4 -
24 april 1997
- 5 -
Informatiecentrum Bewerkt Lood, en in de publieke sector een deskundig
politicus op velerlei terrein. Vandaar de onderscheiding die je vanavond
kreeg van de Koningin, voor wat je hebt betekend. Van harte gefeliciteerd
namens de raad.
Jan Zwaanenburg is niet gemaakt van het eeuwige lood of zink, maar is
gewoon een kwetsbaar mens van vlees en bloed. Dat beseft hij maar al te
goed als je al 2M jaar doodziek ligt te staren naar die ene vergankelijke
boom achter in je tuin, waarbij je je afvraagt: zie ik hem deze zomer nog
in volle bloei?
Je bent in je werkzaam leven een man van de wereld geweest, een realist en
je weet dat je binnen afzienbare tijd gaat "hemelen", zoals je het zelf
uitdrukte. Letterlijk zei je tegen mij de vorige week toen ik dit merkteken
(of trotseerloodje) van je kreeg: "Ik weet waar ik vandaan gekomen ben en
ik weet waar ik terecht kom.Ik hoop van harte dat lijden je gespaard
blijft. Als nestor bied ik je namens alle collega's in de raad drie
geschenken aan, een fotoboek van de provincie Utrecht, een schilderij,
ingelijst, een doorkijkje in de richting van de Petrus en Pauluskerk -dat
moet je aanspreken- en het wapen van Soest in glas-en-lood.
Ik wil eindigen met een gedicht waarboven staat: Merkteken.
In het weiland achter bij Arie van den Breemer ligt een knotwilg
ter aarde omgewaaid uit het lood geslagen de wortels boven de
grond de kruin op de bodem alles keert weerom keert zich om
de aarde opgehemeld, de hemel op aarde zoals het in het paradijs
begon. Jan Visser
VOORZITTERDank u wel, mijnheer Visser, voor de door u gesproken woorden.
Ik heb begrepen dat de heer Zwaanenburg ook het woord wil. Aan u het woord.
Heer ZWAANENBURG (CDA)Voorzitter, er staat weliswaar een ietwat pluizig
heerschap voor u, maar ik heb daar slechts één uitleg voor: het is voorjaar
en ik beschouw die pluisjes niet als restanten van een oude haardos, maar
als het begin van een nieuwe. Ik ervaar, als je het zo beschouwt, wordt dit
toch wel kaal voorjaar toch een beetje warm. Warm, voorzitter, wordt het
zeker als ik zie wat mij wat mij vanavond ten deel valt. Ja, dan moet je je
goed voorbereide woorden toch ook weer de ruimte geven voor een speciaal
dankwoord. Natuurlijk dank voor de vriendelijke woorden die ik vanavond
mocht ontvangen, maar natuurlijk eerst en bovenal dank aan Hare Majesteit
voor de hoge onderscheiding die ik vanavond mocht ontvangen en die u mij
mocht uitreiken. Ik denk dat het mij wel zal vergaan zoals ik weet dat het
ook andere mensen weieens vergaan is, dat je pas veel later eigenlijk
precies beseft wat je is overkomen en dat je dan eigenlijk nog veel meer
had willen zeggen. Maar mag ik het bij deze dankwoorden van respect en
eerbied aan de Koningin laten? Dank ook aan u en ongetwijfeld anderen die
mij voor deze hoge onderscheiding hebben willen voordragen.
Voorzitter, warm krijg je het er wel bij, maar ik mag één iemand toch ook
niet vergeten te danken en dat is mijn lieve vrouw. Ik weet zeker dat ik
zonder haar deze lange periode van -zoals u dat noemt en zoals ook de
nestor dat noemde- politiek werken Je kunt geen politiek dier zijn als
er niet een huis is waar een vrouw dit allemaal mee wil dragen en mee wil
steunen. Dat doet ze dan in stilte en dan kun je je afvragen: wie heeft nu
eigenlijk een onderscheiding verdiend? Bedankt daarvoor.
Voorzitter, is er reden tot enig verdriet? Voortijdig een taak beëindigen
is niet prettig, maar natuurlijk is er ook reden voor blijdschap en dank,
want er waren ook vele mooie, warme en blije momenten. Laten die vanavond
niet ontbreken, het leven kent nu eenmaal een afwisseling van vreugde en
verdriet
Dat ik zo vrij ben geweest om ietwat in strijd met de gebruiken in dit
huis, gebruik te maken van dit spreekgestoelte, dat moge niet geheel vrij
zijn van enige ijdeltuiterij, maar het heeft toch voornamelijk een andere
reden, die ik u niet wil onthouden. Gedurende de jaren dat ik in deze raad
mocht vertoeven, hebben wij elkaar zowel letterlijk als figuurlijk recht in
de ogen mogen zien. Een goede zaak, natuurlijk, stel je voor. Helaas was er
ook een groot nadeel aan verbonden en om dit te begrijpen, dienen we de
f. door Godfried Bomans verzamelde memoires van de politicus en oud-minister
ff^ypdot do Boo te raadplegen. Want, voorzitter, schreef deze grote politicus
niet: "Had ik tijdens mijn toespraken maar meer kennis mogen nemen van de