26 maart 1998 - 17 - onmiddellijk kon voorkomen dat het konijn verder de sla opat in de tuin van deze mevrouw, want dat was het grote probleem. Hoe het verder verlopen is, dat weet ik niet. Eén ding is zeker, dat ik zelf zeker nog een uur heb liggen dromen over een mogelijke konijnenplaag in OverheesDat wilde ik even zeggen om de heer Krijger nog even terecht te wijzen. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, u weet dat ik te bescheiden ben om zelf het woord te vragen, maar nu iedereen het gedaan heeft, blijft mij natuurlijk niets anders over dan het ook te doen. Er zijn voldoende redenen om er langdurig mee bezig te zijn, maar u weet, ik heb binnenkort nog een receptie, daar zal ook nog de kans zijn om daar wat te wisselen. In de eerste plaats wil ik in u de majesteit bedanken voor de onderscheiding die ik vanavond van u mocht ontvangen. En alle vriendelijke woorden van alle overige personen die gesproken hebben vanavond. En natuurlijk de bloemen, de cadeaus die bijna deze tafel volledig bedekken. Ik moet zeggen, u hebt feitelijk als raad geluk gehad. Als ik naar de gang loop en vaststel dat daar de naam Van Logtenstein in de afgelopen twee eeuwen zeer regelmatig voorkomt -de eerste was 17 07, een schepen van Soest- en ik kijk dan in de vorige eeuw, dat daar een voorganger van mij met de voorletters C.W. van 1861 tot 1895 raadslid is geweest, 34 jaar, dan hebt u geluk gehad. VOORZITTER: Hartelijk dank, wethouder Van Logtenstein voor dit stukje genialogie. Dames en heren, ik denk dat er verder niemand is die nog het woord verlangt. Dan kom ik aan de afsluiting van deze raadsvergadering, die toch vrijwel geheel in het teken stond van degenen die onze raad gaan verlaten. Zo dadelijk nodig ik hun uit om als eerste mij te volgen, zodat we een receptiepunt kunnen opstellen. Desgewenst kunt u daar samen staan met uw partner. Aan die partners, voor zover ik daar nog geen bloemen aan heb overhandigd, wil ik dat zo dadelijk graag doen, nadat ik ook hun vanaf deze plaats dank heb gezegd voor alle steun die zij al die jaren aan het raadslid hebben gegeven bij de vele uren dat zij thuis afwezig waren door met het raadswerk bezig te zijn. Mag ik de overige aanwezigen vragen om even hier te blijven, zodat ik met degenen die afscheid nemen als eerste de raadzaal kan verlaten? Direct daarna nodig ik u uit om van hen afscheid te nemen en vervolgens nodig ik u uit om nog enige tijd onze gast te zijn onder het genot van een drankje en een hapje. Bij deze verklaar ik de raadsvergadering voor gesloten. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest van 28 mei 1998. de secretaris, de voorzitter,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 38