- 2 -
20 maart 1997
- 3 -
ik mijn vraagstelling op toespitsen, ik denk dat dat heel belangrijk is.
Bufferzones zijn open ruimtes binnen stedelijke agglomeraties waar het rijk
geen verstedelijking zal toelaten. Er zijn in deze herziening van de PKB
voorstellen voor bufferzones in onze omgeving. Ik noem er twee: tussen
Hilversum en Utrecht een uitgebreid gebied tussen de plassen en Lage
Vuursche, er is ook een veel kleiner gebiedje tussen Huizen en Blaricum.
Daarmee wil ik aantonen dat je ook hele kleine gebieden als bufferzone kunt
benoemen. En aan bufferzones zit een bepaalde verplichting van de overheid
vast. Maar geen bufferzone tussen Amersfoort en Utrecht en geen bufferzone
tussen Hilversum en Amersfoort. Het gevaar voor verstedelijking -daar wil
ik met kracht op wijzen- blijft aanwezig. In dezelfde nota staat op
bladzijde 82: "Op korte termijn dient onderzoek te worden gestart naar
verstedelijkingsmogelijkheden na 2010 in het oostflankgebied Almere-
Utrecht-AmersfoortDat is een heel belangrijk punt. In diezelfde tentoon
stelling van vandaag wordt al vooruitgelopen op beleid dat wordt ontwikkeld
-vergis u niet- voor 2030. Regeren is kennelijk vooruitzien en in een klein
Nederland is dat zeer belangrijk. De regie in onze omgeving is wat afwach
tend. In onze regio heeft ons samenwerkingsverband Eemland eigenlijk nog
niet echt het initiatief genomen. De belangen zijn nog te veel verschil
lend, denk ik. Amersfoort heeft weer andere belangen dan bijvoorbeeld Soest
en Baarn. Het VNG betreurt dat gemeenten op deze herziening PKB zo weinig
zijn ingesprongen. Waarom zouden wij niet het initiatief kunnen nemen met
gemeenten in de omgeving, daar bedoel ik ook bij Den Dolder, dat is dus de
gemeente Zeist, Bilthoven, Baarn om zones van buffergemeenten te veranderen
of eventueel nieuwe zones aan te wijzen. Ik heb het dan over zones en dat
wil ik beklemtonen, zones waarvan volgens mij iedere partij in deze raad
denkt dat die groen moeten blijven. Ik heb het dus niet over verhindering
van bouwen binnen de bebouwde kom, maar ik heb het over de echte groene
zones, dus achter de Wieksloot, achter het paleis, dat soort zones. Die
aanwijzen als bufferzone. Mogelijk ook, maar dat is dan een punt dat ik het
college zou willen laten uitzoeken, een gebied tussen Amersfoort en Soest.
Voorzitter, ik denk dat het afgeven van signalen een zeer gewenste zaak is
richting het rijk. Vandaar dat ik deze vraag heb ingediend. Ik ben benieuwd
hoe u erover denkt en hoe mijn collega's hierover denken.
VOORZITTERDan geef ik nu eerst voor de beantwoording van de vraag het
woord aan de wethouder en daarna is de raad aan de beurt
Wethouder TEN HOVEVoorzitter, zoals de heer Roest zelf al aangaf, gaat
zijn toelichting verder dan de vraag die hij heeft gesteld. Ik beperk mij
in eerste termijn toch maar tot het beantwoorden van de vraag. Ook terwille
van de publieke tribune is het misschien goed als ik de vraag even voor
lees
Is het college voornemens om, nu het rijk geen rem zet op de verdere
verstedelijking van Soest, zich alsnog in te spannen om middels het
indienen van een zienswijze te vragen om een restrictief beleid voor
de gemeente Soest?
Het antwoord van het college is als volgt. De Planologische Kernbeslissing
Nationaal Ruimtelijk Beleid, zoals verwoord in de vierde nota ruimtelijke
ordening extra, wordt geactualiseerd. Dat gaf de heer Roest ook al aan. Bij
die actualisering is het huidige Vinex-beleid uitgangspunt. De actualise
ring richt zich vooral op de concretisering van het beleid voor de periode
2005 tot 2010 met een doorkijk naar 2015. Heel nadrukkelijk gaat het om een
partiële herziening, dus een gedeeltelijke herziening van de Vinex. Een
fundamentele herziening van het beleid is niet aan de orde. Ook veranderin
gen in de uitvoering voor de periode tot 2005 zijn evenmin aan de orde. De
herziening is tot stand gekomen in overleg tussen de verschillende ministe
ries, de provincies en de zogeheten BON-regio's. Voor de randstad hebben de
vier randstadprovincies en de vier BON-regio's gekozen voor een gezamenlij
ke aanpak en die hebben daartoe een viertal projecten uitgewerkt, respec
tievelijk geheten de noordvleugel, het groene hart, de zuidvleugel en de
binnenstedelijke verdichting. Het door de fractie van D66 in haar vraag
genoemde restrictieve beleid staat in de partiële herziening niet ter
discussie. De provincie geeft aan welke gebieden voor verstedelijking in
aanmerking komen. Dat betekent dat het huidige streekplan, dat overigens