20 oktober 1997 38 - Vervolgens zegt het college: nou, dat is leuk, daarvan gaan we in ieder geval een paar ton alvast besteden op een manier waarvan wij denken dat het wel aardig is, maar vervolgens mag u dat natuurlijk niet doen als raad. Zo doen we dat dus niet in dit huis. Ik denk dat we dan met elkaar afspreken: we doen het óf helemaal niet en dan zeggen we: die 500.000,-- is niet ter beschikking en dus wordt daar niet meer over gediscussieerd, einde bericht, óf we spreken met elkaar over die 500.000,-- op een manier waarbij we zeggen: wat vinden we als raad van Soest een goede invulling? Dat betekent in mijn ogen Dan kom ik gelijk bij de heer Ten Hove, op een van de onderdelen van zijn portefeuille. Wat betreft het vereenzamings- verhaal, dat moet me toch ook even van het hart richting collega Krijger, principe, strijd, op de spits drijven, u kent mij hoop ik, we zitten allebei al enige tijd in deze raad, dit soort items worden niet gehanteerd om zaken op de spits te drijven, dan wel er fraaie woorden aan te wijden. Waar het nu juist om gaat en dat is de reden waarom we het steeds naar voren gebracht hebben, is: als voor de ouderen, die we ook volgens uw algemene beschouwingen zo serieus mogelijk moeten nemen als het gaat over hun eigen ideeën en hun eigen wensen, als daar een heel netwerk van vrijwilligers blijkt te bestaan, in de kerk, bij de ouderenbonden, binnen de SWOS en daarbuiten, die zich met stukjes eenzaamheidsbestrijding bezig houden, als die nou allemaal zeggen: wat er fout gaat op het gebied van de eenzaamheidsbestrijding is dat er geen enkele afstemming is. Kom tot die afstemming. En dan hebt u gelijk, liefst binnen de SWOS. Maar u zegt zelf al: als wij vervolgens allemaal stukjes nieuw beleid in de SWOS gaan stoppen en er geen geld bij doen, of geen andere Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik even reageren? Het is heel goed om deze zaak heel open te houden. Wij vinden nog steeds coördina tie van belang. Er is bepleit -de heer Krol kan de stukken nalezen- dat juist de organisaties het niet nieuw beleid noemen, dat ze het bestaand beleid vinden. Het past precies, we hebben gezegd: geen nieuw beleid, bestaand beleid. De SWOS is aangewezen als de instelling, de coördinator voor het ouderenbeleid. Als daar iets gaat opkomen en iets anders terug gaat lopen, dan hoort dat binnen hun bestaande beleid. En niet voor elk nieuw idee, anders geformuleerd, geld bij een ander halen. Dat is wat ik heb bedoeld. Heer KROL (CDA)Ja, nou, uiteindelijk is dat precies hetzelfde wat ik zeg: het hoort uiteindelijk bij de SWOS thuis. Alleen, als je er consequenties aan wenst te verbinden, dan moet het óf uit de breedte van de SWOS óf ergens anders vandaan komen. Als de SWOS zelf kan aantonen -en dat doen we nu met de warme maaltijden ook al- dat het financieel volstrekt grote problemen gaat opleveren, dan kun je twee dingen doen als raad. Je kunt zeggen: nou, dat is dan heel verdrietig en vervolgens gaan we over tot de orde van de dag. En volgend jaar bij de nieuwe raad hebben we weer allemaal hele dikke algemene beschouwingen vol over de vereenzaming van ouderen en dat we er toch allemaal guttegut veel voor over zouden moeten hebben en dat we er zoveel aandacht voor zouden moeten hebben. Dan denk ik: dan zijn we ook naar burgers toe op een ongeloofwaardige manier bezig. Je moet zeggen: het is ons waardevol en we hebben er dus wat voor over, of je moet zeggen: het moet maar binnen de SWOS, wetend dat het niet kan. Nou, dan zijn we ook duidelijk en dan zijn we ook daar Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, mag ik nog even reageren? De tweede keer mogen we wel interrumperen, de eerste keer ook wel een beetje als het maar niet uit de hand zou lopen. Wie bepaalt het beleid binnen de SWOS? Wij, als het goed is, niet. De SWOS doet dat zelf. De SWOS heeft een budget gekregen voor een aantal activiteiten, niet met name genoemd, voor het ouderenbeleid. Dat doen ze. Ik kan me goed voorstellen -en dat doen ze ook wel eens- dat ze bepaalde activiteiten gaan stoppen omdat de vraag minder wordt en iets anders meer prioriteit krijgt. Dat moet men gewoon voortzetten. Het is onzin om cursussen en conferenties aan te bieden met anderen, omdat een ander het goedkoper kan. Zo kun je ook binnen je budget ruimte vinden voor zaken die je belangrijker vindt gaan worden dan bijvoor beeld het cursuswerk. Dat is het overleg dat ze binnenshuis moeten doen. Dat doet men schijnbaar niet zo makkelijk.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 263