p
14 oktober 1998
-12-
Wethouder BLOMMERS: Motie 2. Wij denken dat de motie overbodig is. Wij
streven ernaar inderdaad dat te bereiken. Die fl. 50.000,- staat erin, dus
wij denken dat wij de motie kunnen overnemen. Motie 17. Dat is de motie van
GGS over m.n. de reserveringen die zijn gedaan in het kader van de hertaxa
tie. Gezien de ingewikkeldheid van deze problematiek zou ik er een kleine
toelichting bij willen geven, waarom wij deze motie afwijzen. Wij wijzen
deze motie af, omdat wij het absoluut onjuist vinden dat er geen rekening
wordt gehouden met dit grote risico. Want zoals bekend worden de WOZ-waar-
den gebruikt als aftrekpost straks op de algemene uitkering. En als we dus
op dit moment uit een onderzoek van de belastingdienst weten dat de werke
lijke waardestijging voor de woningen in Soest in 1993-1995 24% is, dan
mogen we misschien hopen, dat het minder zal zijn. Maar de kans is vrij
gering. Want de belastingdienst is daar ook door verschillende mensen
natuurlijk over benaderd. Die hebben gezegd: het is niet zo. Het is niet
toegekend. We hebben nog steeds geen gegevens dat dat anders is. Dat is 14%
hoger dan waar bij de algemene uitkering rekening mee is gehouden. Dat
merken wij pas, hoe dat is, nadat wij de hertaxatie hebben gedaan. En dan
merk je dat nog weer pas vanaf 2001. Dus deze 14% zou kunnen betekenen dat
de algemene uitkering een nadeel vertoont van fl. 1,8 miljoen. Wij hebben
in onze begroting nog slechts rekening gehouden met fl. 1,4 miljoen en wij
vinden dat een voorzichtige raming. Heel nadrukkelijk. En we sluiten dus
niet uit dat dat nadeel kan oplopen, en we vinden het daarom volstrekt
onverantwoord om die motie over te nemen. Wat natuurlijk niet betekent dat
als je op een goed moment praat, straks in die hele brede discussie en dat
je meer gegevens hebt, dat deze cijfers van grote invloed zullen zijn. De
motie nr. 18 van GGS wijst het college ook af, want dat zou betekenen dat
GGS de begroting niet wil aannemen. Dat zou nleen dekkingstekort van
fl. 1,7 miljoen betekenen en dat vindt het college onaanvaardbaar. En wat
betreft de motie van het CDA betreffende de besteding van eventuele struc
turele meevallers, motie nr. 19, ik heb daar al in wezen antwoord op gege
ven toen ik bij de eerste motie aangaf en ook in mijn verhaal, dat wij,
nee, niet bij de eerste motie, maar in mijn verhaal, dat wij vinden dat als
er situaties zijn die wij nu nog niet weten, maar die structureel betekenen
dat de begrotingspositie verbetert, dat dan natuurlijk conform de wens van
de hele raad, er gekeken wordt wat dat voor positief effect kan hebben op
de belastingdruk. Dus ik denk dat de motie overbodig is, maar we kunnen hem
overnemen
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, dat overnemen, daar ben ik het zeker niet mee
eens
Wethouder BLOMMERS: Als college.
Heer BOERKOEL (PvdA)Neemt u mij niet kwalijk.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, er is nog een motie die financiële gevolgen
heeft, daar wil ik de wethouder even attent op maken. Net heeft zij een
vrij consistent verhaal verteld over de inkomstenkant van de gemeente en
het debat dat in 2000 of daarvoor moet worden gevoerd. Ik heb een duidelij
ke motie in het verlengde van mijn algemene beschouwingen ingeleverd, die
ingaat op de uitgavenkant. En ik dacht daarmee een flink deel van de raad
te plezieren. Dus ik ben heel benieuwd hoe het college daarop reageert.
VOORZITTER: Motie 21, doelt u op, neem ik aan. Wethouder Blommers, kunt u
daarover uw standpunt weergeven?
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, het college stelt voor deze motie niet te
aanvaarden, om twee redenen. Ten eerste omdat als wij als voornemen hebben
om de voorstellen van het college uit te voeren om te komen tot uitgavenbe-
We
ee:
ma
wi
st
Ee:
gi.
br
ma
de
ve
en
ov
st
be'
de
he:
ov
wa
ge
to
va:
ee:
ma
no
br
re
wa
ve
se
de
mi
Ma