22 oktober 1997
- 15 -
Heer LOKKER (CDA)Het gaat wel degelijk om twee zaken die hier in elkaar
geschoven zijn. En zonder dat er extra nadruk op het laatste punt hoeft te
liggen, al vinden we het wel belangrijk. We hebben vaker gevraagd om een
nota over het vrijwilligersbeleid, juist omdat het zo verspreid is en
moeilijk te vangen, zeg maar. Ik denk dat het wel belangrijk is om de
bestaande situatie in kaart te brengen, zeker als het gaat om de knelpunten
die er zijn en de geldstromen die van verschillende kanten naar het
vrijwilligerswerk toegaan. U zegt: er gebeurt wel veel op dit gebied, zo
her en der. Waar wij om vragen is inderdaad toch een totaalbeleid op het
gebied van de vrijwilligers, omdat we voor alle grote zaken die hier in
Soest aan de orde zijn op het gebied van ruimtelijke ordening en economie
duidelijke nota's hebben, maar als het gaat om de sociale infrastructuur,
dan beperken we ons tot wat afspraken die her en der met mensen worden
gemaakt. We vinden dat te weinig. Vandaar dat we toch vast willen houden
aan het in kaart brengen van het vrijwilligerswerk, kijken waar de gemeen
telijke overheid ondersteuning kan bieden, het kan stimuleren en het kan
waarderen, ook dat punt is belangrijk. Het vrijwilligerswerk is weefsel van
de samenleving, stond ook in een artikel, we kunnen niet zonder. Ik denk
dat we als overheid daarin meer kunnen doen. Waarom dat punt 4? Omdat we
inderdaad allemaal hele mooie werkgelegenheidsprojecten hebben, dat hebben
we op verschillende momenten ook gezegd. Maar er blijken steeds mensen te
zijn die buiten die projecten blijven. De arbeidsmarkt heeft daar absoluut
geen ruimte voor, er zijn een heleboel belemmeringen en het lijkt dan goed
om deze categorie 4, die niet goed wegkomt eigenlijk in het reguliere
circuit, via het vrijwilligerswerk te plaatsen. Op dit moment wordt dat in
193 andere gemeenten ook gedaan met veel succes. Het enige wat wij vragen
is te onderzoeken of dat in Soest ook mogelijk is.
g
oed
er
1-
et
ijn
k
U
n
i-
r
En
et
il-
e
VOORZITTER:
vorming
Wij kennen nu de beide standpunten. We gaan over tot besluit-
Heer ROEST (D66)Voorzitter, we hadden een kleine taakverdeling en mijn
naam staat ook onder deze motie. Ik heb aan de woorden van de heer Lokker
wat aanvang betreft niets toe te voegen. Het belangrijkste is dat er een
zeer versnipperd beleid is. Ik wil uw aandacht vragen bijvoorbeeld voor de
belangrijke geldstromen die er dus toch zijn. In november gaan we het hier
integraal hebben over het minimabeleid, een half miljoen van Melkert. Dan
hebben we te maken met een ander terrein dat zijn links heeft met het
vrijwilligerswerk, dat is de Wet instroming werkzoekenden, die dus op ons
afkomt en waar we niet een totaaloverzicht over hebben. Wij hebben te maken
met de centrale indicatiestelling, ook iets dat de komende tijd gaat lopen,
waar het zorgloket zijn plaats in heeft. Reden te meer om te zeggen: hoe
kunnen we het versnipperde terrein in kaart brengen, hoe kunnen we daar
sturing in aanbrengen, dat er niet teveel dingen langs elkaar heen gebeu
ren? Kortom, een goede reden om deze motie aan te nemen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik een vraag stellen? Ik
mis hierin het tijdsaspect. Want een korte termijn is een zeer relatief
begrip, dat kan drie maanden zijn, dat kan drie jaar zijn. Mocht in de nota
naar voren komen dat we zouden willen dat er een deskundigheidsbevordering
en scholing zou komen en mochten we willen dat er een collectieve verzeke
ring zou komen, dan heeft dat weer met financiën te maken. Dus het zou
misschien goed zijn om te zorgen dat het voor de voorjaarsnota zou zijn,
want dan kun je daar eventueel besluiten nemen.
VOORZITTER: Ik zie dat de indieners dat met ja-knikken onderstrepen, dus we
nemen dat dan op in de tekst. Dus: voor de voorjaarsnota. Nog een korte
toelichting van de wethouder en dan gaan we over tot stemming.
Wethouder BLOMMERSJa, ik wou toch even opmerken dat de wet WIW nu juist
bedoeld is voor alles wat u vraagt. En u wilt er gewoon niet even op
wachten. Volgende maand krijgen we de Wet inschakeling werkzoekenden en in
tegenstelling tot wat de heer Lokker denkt, gaat dat ook over de mensen die
op dit moment nog niet in een traject zitten, maar gaat het er wel degelijk
om ervoor te zorgen dat degenen die niet in een traject kunnen zitten dat
nu of op korte termijn tot werk leidt, sociaal actief worden betrokken bij
de samenleving. Daar is het vrijwilligerswerk een onderdeel van. Daarmee