16 januari 1997 - 8 - wat merkwaardig over dat de gemeente Amersfoort plotseling zegt: wij hebben begrepen van de provincie, we weten zeker dat het er niet komt in Soest. Nee, dat haal je de koekoek, die willen heel graag daar zelf een golfbaan hebben. Dat komt heel merkwaardig over. Ik denk ook dat u dat maar eens uit moet praten en op moet lossen bij de gemeente. Ik denk gewoon dat Amers foort een zakelijk belang heeft bij het feit dat ze zelf daar een recrea tieterrein kunnen vestigen in een gebied dat naar onze mening waardevoller is dan het hele Monnikenbosch. Dat blijft dan toch een merkwaardige zaak dat de provincie dan zo stellig zou zeggen: het komt niet in Soest, het moet daar in Amersfoort komen. Ik vind dat u wat dat betreft uw inspannin gen nog steeds moet nakomen, ook gezien in het licht van eerder gedane toezeggingen en gewekte verwachtingen. Wat dat betreft zijn we het dus met uw voorstel eens, behalve de laatste zin dat u geen inspanningsverplichting meer zou hebben, want die hebt u naar onze mening nog wel degelijk. Heer ROEST (D66)Voorzitter, ik kan kort zijn na de voorgaande sprekers. D66 is niet tegen een golfbaan, heb ik al eerder betoogd. Wij zijn tegen een golfbaan op deze plaats, in een bos in de ecologische hoofdstructuur. We denken dat het niet meer van deze tijd is. Wij denken dat het op een andere plaats terecht zou moeten komen. Er is net door voorgaande sprekers verwezen naar buren. Ik dacht dat de heer Boerkoel het had over het Eemdal -volgens mij grenst dat aan de gemeente Amersfoort- en we hebben het gehad over Amersfoort. Ook mijn partij is bezorgd over de ontwikkelingen op het gebied Birkhoven. Wij denken dat er een enorme verkeersaanzuigende werking kan komen voor de BirkstraatIk heb zelfs gehoord dat er aan de overkant van de weg, op het terrein van het oude woonwagenkamp, een groot parkeerterrein zelfs moet worden gecreëerd. Dat zijn ontwikkelingen die niet mis zijn en ik maak van de gelegenheid gebruik om voor dit gebeuren te waarschuwen, het is zaak uiterste waakzaamheid te betrachten. Ik denk wel dat iedere raad zijn eigen afweging moet maken en ik denk dat deze raad dat op zijn manier doet. D66 is het helemaal met uw voorstel eens, met de volledige strekking. Wethouder TEN HOVEVoorzitter, in de afgelopen drie jaar is al vele malen over het golfen gesproken. Ik zal dus voor een belangrijk deel wel dingen zeggen die ik al vele malen eerder gezegd heb. We zitten al heel lang in de kip-en-ei situatie. De provincie zegt: gelet op het streekplan -althans, zo was de situatie dik twee jaar geleden- als er eventueel een MER wordt uitgevoerd, dan willen wij eventueel de deur op een kiertje zetten. Maar inmiddels zijn we twee jaar verder, de MER is niet uitgevoerd. We hebben wel voortdurend met de provincie overleg gehad. Daar is allerlei correspon dentie over. We hebben het gewest geraadpleegd op verzoek van de provincie. Het resultaat was dat de provincie vervolgens datgene wat in het gewest besproken is, terugstuurde naar Soest en zei: beraadt u zich maar over wat u daarmee gaat doen. Nou, dat beraad heeft opgeleverd het voorstel zoals het nu voor u ligt. Toevallig kwamen nu het beroep bij de Raad van State en de gang van zaken rondom het overleg met de provincie en het gewest bij elkaar, vandaar dat het ook in één voorstel tot uiting is gekomen. U kunt zich verenigen met het intrekken van het beroep. Ik beluister dat een meerderheid van de raad problemen heeft met de passage waarin we zeggen: verder overleg heeft ook niet zoveel zin meer. Het college blijft toch bij die mening. Ik heb de afgelopen week nog overleg gehad met de provincie, zij het over andere zaken, maar ik heb toen deze zaak ook nog eens aan de orde gesteld. Het is mij een- en andermaal duidelijk geworden dat de deur bij de provincie dicht is. Uw vraag is uiteraard: ga dat dan nog maar een keer zwart op wit halen, dat is eigenlijk wat ik bij u beluister. Dat overleg, als de raad dat vraagt, dan zullen wij dat uiter aard ook uitvoeren, maar ik denk daarmee duidelijk gemaakt te hebben wat mijn inschatting is van het resultaat daarvan. VOORZITTERWenst iemand in tweede termijn het woord? Heer KROL (CDA)Daar heb ik maar één ding aan toe te voegen, voorzitter. Als de wethouder dat zo in de mondelinge contacten met de gedeputeerde heeft vernomen, dan heb ik graag dat de gedeputeerde dat op schrift voor ons stelt, zodat wij inderdaad deze poging kunnen staken. Zolang dat niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1997 | | pagina 9