25 juni 1998
- 31 -
Maar het positieve eraan was dat er nu een financiële paragraaf in stond
waar de 10.000,-- heen zou gaan en dat er een eigen beleid hoofdstuk was.
Over dat eigen beleid waren we zeer verheugd, zoals u zult begrijpen. In
hoeverre eigen beleid helemaal eigen beleid is, kun je dan over discussi
eren. Maar goed, er staat in ieder geval een stukje eigen beleid. Over dat
bedrag van 10.000,-- hebben wij nog wel een vraag. Dat gaat met name bij
de overwegingen, de laatste alinea onder cultuur, daar staat: wij hebben de
beschikbaarstelling van de genoemde 10.000,-- aangemeld bij de begro
tingsbehandeling voor de beslissing ten aanzien van nieuwe beleidsvoorne
mens. Dat betekent dus dat er nog een beslissing over genomen moet worden.
Onze vraag daarom iser staan een aantal bedragen genoemd voor bepaalde
activiteiten waarbij het dus nog onzeker is of dat gegeven zou kunnen
worden. Zover onze informatie strekt, zijn er al een aantal activiteiten in
voorbereiding. Graag uw reactie daarop. Ten tweede graag een reactie op de
volgende vraag: het fonds kunstaankopen dreigt behoorlijk te miniseren.
Onze vraag is wat u daaraan denkt te doen, want u vindt toch ook met ons
dat kunst en zeker beeldende kunst een van de kerntaken van deze raad en
van de gemeente Soest zou moeten zijn? Dan een allerlaatste vraag die wij
hebben en dat is ten aanzien van de monumenten. Wij lazen in de Amersfoort-
se Courant van 12 juni dat Soest steun misloopt van een monumentensubsidie.
Onze vraag is hoe dit kan en waarom wij geen prioriteitenlijst hebben
ingeleverd en om wat voor bedrag het gaat dat we nu mislopen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Twee opmerkingen, ik heb ze in de commissie ook
gemaakt. De fractie van de Partij van de Arbeid vindt het niet juist,
gezien onze financiële situatie dat wij ook de 1%-regeling van toepassing
verklaren voor infrastructurele werken met betrekking tot het kunstbudget.
Met betrekking tot het hoofdstuk cultuur, de 10.000,-- vinden we niet dat
het nu zou moeten worden besloten, maar pas bij de begroting.
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, twee partijen die wat vragen, die sluiten
eigenlijk naadloos op elkaar aan. We hebben inderdaad tijdens de behande
ling in de commissie gezegd: luister eens even, het college stelt voor -en
zo was het ook op het moment dat we die nota schreven- dat 10.000,-- in
een bepaalde verdeling als eigen beleid en met name als eigen stimulerings
beleid wordt ingezet. Maar gezien het feit dat er op dit moment geen
budgettaire ruimte voor is, weet u dat we dan de lijn moeten volgen dat
zoiets wordt aangemeld bij nieuw beleid, dus wordt de uiteindelijke
beslissing daarover genomen in de oktoberraad bij de begroting. Het is
natuurlijk mogelijk om op grond van de informatie die we krijgen uit de
commissiebehandeling van de begroting, begin september, te kunnen afleiden
op welke wijze dit voornemen wordt ontvangen door de raad. We hebben op dit
moment gewoon niet de mogelijkheid om deze 10.000,-- zomaar beschikbaar
te stellen, dus we kunnen niet anders doen dan de activiteiten die daarin
genoemd zijn pas uitsluitsel te geven of pas in gang te zetten op zijn
vroegst als indicatie rond september en duidelijk als beslissing pas half
oktober. En dat sluit aan bij de opmerking van de heer Boerkoel die nu al
aangeeft dat hij dat niet zal steunen.
De tweede vraag, de 1%-regeling die we op dit moment nog op het bouwrijp
maken deden van grote bouwprojecten, wilden wij uitbreiden tot een soortge
lijke regeling bij grote infrastructurele projecten. Dat staat ook in de
nota, dat was de manier om voor de beeldende kunst extra middelen te
verschaffen, mevrouw Koster. Dus wij hebben in deze zin gedacht dat we op
die manier het fonds wellicht zouden kunnen aanvullen. Maar ook daarover
moet een beslissing door de raad worden genomen bij de begroting, omdat het
een wijziging is met budgettaire gevolgen. Ik begrijp dat de Partij van de
Arbeid op dit moment al aangeeft dat ze dat voorstel niet zal steunen.
Wat betreft de monumenten vindt u het waarschijnlijk goed, voorzitter, dat
mijn collega van monumenten daar antwoord op geeft.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik afleiden uit het
antwoord van de wethouder dat dit raadsvoorstel zo gezien moet worden dat
de financiële onderdelen daarin niet bij de besluitvorming horen?
Wethouder BLOMMERS: Als ik dat even nu mag verduidelijken, er is inderdaad
afgesproken: dit is de inhoudelijke kant, bijvoorbeeld het overleg gaan we
gewoon starten, dat heeft geen financiële gevolgen, maar de 10.000,--