20 oktober 1997 - 14 - enigszins overeind en in stand te houden. VOORZITTER: Dan gaan we over naar het college. Ik wens de heer Meilof beterschap toe en ik geef als eerste het woord aan wethouder Blommers. Wethouder BLOMMERS: Dank u wel, voorzitter. Ik zou willen beginnen met de tevredenheid van het college uit te spreken over het feit dat we het met ons allen afgesproken beleid, wat betekende: geen nieuwe beleidsvoornemens, terughoudend zijn, omdat we als eerste prioriteit allemaal zagen dat het belangrijk was om de begroting weer in balans te krijgen na de onverwachte, zeker qua omvang, aanslagen door de nieuwe wijze van bekostiging. Ik denk dat het ons goed heeft gedaan dat we inderdaad nu bij de algemene beschou wingen dat, als ik het op zijn allerbreedst zie, er inderdaad vastgehouden is aan die lijn. Het college heeft in ieder geval heel nadrukkelijk besloten om zelf met geen enkel voorstel te komen, om zelf deze lijn te hanteren, ook gezien de laatste cijfers die er zijn. Wij denken dat het op dit moment noodzakelijk is om goed te boekhouden, teneinde ervoor te zorgen dat er middelen zijn waarmee deze raad beleid kan uitvoeren. Dat wil niet zeggen dat u binnen de bestaande middelen niet andere prioriteiten kunt stellen. Dat is het recht van de raad en dat zal door ons geen moment betwist worden. Maar er kan op dit moment gewoon niets extra's. Wij denken dan ook dat het noodzakelijk is dat we nog eens goed kijken naar de manier waarop we de teruggave gaan doen van de 100,-- zoals die door het rijk is toegezegd teneinde een lastenverlichting voor de burgers mogelijk te maken. Het sluit een beetje aan op de vraag van de heer Boerkoel, laten we nou proberen om binnen de richtlijnen die daarvoor zijn, doelmatig met dit soort zaken om te gaan, zodat we inderdaad niet bij de 100,-- die iedereen krijgt toch nog eens een keer extra middelen beschik baar moeten stellen om het uit te delen. Er zijn een aantal zaken genoemd die ik maar even langs wil lopen. Er is door het GPV met name een opmerking gemaakt bij de grondzaken, hoe zit het nou met de inventarisatie van de vervuilde plekken? Inmiddels -want zo'n begroting is natuurlijk al wat eerder geschreven- is die inventarisatie helemaal rond, die is nu bij de provincie en we wachten dus nu bij de provincie af wat zij voor prioriteiten en middelen geven. Maar van onze kant is die zaak helemaal rond. Overigens begrijpt u wel dat je met deze zaken af en toe toch nog wel voor een kleine verrassing kunt komen te staan. De bedrijventerreinen. Er is door een aantal mensen over gesproken. Er is gesproken over een eventuele uitbreiding van de Grachten: wat moet je nou doen, moet je de Nieuwe Gracht nou snel gaan uitgeven? en: wees er nou voorzichtig mee. Het college is hier denk ik altijd heel duidelijk over geweest. Voordat we dit bedrijventerrein in gebruik kunnen gaan nemen, gaat er eerst natuurlijk de gewone tijd aan vooraf die je nodig hebt voor de planologische voorbereiding. Dus voor de tweede helft 1999 is er überhaupt niets om uit te geven. We denken daarnaast dat, gezien het feit dat dit het 'laatste bedrijventerrein van enige omvang is dat in ieder geval in Soest beschikbaar zal komen, wij een duidelijk toewijzingsbeleid moeten hebben. Dat is ook duidelijk naar de bedrijven. We zullen u daarvoor voorstellen doen in deze tweede helft. Dan gaat het er dus niet om van: hoe gaan we nou snel al die grond uitgeven? Neehoe kunnen we aan de ene kant de mensen die tegen 1999 daar behoefte aan hebben, helpen en aan de andere kant: hoe kunnen we ook nog wat overhouden voor de mensen die daarnaast en daarna met name ruimte nodig hebben? Wij denken daarbij aan een selectieve en gefa seerde uitgave van voornamelijk kleine percelen. Want, zoals u weet, we zijn ook nog bezig met het Kamp van Zeist. Het rapport dat door de externe deskundige in opdracht van de stuurgroep daarvoor gemaakt is, daarvan verwacht ik de definitieve versie binnen twee a drie weken, dan komt het direct voor u ter inzage in de leeskamer en dan kunt u de conclusie van de eerste fase zien. Daarnaast zijn we bezig met de Richelleweg en u weet dat wij ook bij de Richelleweg druk in onderhandeling zijn met defensie. Het is nu naar Den Haag geweest en het komt weer terug, wij verwachten ook daarvan dat we in ieder geval binnen een paar maanden -en dat is toch in dat soort overlegtrajecten snel- duidelijkheid kunnen krijgen over welke termijn er grond beschikbaar kan komen voor die transportbedrijven. Want u weet dat dat een bedrijventerrein is dat heel duidelijk aangewezen is om bedrijven die veel grondbeslag nodig hebben en gebaat zijn bij een situatie dicht bij

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 239