25 juni 1998 - 25 - - dat uit de brief van 28 april 1997 van de bibliotheek aan de gemeente Soest blijkt dat de wethouder wel degelijk op de hoogte was van de halvering van de openingstijden; - dat het bestaan van deze gedetailleerde informatie in de raads vergadering van januari 1998 door de verantwoordelijk wethouder werd ontkend; - dat de wethouder daarmee de raad bewust onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd; - dat het verschaffen van betrouwbare informatie van het college aan de raad een essentiële voorwaarde is voor een goede controle functie van de raad; concludeert - dat de wethouder niet langer het vertrouwen geniet van de raad; en gaat over tot de orde van de dag. VOORZITTER: De tweede termijn was nog aan bod. Het is wellicht goed dat ik iedere fractie toch nog de gelegenheid geef het woord te voeren en met name om ook meteen te reageren op de motie zoals die door de heer Roest is voorgelezen en inmiddels ook is uitgedeeld. Heer LOKKER (CDA)Ik had nog een vraag over het raadsvoorstel, op de motie zal de heer Middelkoop reageren. Door de commotie is niet voldoende antwoord gegeven op de vragen die ik heb gesteld, namelijk als het ging om de vijf voorwaarden die wij aan dit voorstel willen hechten. Ik wil graag van de wethouder een duidelijk antwoord daarop hebben. Nog één punt dat ik onduidelijk vind, dat is het begrip rendement. Mis schien dat daar nog wat opheldering over kan komen. Dat hoeft niet nu, het aanstellen van een financieel controller is toch ook bedoeld om dat rendement te gaan meten voor nu en voor de toekomst, dus ik wacht daar de antwoorden wel van afHet is wel zo dat in dit soort discussies als het gaat om openbare voorzieningen, door de overheid gefinancierd, het begrip rendement niet dezelfde betekenis heeft als rendement bij een commercieel bedrijf. We noemen dat hier maatschappelijk rendement, dat hebben bedrijven natuurlijk ook wel, maar een overheidsbedrijf in het bijzonder moet het maatschappelijk rendement meten, dat is haar specifieke verantwoordelijk heid. De reden waarom wij akkoord gaan met dit voorstel is onder andere omdat het maatschappelijk rendement, dat heb ik in mijn inleiding ook nadrukkelijk gezegd, voor ons bijzonder groot is. We willen dat niet op het spel zetten en geven daarom ook het vertrouwen dat, wanneer aan die voorwaarden wordt voldaan, het dan ook met alle mitsen en maren -want die hebben wij natuurlijk ook- toch goed kan komen. Heer MIDDELKOOP (CDA)Voorzitter, ik denk dat een van de vorige sprekers zeer terecht heeft opgemerkt dat de raad ook te passief geweest is in een zaak waar we het nu over hebben en die zeker niet de schoonheidsprijs verdient. Maar dan zijn er door ons allen fouten gemaakt. Dat moeten we ons terdege bewust zijn, want natuurlijk zou het een goede zaak geweest zijn als er al enige jaren geleden zeer kritisch was gekeken, want dan stoppen had veel minder vergaande consequenties gehad. Maar nu rijdt de trein Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Mijnheer de voorzitter, misschien is het zinnig om het CDA toch in herinnering te roepen dat er in deze raad meerdere malen zeer kritisch is stilgestaan bij de ontwikkelingen met betrekking tot C-drie/bibliotheek, dat het zelfs al in de kerntakendiscus sie is gebeurd en dat bijvoorbeeld bij het miljoen dat op een gegeven moment extra tekort was, nog eens een hele kritische discussie is geweest waarbij uitdrukkelijk ook is gevraagd om de bewaking van het geheel goed in de gaten te houden. En dat ten aanzien van de toegankelijkheid er maande lijks vragen zijn gesteld, zoals de heer Roest net heeft geschetst. Heer MIDDELKOOP (CDA)Ik wil dat graag aannemen, voorzitter, als de heer Van Wuijckhuijse dat zegt. Maar je kunt natuurlijk steeds vragen stellen, maar je kunt ook handelend optreden door te zeggen: we gaan er niet mee akkoord en we stoppen ermee. Dat is blijkbaar niet raadsbreed gebeurd. Als de wethouder haar huiswerk niet goed gedaan zou hebben -en dat wil ik ook graag van haar horen, zij heeft recht op een wederwoord- dan betekent dat nog geen misleiding. Je huiswerk niet goed doen in een bepaald opzicht

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 106