24 september 1998
- 15 -
misschien wil ie wel zes maanden. Ik weet het niet, laat dat maar aan de
rechter over. Het tweede punt is, willen wij de situatie inpassen in woon
bestemming. Wat we willen en wat gerealiseerd wordt, is niet altijd het
zelfde, denk ik. Wij denken dat het niet juist is om dat nu te gaan inpas
sen in woonbestemming. Het heeft ook te maken met de vrij korte geschiede
nis die er voor ons is gereconstrueerd, anders dan de andere situaties. In
een hele korte periode is een perceel met daarop een woning en een bijge
bouw, gesplitst. De woning is als woning verkocht, het bijgebouw is als,
ja, vrij recent gebouwde tuigen-kamer bewust geen woning. Gaan wij daar
nu een woning van maken in het bestemmingsplan, dan is dat een woning die
weer een aantal bevoegdheden gaat krijgen door mensen daarvan. Je kunt weer
uitbreiden, er mag weer een bijgebouw bijKijk, dan ga je dus bewust ding
en in gang zetten die niet passen bij onze uitgangspunten, die ook niet
zijn besproken bij de startnotitie. We willen het gebied opknappen, dat
wel, maar niet verder gaan verkavelen, nog meer woonsituaties mogelijk ma
ken, behalve wat er is. Na afweging binnen de fractie, zeggen wij: situatie
bezwaren 6 zijn gegrond, inpassen. Bezwaren 2 hebben wij in overweging ge
geven omdat wij best vinden dat dat daar kan. Bezwaren 7, ja om die stenen,
het volume anders te gaan gebruiken heeft bij ons geen bezwaar. Situatie
Wildeboer gesplitst in de situatie met betrekking tot de rechter: laat die
maar tot zijn oordeel komen, willen wij daar woningen alsnog gaan mogelijk
maken, ver achter woonlijnen en zo, ja het is best gezellig, maar dat is
niet onze bedoeling.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Een groot bestemmingsplan en een bestem
mingsplan waar wat onze fractie betreft in ieder geval heel diep gespit is,
met name naar de achtergronden om de motivatie te vinden om vanavond al dan
niet akkoord te gaan met een aantal bezwaren. Ik begin even bij het feit
dat er een startnotitie is gemaakt en dat we als fractie van de PvdA des
tijds hebben gezegd, dat wat ons betreft behoefte is in Soest aan woningen,
dat dat niet moet betekenen dat je daar alles vol moet bouwen. Maar samen
met het CDA wilden wij wel wat verder gaan in het totale gebied. Dat bete
kent op dat moment dat er een meerderheid was die dat niet wilde en dat
vanuit die optiek de start gekomen is voor dit consoliderende bestemmings
plan. U heeft ons, laat ik het anders zeggen, er zijn vier zware punten
denk ik in, waarvan ik op voorhand zeg dat wat betreft In de Ruimte wij dit
een goed geformuleerde wijziging vinden. Dan blijven er een aantal zaken
over. En ik doe maar net als de heer Krijger, even op het rijtje af. Ten
aanzien van het bezwaar van Van Essen: na alle stukken erbij gehaald te
hebben, vanuit het verre verleden hier uit het archief, kunnen wij niet
anders dan tot de conclusie komen dat er inderdaad rechten ontleend kunnen
worden aan het feit dat daar gewoond is en wordt. Dat betekent dus dat wij
akkoord gaan ten aanzien van Van Essen. Dan komen we bij de zaak van Smee-
ingGezien het feit dat de heer Smeeing redelijk recent daar iets gekocht
heeft, zou je aan de ene kant kunnen zeggen dat hij wist waaraan ie begon.
Het is denk ik ook op zich juist. Maar aan de andere kant, en dat is waar
wij het langste mee geworsteld hebben, is het gegeven dat, en ik heb ook
die stukken erbij gehaald, de hele discussie destijds over een collega van
de heer Smeeing toen nog, de tennisleraar van nu De Harskamp, dat wij als
gemeente zo verschrikkelijk ons best hebben gedaan om daar die dienstwoning
te realiseren, dat het haast niet voorstelbaar is dat je die argumenten die
toen kennelijk buitengewoon zwaar hebben gewogen dat die dus nu
Heer WITTE (GGS)Meneer de voorzitter, de dossierkennis van mevrouw Ste
kelenburg is niet helemaal correct naar mijn indruk. Ik wilde graag van de
wethouder weten, ik heb gelezen dat de Harskamp in eerste instantie door de
gemeente is afgewezen en later in beroep door de provincie is toegestaan.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ik zal mijn verhaal afmaken, dat is een
vraag aan de wethouder. Ik heb uit de notulen begrepen, en ik heb ze hier
bij me, dat er politiek gezegd is: wij staan er niet om te springen. Het is