sft Leid. Ik it jn. Maar lager t ze de fracties n even, kijk toch goed dat je niet te ver gaat in de drang om die 150.000,-- binnen te halen. Aan de andere kant zegt D66: denk er ook goed aan dat de mogelijkheid tot efficiencybevordering eigenlijk constant gestimuleerd moet zijn. Ik denk dat we inderdaad op die weg zitten, in een goede afweging tussen aan de ene kant het feit dat je natuurlijk nooit moet zorgen dat je personeel zo overbelast is dat ze haar taken niet meer kan doen en aan de andere kant moet je wel efficiënt proberen te werken. Wat dat betreft heb ik ook het volste vertrouwen in het overleg dat we zullen hebben met de ondernemingsraad. De brief van de ondernemingsraad vraagt namelijk: wilt u met ons kijken waar het mogelijk is en waar niet? Dus ik denk dat in zo'n overleg die zaken ook aan de orde moeten komen en dat je dan ook niet moet proberen om drie jaar vooruit te kijken in de concrete invulling, maar zoals de ondernemingsraad zegt: zo'n anderhalf jaar van tevoren heb je een beter beeld, kijk dan op welke termijn je iets doet. Maar dat wil niet zeggen dat je niet als college moet aangeven dat er toch gestreefd moet worden naar beheersing van de aantal guldens die aan loonkosten opgaan. En dat wens ik toch eigenlijk te handhaven. Over de sport zal de heer Van Logtenstein wat zeggen. De hondenbelasting. Ik heb niet paraat hoe het nu precies is in de omlig gende gemeenten. Ik heb wel eens een staatje gezien en ik wil het graag voor u ter inzage leggen. GGS zegt nog eens: bij de inkoopfunctie zou ik toch willen dat u daar wat harder achteraan gaat. Nou, misschien is er toch een soort van misverstand in die zin, dat wij de inkoopfunctie al op het lijstje hebben staan, daar gaan we al mee aan de gang, dat moet zo gauw mogelijk gebeuren. Dat is ook in gang gezet, we hebben er alleen geen bedrag voor geraamd. Maar ik hoop dat ik u ervan kan overtuigen dat we wel degelijk de inkoopfunctie als een zeer belangrijke mogelijkheid zien om in ieder geval door het hele proces door te lichten ervoor te zorgen dat het winst gaat opleveren. Dan de verhoging van de o.z.b. Ik moet u zeggen, vorige week toen we naar huis gingen, had ik toch het idee dat u met het college heel nadrukkelijk -ik heb het niemand horen ontkennen- vond: over die o.z.b. moet gepraat worden, die moet verhoogd worden, zeker in de jaren 1998 en 1999. Over het jaar 2000 heeft het college gezegd: dan willen we een soort tussenstand hebben om te kijken hoe de zaak zich ontwikkelt en hoe je dat aanpakt. Waarom hebben we dat gedaan? Omdat met name de financiële nood in 1998 en 1999 hoog is. Nu zou je kunnen zeggen: ja, u had toch gezegd dat u in deze collegeperiode 1994-1998 geen o.z.b.-verhoging zou voorstellen. Nee, maar toen we dat afspraken met z'n allen, hadden we nog niet door dat we 10,6 miljoen gekort zouden zijn. En ik denk dat het niet alleen voor een wethou der van financiën, maar voor een college gewoon onverantwoord zou zijn als we zouden zeggen: we wachten nog een jaar. Ik herinner me nog dat toen de berichten binnenkwamen, dat u wilde dat we eigenlijk twee maanden geleden al noodmaatregelen gingen nemen. Dus ik denk dat we nu een goede, afgewogen methode hebben gevonden waarbij we zeggen: voor zover we het nu kunnen inschatten beginnen we voor de jaren 1998 en 1999 met een heel stringent programma en dan moet ons de mogelijkheid geven om in het jaar 2 000 nog een tussenbalans op te maken. Wat betreft de o.z.b. en de differentiëring voor het bedrijfsleven. Het college heeft al gereageerd in het verslag in die zin, dat wij denken dat het een slechte zaak is. Ik denk ook niet dat het juist is tegen een van de economische peilers van je gemeente -en dat is ons bedrijfsleven- in een idee van: ze maken toch winst, dat is iets wat je over hebt, te zeggen: nou, geef maar een stukje aan de gemeente. Persoonlijk denk ik dat het heel belangrijk is dat ze blijven investeren in deze gemeente om te zorgen dat de werkgelegenheid gehandhaafd kan blijven. Dat laat natuurlijk onverkort dat je over de tarieven van de o.z.b., over de hoogte daarvan als raad beslist. En dan zou je op een goed moment ook eens moeten kijken naar de waarde van de bedrijfsgebouwen. Ik denk dat het wat te luchthartig is en dat het op zo'n moment -ik zal u verzekeren dat de bedrijfsgebouwen aanmerkelijk minder in waarde zijn gestegen dan de huizen- niet logisch is om deze conclusie maar in één keer te trekken. Dat zult u echt moeten doen met alle gegevens erbij en dan hoop ik -dat weet ik zelfs- dat u het collegestandpunt zult volgen. Heer JQUSTRA (BAM)Bij interruptie, voorzitter, is de wethouder bereid om - 34 - 24 april 1997 - 35 - n, dus we rlei d isen Als ibben :er, we ie zodanig s zo een htook n en iie voor ien. .edig regen Leuwe =e, we ie Dben we ts hoger t 1 ik n de fase e alvast oor ons s namens .ngezwen- dat je geld, ;n goed >p dit en dat i we tot

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 86