dat u hebt gedaan op allerlei terreinen. Ik denk ook aan het samenwerkingsverband literaire activiteiten in Soest, waar hier vanmiddag nog een uitvoering van is geweest. Schitterend, prima. Nou kom ik aan uw politieke loopbaan, want daarvoor zitten we hier toch in deze raadzaal bij elkaar. 3 september 1974, raadslid van de gemeente Soest. U hebt eigenlijk alles doorlopen, raadslid, fractievoorzitter, wethouder. Dat was voor uzelf een verrassing, heb ik begrepen, dat u in de nacht van Menne wethouder bent geworden. Nu bent u zelf nog nestor van de raad. Het enige wat u niet bent geworden, u bent ambtenaar geweest ook, maar geen gemeentesecretaris of burgemeester. U bent nog onder de 65, dus misschien dat het nog een paar jaar kan. Ik wil u heel hartelijk bedanken voor uw grote inzet in de gemeenschap Soest. U, als mens Visser, bent -zo zou ik het willen omschrijven- een sluwe vos, een vos die bij het ouder worden denk ik zijn streken niet helemaal verliest, maar ik zou het anders willen formuleren: u bent een ruwe bolster met een blanke pit, want zo ken ik u ook, het hart zit bij u op de goede plaats en u bedoelt het allemaal goed. Zo zult u ook antwoorden straks, het wordt natuurlijk door de anderen niet altijd zo begrepen. U hebt vrienden gemaakt en u hebt de mensen die u niet mogen tegen u. Maar het aardige en het knappe van u is, dat u mensen die u eerst niet mocht, ik denk bijvoorbeeld aan defensiemensen, maar in uw wethoudersperiode hebt u ineens veel vrienden in die kringen gemaakt. Dames en heren, dan kom ik toch op een punt waar ik grote bewondering heb voor de heer Visser, zijn enorme elasticiteit. Terwijl wij allen weten dat hij eigenlijk niks aan sport doet, heeft hij toch een lenigheid tentoongespreid in die acht jaren dat ik hem ken van eerst waar hij faliekant tegen was, maar hij zat ineens op een andere stoel en dan was hij er faliekant voor, want hij moest nu eenmaal. Dat is werkelijk fantastisch, dat bewonder ik in hoge mate in u, mijnheer Visser. U krijgt nu ook een heleboel vrije tijd, daarom begrijp ik ook dat u die sport, die lenigheid wilt blijven ontwikkelen. Als ik nou de kranten van de laatste dagen lees, dan zie ik dat u uw sportactiviteiten ook gaat voortzetten. U was altijd fervent tegen golfen en wat zie ik? De heer Visser staat op de golfbaan hier in Soest achter hotel Royal Pare Soestduinen. Nou, dat vind ik nou ook weer zo'n voorbeeld van lenigheid van tegen golfen zijn en hij is nog niet de raad uit of hij gaat golfen. Het is werkelijk formidabel. Dames en heren, zo kan ik nog een tijdje doorgaan, maar er zijn na mij nog een aantal sprekers, ik zal dat niet doen. Het verheugt mij dat ik afslui tend kan meedelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd bij Koninklijk Besluit van 8 september 1997, nr. 97-004216, de heer J. Visser te benoemen tot lid in de Orde van Oranje Nassau. Ik heb de eer u de versierselen, behorende bij deze onderscheiding, uit te reiken. Dat zou ik

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 217