25 juni 1998
- 19 -
vreugde, dat het twintigjarig bestaan is. Ook in die commissie hebben wij
onze afwegingen uitgesproken hoe moeilijk wij het vinden om hier een
besluit over te nemen. Aan de ene kant, wat we allemaal raadsbreed hebben,
er moet natuurlijk een bibliotheek zijn, het is een algemeen belang. Een
cultureel iets moet er zijn, we moeten dus een vorm hebben van een C-drie
in welke vorm dan ook, niet alleen vanwege theater, maar ook vanwege andere
voorzieningen die daarin zijn. Al met al hebben we gezegd: we zijn er
allemaal raadsbreed van overtuigd dat die voorzieningen er moeten zijn.
Echter, we hebben in de kerntakendiscussie in onze oneindige wijsheid als
raad besloten dat er bezuinigd moest worden. Eén van de uitvloeisels
daarvan was dat één van de beide gebouwen van de bibliotheek gesloten moest
worden en naar het andere gebouw overgegaan moest worden. Het lijkt bijna
of dat het begin van een stukje ellende is geweest. We zitten dus nu met
het probleem dat we een gebouw hebben dat niet aan de eisen van de tijd
voldoet. We hebben toen gezegd: dan moeten we C-drie en bibliotheek gaan
verbouwen. Maar gedurende die periode kwam er steeds meer ellende boven
water. De geschiedenis zoals de heer Roest die geschetst heeft over de
bibliotheek hebben wij ook uitgebreid uit de doeken gedaan, alleen, de
laatste overwegingen die de heer Roest zei, daar waren we zeer over
geschokt die te vernemen. Al met al is het een feit, de Stichting Willaert
wil hiermee doorgaan, vraagt aan ons een garantie hiervoor. Maar wat wij
niet weten en waar we sterk onze twijfels over hebben: kan de Stichting
Willaert überhaupt in de toekomst kijken hoe zij deze geldlening zouden
kunnen afdoen? Wij gaan uit van de goede trouw van de Stichting Willaert,
uiteraard, het zijn allemaal vrijwilligers die ook een goed hart onze
bibliotheek en de cultuurgeschiedenis toedragen en het cultuurgoed van
Soest. En toch hebben wij onze twijfels hierover. Hoe denken zij dat in de
toekomst te kunnen voldoen? We hebben wel een paar opmerkingen gelezen dat
mogelijk inderdaad bijvoorbeeld de bibliotheek, dat daar het geld verhoogd
zou kunnen worden, dat eventueel de cursusgelden verhoogd zouden kunnen
worden, maar meer hebben wij daar niet van gezien. Wij zouden dus in eerste
instantie willen zeggen: waarom besluiten we nu tot dit voorstel? Laten we
nog eens uitgebreid met de Stichting Willaert om de tafel gaan zitten,
laten we eens gaan kijken: moeten we in de toekomst inderdaad met dit
gebouw verder? We hebben nu een zo uitgekleed voorstel gekregen dat je je
zelfs af kunt vragen: het voldoet misschien de komende paar jaar, maar
voldoet het inderdaad over twintig, dertig jaar nog? Dat moet je natuurlijk
ook meenemen als je in dermate grote geldbedragen gaat denken. Al met al
voor ons nog heel veel vraagtekens
Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP)Voorzitter, ik heb deze discussie nog niet
al te lange tijd meegemaakt, ik heb wel geprobeerd zoveel mogelijk van
stukken uit het verleden kennis te nemen. Ik kan daarbij toch aansluiten
bij wat de heer Roest ook vermeld heeft, dat de raad daarin ook niet altijd
even handig geopereerd heeft, door steeds maar volgende stapjes te accorde
ren zonder over de volledige informatie te beschikken. Waar we nu voor
zitten is dat we een geldlening moeten garanderen, een garantstelling
daarvoor moeten vaststellen. Ik ben heel gelukkig met het gegeven dat er
een financiële begeleiding en controle bij de stichting gaat komen. De
garantstelling leidt er naar mijn idee dan ook alleen maar toe om nu nog
niet vast te stellen of we er als gemeente voor opdraaien, maar dat in de
loop van de tijd zal blijken of die garantstelling negatieve kosten voor de
gemeente zal gaan betekenen. Ik vind het een gigantisch bedrag voor zo'n
instelling
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, in deze discussie spelen eigenlijk
twee itemsAan de ene kant het rendement dat op een gegeven moment beoogd
is te behalen in de kerntakendiscussie en aan de andere kant de eisen die
daarbij zijn gesteld ten aanzien van de toegankelijkheid. Ik wil die punten
heel kort nog even aanstippen, want de afgelopen periode zijn er al heel
veel woorden, ook door mijn fractie, aan gewijd. Het rendement dat beoogd
werd met de kerntakendiscussie rond de integratie van C-drie en bibliotheek
op één locatie, wordt niet meer gehaald. Inmiddels zien we dat we ongeveer
drie miljoen over de oorspronkelijke ramingen heengaan qua totale kosten.
Sterker nog, op dat moment ontstaat er zelfs een negatief rendement. Dus de
kerntakendiscussie in financiële zin beantwoordt op dit moment niet meer
aan de oorspronkelijke doelstellingen voor wat betreft de integratie van C-