19 november 1998 -7- irriteert is dat ik toch begrijp dat de toon in de commissievergadering ontzettend hard is geweest, onaangenaam. Misschien zou je zelfs kunnen zeg gen onbeschaafd. In ieder geval niet in de regels van de politiek. Maar als ik dan het antwoord van GGS lees dan is dat zo overbeschaafd, zo overkeu- rig, zo overintellectueel dat bij het woord transparantie eigenlijk mijn haren al recht overeind gaan staan. Ik weet niet hoe ik dat moet uitleggen, maar er klopt iets niet in die twee dingen. En dat gaat bij mij zelfs rie ken naar een beetje manipuleren van de zaak. Ik heb er heel lang over nage dacht wat hier aan de hand is, want wat ik nu zie sinds de verkiezingen en dat wil ik hier toch eigenlijk een beetje bij betrekken, dat is dat GGS toen bij de collegevorming eigenlijk nogal bruut, vind ik wel, afgewezen is na hun verkiezingsoverwinning en daarbij is een behoorlijk vervelend gevoel ontstaan. Ik kan me van toen nog krantenberichten herinneren waarin de heer Witte zei: hij is 'gepiepeld'. Ik kende dat woord niet, een nieuw woord. Ik vind dat na die tijd het eigenlijk steeds aan de gang is. Daarom ben ik een beetje bang, nu hebben we dit, maar wat hebben we een volgende keer? Dat is eigenlijk mijn eerste reactie hierop. Heer BOERKOEL (PvdA)Ik wilde heel kort reageren, meneer de voorzitter. En ik ken niet die mooie woorden zoals de heer Witte in zijn brief schrijft, maar ik vind het een gore manier van omgaan met mensen zoals ik het niet gewend ben dat mensen met elkaar omgaan. Ik heb in het seniorenconvent en eerder uitgelegd hoe ik met plannen van mijn bureau omga richting gemeente raad en ik heb daarvan, en iedereen is daarvan op de hoogte, gezegd: ik meld mijn plannen aan het college, de burgemeester en gemeentesecretaris. Ik doe niet mee aan discussies in de commissie r.o. en ik doe niet mee aan de stemming in de raad. En wat ik me heb afgevraagd is of de heer Witte soms bedoelt met deze manier van handelen, dat hij het heel erg vervelend vindt dat ondernemers en maatschappelijk actieve personen zitting hebben in deze raad en dat we niet allemaal gelijkgestemde huismannen zijn. Ik vind het dan ook verheugend, omdat de andere raadsleden weten hoe ik met e.e.a. omga, dat zij in ieder geval wel hebben door gekregen dat de manier waarop ik probeer ermee om te gaan dat dat voor hen in ieder geval duidelijk is hoe e.e.a. in elkaar zit. Ik moest toen ik in het seniorenconvent zat nog even denken aan een discussie die ik vandaag op mijn bureau had, waarbij mensen zeiden: je bent toch ook hartstikke gek dat je in die gemeenteraad gaat zitten. Dat je je door een stel van die kloothommels laat piepelen, meneer de voorzitter, sorry, ik word even emotioneel neem me niet kwalijk, maar op mijn bureau waar mijn projectleiders zeggen: je bemoeit je niet op het bureau met projecten in Soest, in de gemeenteraad zeg je, bemoei je je niet met de stemming en met de discussie en toch zijn er een paar die pro beren gewin te halen uit het feit dat zij anderen denken te kunnen bescha digen. Ik heb in de seniorenconvent gezegd: Heren, GGS-heren, dame, ik kom uit Utrecht en ik kom uit een buurt waarbij we als het Kerst was, kerstbo- menjacht hielden. En dat noemden ze straatvechters. Ik ben hier nog niet mee klaar. Heer MIDDELKOOP (CDA)Er is al veel gezegd. Ik heb gelukkig niet de com missievergadering bijgewoond, maar ik ben natuurlijk wel van alle kanten geïnformeerd geworden en dan doet het je goed dat je hoort dat spontaan alle andere politieke partijen afstand genomen hebben. Je zou dan ook mogen verwachten dat in zo'n situatie een partij eens bij zichzelf te rade gaat en zegt: wij hebben dat overigens wel overwogen, naar eigen zeggen van de heer Witte, zo in elkaar gedraaid, maar niets van dat alles. Want de heer Witte wordt uitgenodigd voor een gesprek met twee wijze mannen in de per soon van de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris en ook dat helpt niet. Hij maakt het nog erger. Er komt een brief die mag openbaar zijn, is gezegd. Daar staat dan inderdaad in, en ik wil niet op details ingaan maar op de hoofdlijn van deze brief, de heren Boerkoel en Middelkoop die kunnen hun onschuld bewijzen. Die mogen aantonen dat ze integer zijn. Dat is gewoon te gek voor woorden. En om dan heel aardig af te sluiten

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 298