18 december 1997
- 14 -
Heer JOUSTRA (BAM)En ik sluit me daar graag bij aan, voorzitter.
Heer BOERKOEL (PvdA)Als de heer Meilof terug wil naar het kerkenarmen-
fonds, dan moet hij dat vooral doen, maar dat is niet de taak van de
gemeente om op die manier met die mensen om te gaan.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Dit klinkt heel bewogen, voorzitter. Goeie
mensen, ik ben er echt van onder de indruk. Voorzitter, ik blijf bij die
visie dat er mensen zijn die acht jaar lang op dit niveau leven en die dat
zo gewend zijn, dat het voor hen een hele gewone, haalbare zaak is, omdat
ze op een eenvoudig niveau hebben leren leven. Er zijn mensen die twee jaar
in een uitkering leven, die een gezin hebben en die door onderwijsonkosten
enzovoorts, dit nauwelijks redden. Ik denk dat het goed is om hier niet met
vrome bewogenheid, zoals de heer Boerkoel doet, dit soort dingen uit te
roepen alsof het iets vreselijks is wat ik zeg. Je mag best een realist
zijn op dit gebied.
Mevrouw HUBERTS (WD)Voorzitter, evenals de heer Meilof bespeurde ik ook
bij de wethouder een zekere onzekerheid ten aanzien van die 200,-- daar
waar hij er vooralsnog van uitgaat dat het allemaal juist is. In die zin,
op het moment dat het juist is en dat u dat ook onderzocht hebt, kunnen wij
daar helemaal mee akkoord gaan. Maar op het moment dat het niet juist
blijkt te zijn, wil ik graag weten wat de gevolgen zijn voor die mensen en
hoe we dat dan moeten gaan oplossen. Dus ik zou me kunnen voorstellen dat
we het voorstel aannemen, tenzij, en dat u eerst onderzoek doet hoe dat
precies zit ten aanzien van die 200,-- en bij ons terugkomt als het niet
akkoord is. Als reactie op het amendement van de BAM-fractie, het is niet
zo dat wij niet horen wat de BAM-fractie wil, het is niet zo dat wij niet
luisteren naar wat de BAM-fractie wil, maar wij leven wel in een vrij land,
dus ook ons is het vrij om een andere mening daartegenover te stellen. Die
andere mening is dat wij dus geen behoefte hebben aan het amendement en dat
wij dus vinden dat het geld dat het college beschikbaar wil hebben voor
betere voorlichting en voor betere begeleiding en scholing van ambtenaren,
dat het heel terecht is, daar waar wij van diezelfde ambtenaren vragen dat
ze voor ons van alles gaan ontwikkelen op het gebied van voorlichting, dat
ze mogelijk de formulieren gaan vereenvoudigen en zo zijn er nog een
heleboel andere zaken. Dus het is niet zo dat we niet luisteren naar u,
maar we hebben gewoon een andere mening.
Heer GLASTRA (BAM)Voorzitter, mag ik hierop reageren? Dat het niet in de
inleiding staat, wat mevrouw Huberts hier naar voren brengt.
Heer KROL (CDA)Voorzitter, als een voorstel wordt gedragen door een groot
deel van de raad en iedereen is heel erg blij in eerste termijn, dan heb je
voor je het weet een tweede termijn waarin iedereen elkaar in de haren
vliegt. Ik denk dat we daar toch voor moeten waken, want het is nog steeds
een aardig voorstel. Voor al degenen die zeggen: het is nog wat onduide
lijk, zouden we er niet nog eens naar moeten kijken, zouden we het voor
waardelijk moeten aannemen, dan nog maar even over het stuk zelf. Punt 1,
waarbij het gaat over: hoe gaan we nou om met die algemene bijdrage, daar
staat eigenlijk al dat er nog verschillende aspecten zijn die u nader wilt
onderzoeken en waarvan u zelf zegt, als we dit voorstel aannemen zult u in
de uitvoeringssfeer terugkomen in de commissie om dat aan ons voor te
leggen. Met andere woorden, u weet exact wat de raad wil, de raad is blij
met het voorstel, u werkt het netjes uit, u komt terug in de commissie en
we zijn allemaal alsnog tevreden.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, er werden wat opmerkingen gemaakt dat het zo
bevreemdend is dat wij het amendement van de BAM zouden steunen. Ik denk
dat het een goede wijziging is die zij voorstellen en dat die compleet in
overeenstemming is met onze eerder naar voren gebrachte bezwaren. Wij
zouden het liefst zien dat er zoveel mogelijk middelen voor deze doelgroep
worden ingezet. Daar voldoet het aan, dus blijven we bij onze steun voor
dit amendement. Ik vind het jammer dat het niet door een meerderheid wordt
gesteund.
9.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, dat van die defiscalisering is