24 april 1997
- 42 -
voorstellen dat daar nou zo'n hoge mast op dat gebied vlak bij die polder
uitkomst biedt voor de problemen waarmee ze zitten. Als ik denk dat die
mast zowel voor Baarn als Soest moet werken, dan vermoed ik dat er om de
tien meter zo'n mast moet staan in Nederland en dat lijkt me een beetje
overdreven. Dus laat de heer Ruijssenaars, die dacht dat deze brief
vertrouwelijk zou zijn, het hier nog maar eens in een commissievergadering
uitleggen. We zijn tegen dit voorstel.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, ook wij zijn tegen het voorstel. In de
commissie heb ik gezegd dat het voor ons een visuele vervuiling is van de
polder. Dat doe je niet op het laagste punt. De firma Libertel heeft vorig
jaar 500 miljoen uitgegeven voor propaganda van haar net en vindt naar onze
mening een goedkope mast die lekker hoog is een stuk goedkoper dan twee
kleintjes. Dat is in het onderzoek niet opgenomen. Bij de locaties die in
het onderzoek vermeld staan heb ik bijvoorbeeld ook niet gezien of er is
gekeken naar het bevestigen van die mast op het Griftlandcollege, wat een
stuk minder problemen zou geven. In een eerdere situatie, bij een andere
mast, was daar een bereidheid. Het is jammer. Ik vind dat niet alle
locaties goed onderzocht zijn. Mijn fractie is tegen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, wij hebben begrepen op dit moment
dat de feitelijke situatie zo is dat het grond is van de provincie en dat
het overgedragen gaat worden aan het waterschap. We hebben ook begrepen op
dit moment dat de provincie bezwaren heeft, dus dan hebben we daarmee
indirect een probleem. Nu wordt het mogelijkerwijs overgedragen en mis
schien dat partijen dan nog eens met elkaar om de tafel gaan zitten. Ik zou
dan ook aan u willen vragen -ik heb dat overigens ook in de commissie
gevraagd- zou het mogelijk zijn dat er een soort financiële vergoeding
gegeven gaat worden? Andere gebouwen krijgen we ook iets voor terug. En als
het onze grond niet is, dan is het in ieder geval grond van de provincie,
c.q. het waterschap en dan hebben zij eventueel recht op een vergoeding.
Dat vind ik een punt dat nu onvoldoende aan de orde is gekomen, want u hebt
daar geen reactie op gegeven. Ik denk dan ook dat het helemaal niet erg is
als we dit voorstel nog eens een maand aanhouden, zodat er in ieder geval
door de partijen opnieuw aan tafel gezeten kan gaan worden. Want men kan nu
concreet toch niets, omdat er nog bezwaren zijn, zoals ik ze net genoemd
heb. Dus wat is er tegen om het nog even aan te houden en daarnaast ook de
financiële mogelijkheden nog eens even te bezien?
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, dit is een planologisch voorstel en
onze fractie heeft om een onderbouwing van het voorstel gevraagd. Die
hebben we gekregen en onze fractie is akkoord met dit voorstel.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voor mij gold ook dat ik een onderbouwing heb
gevraagd. Ik heb een onderbouwing gekregen die ons toch op zo'n manier van
informatie voorziet dat ik hetzelfde ervaar als wat de heer Roest zegt. Hij
geeft bepaalde kanttekening erbij en in die zin ben ik blij met het
voorstel van mevrouw Stekelenburg om het terug naar de commissie te doen.
Ik ben er ook sterk voor om een vertegenwoordiger van Libertel daar uit te
nodigen waar we vragen aan kunnen stellen om erachter te komen of dit moet
of dat het alleen maar, zoals de heer Roest het uitdrukt, een commercieel
gegeven is dat één grote mast beter is. De plek is zeer ongunstig, als het
dus anders opgelost kan worden, moeten we dat doen. Dus ik wens graag een
gesprek met Libertel en dan kan het in de volgende vergadering terugkomen.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, we zijn tegen dit voorstel en we sluiten ons
voor de rest aan bij wat de anderen al voorstellen, laten we maar eens met
Libertel gaan praten in de commissie.
Heer KRIJGER (WD)Mijnheer de voorzitter, het is wonderbaarlijk dat dan
in 635 gemeenten Libertel min 35 gemeenten ongeveer, erin geslaagd is de
argumenten neer te leggen dat men die voorzieningen mag bouwen die de
minister heeft willen uitvoeren met een ander net ernaast. Alleen in de
laatste 3 5 gemeenten gaat het alsof je er met kleine schoenen door de
blubber moet lopen. Wanneer komen we zover? Want het komt er natuurlijk
wel, alleen wanneer? Nu zal een deel van de raad, misschien net niet de